MATER ET MAGISTRAModerne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen
(Soort document: H. Paus Johannes XXIII - Encycliek)
H. Paus Johannes XXIII -
15 mei 1961
Bovendien heeft God, in Zijn goedheid en wijsheid, in de natuur bijna onuitputtelijke hulpbronnen gelegd, en aan de mens het nodige vernuft gegeven, om deze hulpbronnen met geschikte middelen dienstbaar te maken aan zijn onderhoud en levensbehoeften. De juiste oplossing van het gestelde probleem mag men dan ook niet zoeken in methoden, die niet alleen de morele orde, door God vastgesteld, maar ook de voortplanting van het menselijk leven zelf aantasten. De mens moet integendeel door iedere vorm van wetenschap en techniek een diepere kennis zien te krijgen van de natuurkrachten en deze steeds vollediger trachten te beheersen. Overigens schenkt de tot nu toe bereikte vooruitgang van wetenschap en techniek een bijna onbeperkt vertrouwen voor de toekomst.
Dit probleem kan alleen opgelost worden door een sociaal-economische ontwikkeling, die rekening houdt zowel met de individuen als met de gehele mensengemeenschap en die de echte menselijke waarden bevordert. In deze materie komt altijd de eerste plaats toe aan de menselijke waardigheid in het algemeen en aan het leven van iedere mens afzonderlijk, want dit is de hoogste waarde, die er bestaat. Men moet hier verder, op basis van Internationale samenwerking, een vruchtbare uitwisseling bevorderen van gegevens, kapitaal en mensen.
Naar aanleiding hiervan verklaren wij met alle nadruk, dat het menselijk leven wordt doorgegeven en voortgeplant door middel van het gezin, waarvan de grondslag is het éne en onontbindbare huwelijk, dat voor de christenen is verheven tot de waardigheid van een sacrament. En omdat het menselijk leven aan andere mensen wordt doorgegeven door een persoonlijke en bewuste act, volgt hieruit, dat dit moet geschieden volgens de heilige, onveranderlijke en onschendbare wetten van God, die door iedereen moeten worden erkend en geëerbiedigd. Op dit gebied mag men dus niet de methoden en middelen gebruiken, die geoorloofd kunnen zijn bij het overbrengen van het leven van planten en dieren.
© 1969, Ecclesia Docens nr. 0733, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: Dr. M.H. Mulders C.ss.R. en Dr. J. Kahmann C.ss.R.