• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

DE KERK VAN DE LIEFDE IS OOK DE KERK VAN DE WAARHEID
(4e catechese in deze reeks)

Dierbare broeders en zusters,

in de nieuwe serie van catecheses die we enkele weken geleden zijn begonnen, willen we de oorsprong van de Kerk beschouwen, om het oorspronkelijke plan van Jezus te verstaan, en zo te begrijpen wat het wezenlijke van de Kerk is, wat blijvend is in de wisseling der tijden. We willen zo ook het waarom begrijpen van ons zijn in de Kerk, en hoe wij ons moeten inzetten om dat aan het begin van een nieuw christelijk millennium te beleven.

Bij het beschouwen van de Kerk in haar ontstaan, kunnen we daar twee aspecten van ontdekken: een eerste aspect wordt sterk belicht door de heilige Ireneüs van Lyon, martelaar en groot theoloog aan het einde van de 2de eeuw, de eerste die ons een enigszins systematische theologie heeft geschonken. De heilige Ireneüs schrijft: “Waar de Kerk is, daar is ook de Geest van God; en waar de Geest van God is, daar is ook de Kerk en iedere genade; want de Geest is waarheid” H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. III, 24, 1: PG 7, 966. Er bestaat dus een nauwe band tussen de heilige Geest en de Kerk. De heilige Geest bouwt de Kerk op en geeft haar de waarheid, stort - met de woorden van de heilige Paulus - in de harten van de gelovigen de liefde uit Vgl. Rom. 5, 5 .

Maar er is vervolgens een tweede aspect. Deze nauwe band met de Geest doet onze menselijkheid met heel haar zwakheid niet te niet, en zo kent de gemeenschap van de leerlingen van meet af aan niet alleen de vreugde van de heilige Geest, de genade van de waarheid en de liefde, maar ook de beproeving, die vooral bestaat uit de tegenstellingen met betrekking tot de geloofswaarheid, en de daaruit voortkomende scheuren in de communio. Zoals de gemeenschap in liefde van meet af aan bestaat en er tot aan het einde zal zijn Vgl. 1 Joh. 1, 1. vv , zo is er helaas ook van meet af aan de verdeeldheid. Het moet ons niet verwonderen dat deze ook vandaag de dag bestaat: “Zij zijn uit ons midden voortgekomen, maar zij behoorden niet werkelijk tot ons. Hadden zij tot ons behoord, dan waren zij bij ons gebleven; maar het moest duidelijk worden dat zij geen van allen bij ons horen” (1 Joh. 2, 19). Er bestaat dus altijd het gevaar om, in de wisselvalligheden van de wereld en ook door de zwakheden van de Kerk, het geloof te verliezen, en zo ook om de liefde en de broederlijkheid te verliezen. Het is dan ook voor ieder die gelooft in de Kerk van de liefde, en die in haar wil leven, een welomschreven plicht om dit gevaar te onderkennen, en te aanvaarden dat er geen gemeenschap, geen communio mogelijk is met wie zich gedistantieerd heeft van de leer van het heil Vgl. 2 Joh. 9-11 .

Dat de Kerk bij haar ontstaan zich van zulke mogelijke spanningen in de ervaring van de communio terdege bewust was, blijkt duidelijk uit de eerste brief van Johannes: er is in het Nieuwe Testament geen stem die zich krachtiger verheft om de werkelijkheid van en de plicht tot broederlijke liefde onder de christenen duidelijk te maken; maar diezelfde stem richt zich met drastische strengheid tot de tegenstanders, die leden van de gemeenschap zijn geweest en het nu niet meer zijn. De Kerk van de liefde is ook de Kerk van de waarheid, vooral verstaan als trouw aan het Evangelie dat door de Heer Jezus aan de zijnen is toevertrouwd. De christelijke broederschap komt voort uit het feit dat men door de Geest van de waarheid kinderen is geworden van dezelfde Vader: “Allen die zich laten leiden door de Geest van God, zijn kinderen van God” (Rom. 8, 14).

Maar het gezin van de kinderen van God heeft, om in de eenheid en de vrede te kunnen leven, iemand nodig die het bewaart in de waarheid, en die het met wijze en gezagvolle onderscheiding leidt: dat te doen is nu juist de roeping van het ambt van de apostelen. En hier komen we bij een belangrijk punt. De Kerk is helemaal van de Geest, maar heeft een structuur, de apostolische successie, waaraan de verantwoordelijkheid toekomt te waarborgen dat de Kerk in de waarheid blijft, die Christus heeft geschonken en waaruit ook het vermogen tot liefhebben voortkomt.

Het eerste “samenvattend overzicht” in de Handelingen Noot van de vertaler: in de Handelingen van de Apostelen komen drie van zulke samenvattingen voor, waarin de trekken van de eerste geloofsgemeenschap overzichtelijk bijeengeplaatst worden: (Hand. 2, 42-47; Hand. 4, 32-35; Hand. 5, 12-16) brengt de convergentie van deze waarden in het leven van de beginnende Kerk heel goed tot uitdrukking: “Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven (koinonia) en ijverig in het breken van het brood en in het gebed” (Hand. 2, 42). De gemeenschap, de ‘communio’, komt voort uit het geloof, dat wordt gewekt door de apostolische prediking, dat zich voedt met het breken van het brood en het gebed, en dat tot uitdrukking komt in de broederlijke liefde en het dienstwerk. We hebben hier te maken met de beschrijving van de communio van de Kerk in het uur van haar ontstaan, met de rijkdom van haar inwendige dynamiek en haar zichtbare uitingen: de gave van de communio wordt in het bijzonder bewaard en bevorderd door het dienstwerk van de apostelen, dat op zijn beurt een gave is voor heel de gemeenschap.

De Apostelen en hun opvolgers zijn dus de behoeders en de gezagvolle getuigen van het erfgoed van de waarheid dat aan de Kerk is toevertrouwd, zoals zij ook de dienaars van de liefde zijn: twee aspecten die bij elkaar horen. Zij moeten altijd acht slaan op de onlosmakelijkheid van dit dubbele dienstwerk dat in werkelijkheid één en hetzelfde is: waarheid en liefde, geopenbaard en geschonken door de Heer Jezus. Hun dienstwerk is in die zin vóór alles een dienstwerk van liefde: de liefde die zij zelf moeten beleven en bevorderen is onafscheidelijk van de waarheid die zij bewaren en doorgeven. De waarheid en de liefde zijn twee gezichten van dezelfde gave, die van God komt en die dankzij het apostelambt in de Kerk bewaard wordt en ons tot in onze tijd toe bereikt! Ook door het dienstwerk van de Apostelen en hun opvolgers bereikt ons de liefde van de Drie-ene God, om ons de waarheid mee te delen die ons vrij maakt! Vgl. Joh. 8, 32 Dit alles, dat wij zien in de Kerk bij haar ontstaan, brengt ons ertoe te bidden voor de Opvolgers van de Apostelen, voor alle bisschoppen en voor de opvolgers van Petrus, opdat zij werkelijk zowel de behoeders zullen zijn van de waarheid als van de liefde; opdat zij in deze zin echte apostelen van Christus mogen zijn, en Zijn licht, het licht van de waarheid en de liefde, nooit zal doven in de Kerk en in de wereld.

Document

Naam: DE KERK VAN DE LIEFDE IS OOK DE KERK VAN DE WAARHEID
(4e catechese in deze reeks)
Soort: Paus Benedictus XVI - Audiëntie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 5 april 2006
Copyrights: © 2006, Libreria Editrice Vaticana
Vert.:Past. Chr. van Buijtenen, pr. (Nummering en alineaverdeling van de vertaler)
Bewerkt: 30 april 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test