Alfonso Kardinaal López Trujillo - 8 december 1995
De mens is geroepen tot liefde en zelfgave in de eenheid van lichaam en geest. Vrouw-zijn en man-zijn vormen elkaar aanvullende gaven, waardoor de menselijke seksualiteit een integrerend deel uitmaakt van het concrete vermogen tot liefde dat God heeft gelegd in man en vrouw. “ De seksualiteit is een fundamenteel bestanddeel van de persoonlijkheid, een van haar wijzen van zijn, van zich doen kennen, van communiceren met de anderen, van voelen, van ervaren en van het beleven van de menselijke liefde.” Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Schets voor een seksuele opvoeding, Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde (1 nov 1983), 4 Dit vermogen tot liefde en zelfgave is zo ‘geïncarneerd’ in het op het huwelijk gerichte karakter van het lichaam, dat het stempel draagt van het man-zijn en vrouw-zijn. “Het lichaam van de mens, met zijn geslachtelijkheid, zijn man-zijn en vrouw-zijn, is in het licht van het geheim van de schepping niet alleen een bron van vruchtbaarheid en voortplanting – zoals in de hele natuurlijke orde – maar ‘vanaf den beginne’ is het ‘huwelijksaspect’ erbij ingesloten, dat wil zeggen het vermogen om de liefde tot uitdrukking te brengen: de liefde namelijk waarin de menselijke persoon tot gave wordt en, door middel van deze gave, de werkelijke betekenis tot stand brengt van zijn wezen en bestaan.” H. Paus Johannes Paulus II, Audiëntie, 15e Catechese in de reeks: Theologie van het Lichaam,
Deel 1, De oorspronkelijke eenheid van man en vrouw, De persoon, de mens wordt een gave in de vrijheid van de liefde (16 jan 1980), 1 Iedere vorm van liefde zal steeds door dit man-zijn en vrouw-zijn worden gekenmerkt.