Alfonso Kardinaal López Trujillo - 8 december 1995
DE WARE BETEKENIS VAN DE MENSELIJKE SEKSUALITEIT Richtlijnen voor de opvoeding in gezinsverband |
|||
► | Tot echtelijke liefde geroepen | ||
► | Menselijke liefde als zelfgave |
De mens is dus in staat tot een soort superieure liefde, niet die van de seksuele begeerte, die objecten alleen maar beschouwt als middel om eigen driften te bevredigen; de mens is veeleer in staat tot genegenheid en zelfgave, en heeft het vermogen anderen te erkennen en lief te hebben ‘om henzelf’. Het is een liefde die, evenals Gods liefde, tot grootmoedigheid in staat is. Men wenst de andere het goede toe omdat deze het verdient bemind te worden. Het is een liefde die verbondenheid onder mensen teweeg brengt, omdat ieder het welzijn van de ander als het zijne beschouwt. Het is een wegschenken van zichzelf aan iemand die ons liefheeft, een zelfgave waarvan de inherente goedheid zichtbaar wordt en tot uitdrukking komt in de verbondenheid tussen mensen, en waar men de betekenis leert kennen van beminnen en bemind te worden.
Ieder mens is geroepen tot liefde als genegenheid en zelfgave. Ieder mens wordt bevrijd van de neiging tot zelfzucht door de liefde van anderen: allereerst door de ouders en hen die hun plaats innemen, en uiteindelijk door God, uit Wie alle ware liefde voortkomt en in Wiens liefde de mens ontdekt hoezeer hij wordt bemind. Hier vinden we de grondslag voor de vormende kracht van het christendom: “De mens wordt door God bemind! Dat is de heel eenvoudige en verbijsterende boodschap die de kerk aan de mens verschuldigd is.“ H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 34 Op deze wijze heeft Christus aan de mens geopenbaard wie hij werkelijk is: “Christus, de laatste Adam, maakt juist door de openbaring van het mysterie van de Vader en diens liefde de mens voor zichzelf duidelijk en geeft hem inzicht in zijn zeer hoge roeping.” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22
De door Christus geopenbaarde liefde “waaraan de apostel een hooglied gewijd heeft in de eerste brief aan de Korintiërs…is zeker een veeleisende liefde. Maar hierin is juist haar schoonheid gelegen: in het feit dat zij veeleisend is, omdat zij zo het ware welzijn van de mens is en dit ook uitstraalt op anderen.” H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Brief aan de Gezinnen - Bij gelegenheid van het Internationaal Jaar van het Gezin, Gratissimam sane (2 feb 1994), 14 Daarom is het een liefde die de mens respecteert en opbouwt want “de liefde is echt, wanneer zij het welzijn van personen en gemeenschappen tot stand brengt, creëert en doorgeeft aan anderen”. H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Brief aan de Gezinnen - Bij gelegenheid van het Internationaal Jaar van het Gezin, Gratissimam sane (2 feb 1994), 14