
H. Paus Paulus VI - 8 december 1976
Op de wijzerplaat van de psychologie van de mensheid heeft de vrede na de laatste wereldoorlog een uur aangegeven welke een kans biedt. Op de uitgestrekte ruïnes, die ongetwijfeld heel verschillend zijn in de diverse landen, maar algemeen, heeft men de vrede uiteindelijk als enige overwinnares zien heersen. En onmiddellijk bloeiden de werken en instellingen op die eigen zijn aan de vrede, als een voorjaarsvegetatie; en veel ervan heeft zich gehandhaafd en ontwikkelt zich verder; het zijn de verworvenheden van de nieuwe wereld; en de wereld doet er goed aan er trots op te zijn en voor de doeltreffendheid en ontwikkeling ervan zorg te dragen; het zijn de werken en instellingen die een stap voorwaarts betekenen binnen de vooruitgang van de mensheid. Laten wij hier een ogenblik luisteren naar een gezaghebbende, vaderlijke en profetische stem; die van onze vereerde voorganger, Paus Johannes XXIII:
'Het leven in gemeenschap, eerbiedwaardige broeders en geliefde zonen, moet vóór alles beschouwd worden als een zaak van geestelijke orde. Door haar immers wisselen de mensen in het licht van de waarheid de kennis van de dingen aan elkaar uit; door haar kunnen zij hun rechten waarborgen en hun plichten vervullen; zij worden aangespoord om naar geestelijke waarden te streven; samen genieten zij op gepaste wijze van de schoonheid der dingen; door een voortdurend verlangen streven zij ernaar om het beste van henzelf in anderen over te brengen; ijverig trachten zij zich de geestesgaven van anderen eigen te maken. Deze waarden bezielen alles en geven richting aan al wat in verband staat met de wetenschap, de economie, de sociale organisaties, de ontwikkeling en het bestuur van de staat, de wetgeving en al het andere, tenslotte, dat van buitenaf de gemeenschap der mensen vormt en voortdurend tot ontwikkeling brengt'. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 36