Kevin Kard. Farrell - 3 juni 2021
De internationale verenigingen van gelovigen en hun intern bestuur zijn het voorwerp geweest van een bijzondere bezinning en een daaruit voortvloeiend oordeel van het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven, op grond van haar bevoegdheid.
De Kerk erkent dat de gelovigen op grond van hun doopsel het recht van vereniging hebben, en zij beschermt hun vrijheid om deze op te richten en te besturen. Tot de verschillende vormen waarin dit recht wordt uitgeoefend, behoren de verenigingen van gelovigen Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 215.298-329, die vooral sinds het Tweede Vaticaans Concilie een grote bloei hebben doorgemaakt en een overvloed aan genaden en apostolische vruchten voor de Kerk en de wereld van vandaag hebben voortgebracht.
Het intern bestuur van de verenigingen, erkend en beschermd zoals hierboven aangegeven, moet echter worden uitgeoefend binnen de grenzen die zijn vastgesteld door de algemene normen van de Kerk, de statutaire normen van elke vereniging, en in overeenstemming met de bepalingen van de kerkelijke autoriteit die bevoegd is voor hun erkenning en voor het toezicht op hun leven en activiteiten.
De coessentialiteit van de charismatische en hiërarchische gaven in de Kerk Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, "De Kerk verjongt" - Aan de Bisschoppen van de Katholieke Kerk - over de verhouding tussen de hiĆ«rarchische en charismatische gaven in het leven en de zending van de Kerk, Iuvenescit Ecclesia (15 mei 2016), 10 vereist inderdaad dat het bestuur binnen de verenigingen van gelovigen wordt uitgeoefend in samenhang met hun kerkelijke zending, als een dienst die bedoeld is voor de verwezenlijking van hun eigen doeleinden en voor het welzijn van hun leden.
Daarom is het noodzakelijk dat de uitoefening van het bestuur binnen de kerkelijke gemeenschap op de juiste wijze wordt georganiseerd en wordt uitgevoerd als een middel tot het nastreven van de doeleinden van die vereniging.
Bij het vaststellen van de criteria voor een zorgvuldige leiding van het bestuur in de verenigingen heeft het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven het noodzakelijk geacht de duur en het aantal van de bestuursfuncties te regelen, evenals de representativiteit van de bestuursorganen, om een gezonde vernieuwing te bevorderen en misbruiken te voorkomen die inderdaad tot schendingen en misbruiken hebben geleid.
Gezien deze uitgangspunten, en rekening houdend met het nut van generatiewisseling in bestuursorganen en de wenselijkheid van het bevorderen van verandering in verantwoordelijkheden bij de overheid;
tevens rekening houdend met de noodzaak te voorzien in bestuurstermijnen die de uitvoering mogelijk maken van projecten die geschikt zijn voor de doeleinden van de vereniging;
tevens rekening houdend met de rol van de stichter in de juiste samenstelling, ontwikkeling en stabiliteit van het verenigingsleven, uit hoofde van het charisma dat aan de vereniging ten grondslag ligt;
teneinde de goede werking van het bestuur in alle internationale verenigingen van gelovigen te verzekeren;
na raadpleging van deskundigen op dit gebied en andere Dicasteries van de Romeinse Curie voor zover het hun bevoegdheid betreft;
gelet op H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Constitutie
Pastor Bonus
Over de hervorming van de Romeinse Curie
(28 juni 1988) van de Apostolische Constitutie H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Constitutie
Pastor Bonus
Over de hervorming van de Romeinse Curie
(28 juni 1988) over de Romeinse Curie, artikel 126 van het Algemeen Reglement van de Romeinse Curie, de canones Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983), en de artikelen 1, 5 en 7 § 1 van de Statuten van het Dicasterie voor Leken, Gezin en Leven;
het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven, in de uitoefening van zijn functies en in opdracht van de Hoogste Autoriteit
decreteert,
met betrekking tot de door de Apostolische Stoel erkende of opgerichte internationale verenigingen van gelovigen die onder rechtstreeks toezicht staan van het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven, als volgt.
De ambtstermijnen in het centrale bestuursorgaan op internationaal niveau kunnen elk een maximale duur van vijf jaar hebben.
§ 1. - Eenzelfde persoon kan functies in het centrale bestuursorgaan op internationaal niveau bekleden gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste tien jaar.
§ 2. - Na de maximumperiode van tien jaar is herverkiezing slechts mogelijk na een vacature voor één termijn.
§ 3. - De bepaling van artikel 2, § 2 is niet van toepassing op de persoon die tot moderator wordt verkozen, aangezien deze persoon deze functie kan uitoefenen onafhankelijk van de tijd die hij reeds in andere functies binnen het centrale bestuursorgaan op internationaal niveau heeft doorgebracht.
§ 4. - Degene die gedurende een periode van maximaal tien jaar de functie van moderator heeft uitgeoefend, kan deze functie niet opnieuw bekleden. Deze persoon kan echter andere functies bekleden binnen het centrale bestuursorgaan op internationaal niveau na een vacature van twee termijnen ten opzichte van deze andere functie.
Alle leden van de pleno iure hebben een actieve stem, rechtstreeks of indirect, in de samenstelling van de organen die het centrale bestuursorgaan op internationaal niveau verkiezen.
§ 1. - De verenigingen waarin, op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit besluit, functies in het hoofdbestuur op internationaal niveau zijn toegekend aan leden die de in de artikelen 1 en 2 bedoelde limieten hebben overschreden, moeten uiterlijk vierentwintig maanden na de inwerkingtreding van dit besluit in nieuwe verkiezingen voorzien.
§ 2. - De verenigingen waarin, op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit, functies in het hoofdbestuur op internationaal niveau worden toegekend aan leden die tijdens hun lopende termijn de in de artikelen 1 en 2 bedoelde limieten zullen overschrijden, moeten voorzien in nieuwe verkiezingen uiterlijk vierentwintig maanden na het bereiken van de door dit besluit opgelegde maximumlimiet.
Van de in de artikelen 1, 2 en 4 bedoelde normen kan door het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven aan de stichters ontheffing worden verleend.
Deze bepalingen zijn niet van toepassing op functies in de overheid die gebonden zijn aan de toepassing van de normen van klerikale verenigingen, instituten van gewijd leven of sociëteiten van apostolisch leven.
Dit decreet is, met uitzondering van de norm bedoeld in artikel 3, eveneens van toepassing op lichamen die niet erkend of opgericht zijn als internationale verenigingen van gelovigen waaraan rechtspersoonlijkheid is toegekend en die onder het rechtstreeks toezicht staan van het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven.
Vanaf de inwerkingtreding van dit decreet en tot de goedkeuring van eventuele statutaire wijzigingen door het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven, stellen deze bepalingen elke norm in de statuten van de verenigingen die daarmee in strijd zou zijn, buiten werking.
Dit decreet, afgekondigd door publicatie in het dagblad L'Osservatore Romano, treedt in werking drie maanden na de datum van zijn bekendmaking. Het decreet zal ook worden gepubliceerd in het officiële commentaar Acta Apostolicae Sedis.
Paus Franciscus heeft in de audiëntie die op 2 juni 2021 is verleend aan ondergetekende, kardinaal prefect van het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven, zijn goedkeuring gehecht aan dit Algemeen Decreet in forma specifica, dat kracht van wet heeft, en aan de Dicasterie voor Leken, Familie en Leven
Nota Explivicata bij het decreet over de bestuursregeling in verenigingen van gelovigen
(3 juni 2021) die het vergezelt.Gedaan te Rome, ten kantore van het Dicasterie voor de Leken, Familie en Leven, 3 juni 2021, Hoogfeest van het Allerheiligst Lichaam en Bloed van Christus.
Kevin Kard. Farrell
PrefectP. Alexandre Awi Mello, I.Sch.
Secretaris