Paus Pius XII - 15 december 1952
ORIENTALES ECCLESIAS | |||
► | Lof en gebed van de paus |
Toch, eerbiedwaardige broeders, kunnen wij te midden van zoveel en zo groot leed, dat ons en u bedroeft, enige troost vinden in de berichten, die wij hebben ontvangen. Wij weten immers, dat zij in deze treurige toestand zo onverschrokken standvastig in hun trouw volharden, dat wij en alle goedwillenden vol bewondering daarvoor vervuld worden. Mogen zij dan ook allen onze vaderlijke lof vernemen om hun kracht nog te verhogen en te versterken, en mogen zij er tevens van overtuigd zijn, dat de gemeenschappelijke vader, die „de zorg voor alle kerken draagt" (2 Kor. 11, 28) en die „Christus' liefde dringt” (2 Kor. 5, 14), dagelijks vurig tot God bidt, opdat zo spoedig mogelijk het Rijk van Jezus Christus, dat vrede schenkt aan de zielen, vrede aan de volkeren en vrede aan de naties, over allen moge triomferen.