Paus Benedictus XVI - 12 april 2006
Op Stille Zaterdag is de Kerk geestelijk verenigd met Maria en blijft in gebed bij het graf, waar het lichaam van de Zoon van God onbewegelijk ligt, alsof Hij rust na het scheppingswerk van de Verlossing, dat door de dood verwerkelijkt werd Vgl. Heb. 4, 1-13 .
In het naderende uur zal het feest van de Paasnacht gevierd worden. In iedere kerk weerklinkt dan uit de harten van de nieuwgedoopten en van de gehele christelijke gemeenschap van pure blijdschap daarover het jubelende gezang van het Gloria en de Alleluja van Pasen.