Paus Benedictus XVI - 16 april 2006
Dierbare broeders en zusters,
Christus resurrexit! - Christus is verrezen!
De grote avondwake in de afgelopen nacht heeft ons de beslissende en steeds actuele gebeurtenis van de Verrijzenis, het centrale mysterie van het christelijke geloof, opnieuw laten beleven. Ontelbare paaskaarsen zijn in de kerken ontstoken om het Licht van Christus te symboliseren, die de mensheid verlicht heeft en blijft verlichten, omdat het de duisternis van de zonde en van het kwaad voor altijd overwonnen heeft. En vandaag klinken machtig de woorden, welke de vrouwen tot verbazing hebben gebracht, de vrouwen die op de eerste dag na de sabbat naar het graf gekomen waren, waar men het snel van het kruis genomen lichaam van Jezus neergelegd had. Bedroefd en ontroostbaar voor het verlies van hun Meester, hadden ze de grote steen voor het graf al weggerold gevonden en bij het binnengaan in het graf zagen ze dat Zijn lichaam daar niet meer was. Terwijl ze onzeker en verloren daar stonden, werden ze door twee mannen in blinkende gewaden verrast, die hun zeiden: "Wat zoekt gij de levende bij de doden? Hij is niet hier, Hij is verrezen" (Lc. 24, 5-6). "Non est hic, sed resurrexit" (Lc. 24, 6). Sinds die morgen houden deze woorden niet op te klinken in het universum als verkondiging van de vreugde - een verkondiging, die onveranderlijk de eeuwen doorgaat en tegelijk rijk is aan eindeloze en steeds nieuwe weerklank.
"Hij is niet hier ... Hij is verrezen." De hemelse boodschappers zeggen eerst dat Jezus "niet hier" is: de Zoon van God is niet meer in het graf, omdat Hij onmogelijk een gevangene van de dood kon blijven Vgl. Hand. 2, 24 , en het graf kon de "Levende" Vgl. Openb. 1, 18 die de bron van het leven zelf is, niet vasthouden. Zoals Jona in de buik van de vis, zo bleef ook de gekruisigde Christus gedurende de sabbat "verborgen" in het binnenste van de aarde Vgl. Mt. 12, 40 . Het was werkelijk "een grote sabbat", zoals de Evangelist Johannes schrijft (Joh. 19, 31): de feestelijkste in de geschiedenis, want op deze dag bracht "de Heer van de sabbat (Mt. 12, 8) het scheppingswerk tot voleinding Vgl. Gen. 2, 1-4. a , doordat Hij de mensen en de gehele kosmos tot de vrijheid en heerlijkheid van de kinderen van God verhief Vgl. Rom. 8, 21 . Nadat Hij dit uitzonderlijk werk volbracht had, is het levenloze lichaam met de levende Adem van God ingeblazen geworden, heeft de hindernissen van het graf verwijderd en is glorierijk opgestaan. Hij is op de aarde eender geweest aan de mensen die onderweg zijn en heeft zijn weg in het graf beëindigt zoals iedereen. Maar Hij heeft de dood overwonnen en op een absoluut nieuwe wijze, door een akte van zuivere liefde, heeft Hij de aarde geopend, tot in de hemel opgetrokken.
Moge de geest van de Opgestane verlichting en zekerheid brengen,
De Opgestane Heer maakt overal Zijn kracht van het leven, de vrede en de vrijheid merkbaar. Aan allen zijn vandaag de woorden gericht, waarmee de Engel de angstige vrouwen op de Paasmorgen gerust stelde: "Gij hoeft niet bevreesd te zijn!... Hij is niet hier. Hij is verrezen" (Mt. 28, 5-6). Jezus is opgestaan en schenkt ons Zijn vrede; Hijzelf is de vrede. Daarom herhaalt de Kerk met nadruk: "Christus is verrezen - Christós anésti". De mens van het derde millennium moet zich niet schamen het hart te openen. Zijn Evangelie stilt de dorst naar vrede en geluk, dat in ieder menselijk hart woont. Christus leeft in het hier en gaat met ons mee. Welk een onmetelijk geheim van de liefde!
Christus resurrexit, quia Deus caritas est! Alleluia!