Joseph Kardinaal Ratzinger - 14 september 1994
Hoewel bekend is dat dergelijke pastorale oplossingen door sommige kerkvaders zijn voorgesteld en tot op zekere hoogte ook in de praktijk zijn toegepast, werden ze nooit eenstemmig door alle vaders aanvaard en hebben ze op geen enkele wijze de gemeenschappelijke leer van de kerk gevormd of de kerkelijke discipline bepaald. Het komt het universele leergezag toe, trouw aan de heilige Schrift en aan de traditie, het geloofsgoed te verkondigen en er de authentieke uitleg van te geven.
Met de bovenvermelde nieuwe pastorale oplossingen voor ogen rekent deze congregatie het dus tot haar plicht de kerkelijke leer en discipline in deze materie in herinnering te roepen. Trouw aan Jezus' woord Vgl. Mc. 10, 11-12. "Wie zijn vrouw wegzendt en een andere huwt, maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man wegzendt en een ander huwt, begaat zij echtbreuk." bevestigt zij dat zij een nieuwe verbintenis niet als geldig kan erkennen, als het vorige huwelijk geldig was. Als uit de echt gescheiden personen een nieuw burgerlijk huwelijk zijn aangegaan, bevinden zij zich in een situatie die objectief tegen Gods wet ingaat. Zolang die situatie duurt, mogen zij daarom niet te communie gaan. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1650.1640 Vgl. Concilie van Trente, 24e Zitting - Leer over het Sacrament van het Huwelijk, Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii (11 nov 1563)
Deze norm heeft geenszins de aard van een strafmaatregel tegen of van wat voor discriminatie van de hertrouwde gescheidenen dan ook, maar geeft eerder uitdrukking aan een objectieve situatie die als dusdanig het naderen tot de heilige communie onmogelijk maakt: "Zij zijn er zelf de oorzaak van dat zij niet toegelaten kunnen worden, aangezien hun levensstaat en -conditie objectief in tegenspraak zijn met de liefdesgemeenschap tussen Christus en de kerk, die door de Eucharistie betekend en verwerkelijkt wordt. Er is bovendien nog een andere, speciaal pastorale reden: als men deze personen tot de communie toeliet, zouden de gelovigen in dwaling en verwarring gebracht worden omtrent de leer van de kerk over de onontbindbaarheid van het huwelijk." H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 84 Voor de gelovigen die in een dergelijke huwelijkse staat leven, wordt de weg tot de heilige communie alleen geopend door de sacramentele absolutie die "alleen kan worden verleend aan degenen die er berouw over hebben dat zij het teken van het verbond en de trouw aan Christus geschonden hebben en die oprecht bereid zijn een vorm van leven te leiden die niet meer in tegenspraak is met de onontbindbaarheid van het huwelijk. Dit brengt concreet mee dat de man en de vrouw 'de verplichting op zich nemen in volledige onthouding te leven, dat wil zeggen zich van de eigenlijke huwelijksdaad te onthouden', wanneer zij om serieuze redenen - zoals bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen - niet kunnen voldoen aan de verplichting uit elkaar te gaan." H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 84 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Bij de sluiting van de 7e Bisschoppensynode (over het Gezin) (25 okt 1980), 7 In dit geval kunnen zij te Communie gaan, waarbij de verplichting om een schandaal te voorkomen overeind blijft.