H. Paus Paulus VI - 11 oktober 1963
Vandaar dat wij vandaag onze schreden hierheen gericht hebben; vandaar dat vandaag onze harten vervuld zijn van vreugde om de eerste verjaardag van ons Concilie, die samenvalt met de herdenking van het Concilie van Ephese, ter ere waarvan een romeinse Paus, Sixtus III deze Basiliek, die niet ten onrechte ,de Meerdere' genoemd wordt, met schitterende en betoverende mozaïeken heeft laten versieren. Tot deze kerk voelen wij ons aangetrokken door onze bijzondere devotie voor de Heilige Maagd, aan wie het romeinse volk, dat zo vaak Haar machtige voorspraak en Haar moederlijke liefde heeft ondervonden de dankbare en glorievolle titel van: ,Salus populi romani' heeft geschonken. Vandaar dat Wijzelf met Onze nederige tegenwoordigheid en Ons eerbiedig gebed hier aan Maria de hulde willen aanbieden van ons Concilie dat thans in de tweede zitting zijn werkzaamheden heeft hervat en dat op dit ogenblik, ten overstaan van de gehele Kerk, Maria aanroept met de allerzoetste en allerheiligste naam van Moeder, Moeder van Jezus Christus en daarom Moeder van God en ook onze Moeder.