Alfonso Kardinaal López Trujillo - 8 december 1995
Bij de catechese en de vorming binnen en buiten het gezin mag daarom nooit ontbreken wat de kerk leert over de hoge betekenis van maagdelijkheid en celibaat, Vgl. Tertullianus, De exhort. Castitatis. 10: CCL 2, 1029-1030 Vgl. H. Cyprianus van Carthago, De habitu Virginum. 3; 22: CSEL 3/1,189, 202-203 Vgl. H. Johannes Chrysostomos, De Virginitate. SCh 125 Vgl. Paus Pius XII, Apostolische Exhortatie, Aan geheel de geestelijkheid in vrede de na te streven heiligheid van het priesterlijk leven, Menti Nostrae (23 sept 1950) Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Tot het eerste internationale congres voor de kloosterroepingen te Rome, De roeping tot de ‘staat van volmaaktheid (16 dec 1961). AAS 54(1962), 33 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 42 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 16 maar evenmin wat zij leert over het roepingaspect van het huwelijk, dat een christen nooit als een louter menselijk gebeuren mag beschouwen. Zoals Paulus zegt: “Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de Kerk” (Ef. 5, 32). Jonge mensen hiervan vast te overtuigen is van het grootste belang zowel voor de kerk als voor de mensheid “die in grote mate afhankelijk is van de ouders en het gezinsleven waaraan zij thuis vorm geven”. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Tijdens de H. Mis in Limerick, Over de taak van de leken in de Kerk en in het bijzonder over het gezin (1 okt 1979)