H. Paus Paulus VI - 6 augustus 1964
Dit ideaal van een christelijke volmaaktheid die nederig en diep wordt beleefd, richt onze aandacht vanzelf op Maria, want zij heeft deze volmaaktheid die nederig en op wonderlijke wijze weerspiegeld. Zelfs op aarde heeft zij die beleefd en in de hemel geniet zij daarvan nu de glans en de Zaligheid. Gelukkig bloeit thans in de Kerk de verering van Maria en wij richten bij deze gelegenheid graag onze aandachtige bewondering op de allerheiligste maagd en moeder van Christus en daarom moeder van God en onze moeder, want zij is het model van de christelijke volmaaktheid, de spiegel van de ware deugden en het wonder van waarachtige menselijkheid.
Naar onze mening kan de Mariaverering veel bijdragen tot de beleving van het Evangelie. Van haar, de gelukzalige, de liefste, de nederigste, de onbevlekte, die het voorrecht gehad heeft het menselijk vlees in de glans van zijn oorspronkelijk onschuld aan het Woord van God te schenken, hebben wij op onze pelgrimstocht naar het Heilig Land de waarachtige beleving van het Christendom willen leren.
Als tot een liefdevolle opvoedster richten wij ook nu tot haar onze smekende ogen, terwijl wij ons met U, eerbiedwaardige Broeders, onderhouden over de geestelijke en morele vernieuwing van het leven in de Kerk.