• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De mens is geroepen tot liefde en zelfgave in de eenheid van lichaam en geest. Vrouw-zijn en man-zijn vormen elkaar aanvullende gaven, waardoor de menselijke seksualiteit een integrerend deel uitmaakt van het concrete vermogen tot liefde dat God heeft gelegd in man en vrouw. “ De seksualiteit is een fundamenteel bestanddeel van de persoonlijkheid, een van haar wijzen van zijn, van zich doen kennen, van communiceren met de anderen, van voelen, van ervaren en van het beleven van de menselijke liefde.” Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Schets voor een seksuele opvoeding, Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde (1 nov 1983), 4 Dit vermogen tot liefde en zelfgave is zo ‘geïncarneerd’ in het op het huwelijk gerichte karakter van het lichaam, dat het stempel draagt van het man-zijn en vrouw-zijn. “Het lichaam van de mens, met zijn geslachtelijkheid, zijn man-zijn en vrouw-zijn, is in het licht van het geheim van de schepping niet alleen een bron van vruchtbaarheid en voortplanting – zoals in de hele natuurlijke orde – maar ‘vanaf den beginne’ is het ‘huwelijksaspect’ erbij ingesloten, dat wil zeggen het vermogen om de liefde tot uitdrukking te brengen: de liefde namelijk waarin de menselijke persoon tot gave wordt en, door middel van deze gave, de werkelijke betekenis tot stand brengt van zijn wezen en bestaan.” H. Paus Johannes Paulus II, Audiëntie, 15e Catechese in de reeks: Theologie van het Lichaam,
Deel 1, De oorspronkelijke eenheid van man en vrouw, De persoon, de mens wordt een gave in de vrijheid van de liefde (16 jan 1980), 1
Iedere vorm van liefde zal steeds door dit man-zijn en vrouw-zijn worden gekenmerkt.

Vandaar dat menselijke seksualiteit een goed is, een onderdeel is van die geschapen gave waarvan God zag dat het ‘zeer goed’ was toen hij de mens naar Zijn beeld en gelijkenis schiep, en “man en vrouw schiep Hij hen” (Gen. 1, 27). In zoverre seksualiteit leidt tot betrokkenheid op en openstaan voor de ander is zij wezenlijk op liefde gericht, nauwkeuriger gezegd, op liefde als gave en geschenk, als geven en ontvangen. De verhouding tussen man en vrouw is wezenlijk een liefdesverhouding: “De seksualiteit die richting krijgt, verheven en geïntegreerd wordt door de liefde, wordt een werkelijk menselijke hoedanigheid.” Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Schets voor een seksuele opvoeding, Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde (1 nov 1983), 6 Als zulke liefde in een huwelijk aanwezig is, brengt de zelfgave op lichamelijke wijze het complementair en alomvattend karakter van de gave tot uitdrukking. Huwelijksliefde wordt zo een kracht die de mens verrijkt en doet groeien, en tegelijk bevordert zij de beschaving van de liefde. Maar wanneer men bij seksualiteit de betekenis van het geven niet beseft, krijgt een “beschaving van de dingen, niet van de personen” de overhand, “een beschaving waarin de personen elkaar gebruiken, zoals men dingen gebruikt. In de context van de beschaving van het genot kan de vrouw voor de man een object worden, de kinderen een belemmering voor de ouders…” H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Brief aan de Gezinnen - Bij gelegenheid van het Internationaal Jaar van het Gezin, Gratissimam sane (2 feb 1994), 13

Gave van God: deze grote waarheid en dit basisgegeven staat centraal in het christelijk bewustzijn van de ouders en hun kinderen. Wij doelen hier op de gave die God ons schonk door ons tot het bestaan te roepen en als man of vrouw op onherhaalbare wijze een leven te doen leiden dat eindeloos veel mogelijkheden bezit om geestelijk en moreel uit te groeien: “het menselijk leven is een gave die ontvangen wordt om op haar beurt gegeven te worden”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 92 De gave brengt om zo te zeggen een bijzondere eigenschap aan het licht van het menselijk bestaan, of beter nog, van het wezen zelf van de mens. Als God de Heer zegt: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft”, stelt Hij dat ‘zonder een ander’ de mens zijn leven niet ten volle ontplooit. Hij doet dat alleen door ’samen met iemand’ te leven – en dieper en vollediger nog: door ‘voor iemand’ te leven. H. Paus Johannes Paulus II, Audiëntie, Theologie van het Lichaam,
Deel 1, De oorspronkelijke eenheid van man en vrouw,
catechese over het Boek Genesis
nr. 14, De vaststelling en de ontdekking van de echtelijke betekenis van het lichaam (9 jan 1980), 2
In het zich openstellen voor en de overgave aan de ander komt de huwelijksliefde tot haar volheid, en wordt zij tot het totaal wegschenken dat aan deze levensstaat eigen is.

Daarnaast vindt de roeping tot het godgewijde leven steeds haar betekenis in het door een speciale genade ondersteunde wegschenken van zichzelf, “een uitmuntende wijze om zich gemakkelijker en met onverdeeld hart aan God te geven“, Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2349 met de bedoeling Hem vollediger in de kerk te dienen. Vandaar dat in iedere levensstaat deze gave steeds wonderbaarlijker wordt door de genade van de Verlossing, waardoor wij “deel krijgen aan Gods eigen wezen” (2 Pt. 1, 4) en geroepen worden in bovennatuurlijke liefdeseenheid te leven, samen met God en onze broeders en zusters. Zelfs in de moeilijkste situaties mogen de christelijke ouders niet vergeten dat Gods gave ten grondslag ligt aan alles wat zich in het persoonlijk leven en gezinsleven afspeelt.

“Omdat de mens geïncarneerde geest is, dat wil zeggen een ziel die zich uitdrukt in het lichaam en een lichaam dat bezield wordt door een onsterfelijke geest, is hij geroepen tot de liefde in deze tot eenheid gevormde totaliteit. De liefde omvat ook het menselijk lichaam en het lichaam heeft deel aan de geestelijke liefde.“ H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 11 De eigenlijke betekenis van de seksualiteit dient begrepen te worden in het licht van de christelijke openbaring: “De seksualiteit kenmerkt man en vrouw niet alleen op lichamelijk, maar ook op psychologisch en geestelijk vlak door elk van hun uitingen en tekenen. Dit verschil beantwoordt, samen met het aanvullend vermogen van de twee geslachten, volledig aan het plan van God overeenkomstig de roeping waartoe iedereen is geroepen.” Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Schets voor een seksuele opvoeding, Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde (1 nov 1983), 4

Document

Naam: DE WARE BETEKENIS VAN DE MENSELIJKE SEKSUALITEIT
Richtlijnen voor de opvoeding in gezinsverband
Soort: Pauselijke Raad voor het Gezin
Auteur: Alfonso Kardinaal López Trujillo
Datum: 8 december 1995
Copyrights: © 1996, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie / Kerkelijke Documentatie jrg 24, nr. 2
Vert.: F. van Voorst tot Voorst s.j.
Bewerkt: 4 december 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test