H. Paus Paulus VI - 8 december 1976
De teksten van de internationale verdragen voor de bescherming van de rechten van de mens, voor de bescherming van kinderen en voor het handhaven van fundamentele menselijke vrijheden zijn bewijzen van onze vooruitgang in beschaving. Zij vormen het heldendicht van de vrede, in zover ze de bescherming garanderen van het leven. Zijn ze volledig? Worden ze nagekomen? We weten allen, dat de beschaving in dergelijke verklaringen een uitdrukking vindt en een bevestiging van haar eigen werkelijkheid, volkomen en roemvol, als die verklaringen vertaald worden in het geweten en de gebruiken; een belachelijke en geschonden werkelijkheid, als ze dode letter blijven.