Paus Franciscus - 2 maart 2022
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
In het Bijbels verhaal van de afstamming van de oerouders valt meteen hun hoge ouderdom op. Het gaat om eeuwen! Wanneer begint in dat geval de ouderdom? Men kan zich deze vraag stellen. En wat betekent het dat die voorvaderen zo lang blijven leven nadat ze kinderen hebben voortgebracht? Ouders en kinderen leven samen, gedurende eeuwen! Dat tijdsverloop in eeuwen, als een ritueel verhaald, geeft aan het verband tussen ouderdom en afstamming een symbolische, zeer sterk symbolische betekenis.
Het heeft er de schijn van dat het doorgeven van het menselijk leven, heel nieuw in het geschapen heelal, vraagt om een langzame en verlengde inwijding. Alles is nieuw bij het begin van een schepsel dat geest en leven is, geweten en vrijheid, gevoeligheid en verantwoordelijkheid. Het nieuwe leven – het menselijk leven – ondergedompeld in de spanning tussen zijn oorsprong “naar beeld en gelijkenis” met God en de broosheid van zijn sterfelijk bestaan, is een nieuwheid die geheel moet ontdekt worden. Het vraagt een lange tijd van inwijding, waarbij de wederkerige steun van de generaties noodzakelijk is, om de ervaringen te ontcijferen en zich te laten aanspreken door de geheimen van het leven. In deze lange tijd, langzaam, wordt ook de geestelijke hoedanigheid van de mens gecultiveerd.
In zekere zin, wekt elke periode in de menselijke geschiedenis het gevoel: het lijkt wel of we van voren af aan met kalmte moeten herbeginnen met de vragen over de zin van het leven, terwijl het verloop van het menselijk bestaan overvol is van nieuwe en onvoorziene vragen. Ongetwijfeld brengt de opstapeling van de culturele herinneringen de noodzakelijke vertrouwdheid mee om de onvoorziene ontwikkelingen aan te kunnen. De tijd nodig voor de overdracht wordt korter, maar de tijd nodig voor de opname blijft steeds geduld vragen. De overdreven snelheid die alle overgangen in ons leven voortstuwt, maakt elke ervaring meer oppervlakkig en minder “voedend”. Jongeren zijn onbewust slachtoffer van deze breuk tussen de tijd van het uurwerk, die verschroeiend is, en de tijden van het leven die een gepaste “gisting” vragen. Een lang leven maakt het mogelijk die lange perioden te beleven en de nadelen van de haast te ervaren.
De ouderdom vraagt zeker om tragere ritmes en dat zijn niet uitsluitende tijden van stilstand. De maat van deze ritmes opent immers, voor allen, ruimte voor de levenszin voordien ongekend wegens de obsessie van de haast. De band verliezen met de trage ritmes van de ouderdom sluit deze ruimte voor allen af. Het is tegen deze achtergrond dat ik een feest gewild heb voor de grootouders, op de laatste zondag van juli. De band tussen de twee uiterste generaties van het leven – kinderen en bejaarden – biedt ook hulp aan de andere twee – jongeren en volwassener om zich wederkerig te verbinden om het bestaan van allen te verrijken met menselijkheid. Er is dialoog nodig tussen de generaties. Indien er geen dialoog is tussen jongeren en ouderen, tussen volwassenen dan blijft elke generatie afgezonderd en kan haar boodschap niet doorgeven. Een jongeren die niet verbonden is met zijn wortels, en dat zijn de grootouders, krijgt geen kracht – zoals de boom zijn kracht krijgt van de wortels -en groeit slecht, groeit ziek, groeit zonder verwijzingen. Daarom moet men, als een menselijke noodzaak, de dialoog tussen de generaties zoeken. En die dialoog is bijzonder belangrijk tussen grootouders en kleinkinderen die de twee uitersten zijn.
Laten we ons een stad voorstellen waarin de samenleving van de verschillende leeftijden integrerend deel is van het gehele project van haar woongebied. Laten we denken aan de liefdevolle relaties tussen bejaarden en jeugd die afstralen op de algemene stijl, van de relaties. Deze overlapping van generaties zal een bron van energie worden voor een humanisme dat echt zichtbaar en leefbaar is. De moderne stad heeft een vijandige houding tegenover ouderen (en niet toevallig, ook tegenover kinderen). Een samenleving die deze geest van uitsluiting in zich heeft en zovele ongewenste kinderen uitsluit, sluit ook de bejaarden uit. Men sluit ze uit, ze dienen nergens voor en dus zet men ze in het bejaardenhuis in het zorgcentrum…De overdreven haast brengt een centrifugale kracht mee die ons wegvaagt als confetti. Men verliest totaal het zicht op het geheel. Ieder klemt zich vast aan het eigen stukje dat meedrijft op de golven van de markt voor wie trage ritmes verlies zijn en snelheid geld betekent. De overdrijving van de haast verpulvert het leven, maakt het niet intenser. Wijsheid vraagt “tijdverlies”. Als je naar huis terugkeert en met je kind, jongen of meisje, “tijd verliest” dan is dit begaan zijn van fundamenteel belang voor de samenleving. En wanneer je naar huis terugkeert en opa of oma treft die misschien niet zo helder meer denkt of wat moeizamer ter tale is, en je blijft met hem of haar “tijd verliezen”, dan versterkt dit “tijd verliezen” het menselijk gezin. Het is belangrijk tijd te besteden – tijd die geen opbrengst tijd is – met kinderen en bejaarden omdat zij ons een andere bekwaamheid schenken om naar het leven te kijken.
De pandemie, waarmee we nog steeds moeten leven, heeft een oponthoud bewerkt – spijtig genoeg op pijnlijke wijze – in de stompzinnige cultus van de snelheid. In die periode hebben de grootouders een dijk gevormd tegen de gevoelsmatige “uitdroging” van de kleinsten. Het zichtbare verbond tussen de generaties, dat er de tijden en ritmes van regelt, geeft ons opnieuw hoop niet zonder zin te leven. Het geeft aan eenieder opnieuw de liefde voor ons kwetsbare leven, door de weg te versperren aan de obsessie van de haast, die het gewoonweg verslindt. De sleutelzin is deze “tijd verliezen”. Aan ieder van jullie stel ik de vraag: ben jij in staat tijd te verliezen, of ben je steeds opgejaagd door de snelheid? “Neen, ik ben gehaast, ik kan niet…”? Ben je in staat tijd te verliezen met de grootouders, met de oudjes? Ben je in staat tijd te verliezen door met je kinderen te spelen, met de kleinen? Dit is het vergelijkingspunt. Denk even na. Dit geeft aan ieder van ons opnieuw de liefde voor ons kwetsbare leven, door – zoals ik zegde - de weg te versperren aan de obsessie van de haast, die het gewoonweg verslindt. De ritmes van de ouderdom zijn een onmisbare bron om de zin van het leven, getekend door de tijd, te vatten. Ouderen hebben hun ritmes. Ritmes echter die ons helpen. Dankzij deze bemiddeling wordt de bestemming van het leven als ontmoeting met God geloofwaardiger. Een plan dat verborgen is in de schepping van het menselijk wezen “naar zijn beeld en gelijkenis” en dat bezegeld werd in de menswording van Gods Zoon.
Vandaag is er voor het menselijk leven een langere levensduur. Dit biedt ons de mogelijkheid de verbondenheid tussen de verschillende tijden van het leven aan te halen. Veel levensduur vraagt meer verbondenheid. Het helpt ons ook de verbondenheid te doen groeien met de zin van het leven in zijn geheel. De zin van het leven bestaat niet slechts op volwassen leeftijd, vanaf 25 tot 60 jaar. De zin van het leven is alles, van geboorte tot dood en je zou bij machte moeten zijn om met allen in gesprek te gaan, ook gevoelsmatige relaties met allen te hebben, zo zal volwassenheid rijker zijn, sterker. En het geeft ons ook de zin van het leven als geheel. Moge de Geest ons de wijsheid en de kracht schenken voor deze verandering: er is een verandering nodig. De overmacht van de tijd van het uurwerk moet omgebogen worden tot de schoonheid van de levensritmen. Dat is de verandering die we moeten bewerken in onze harten, in het gezin, in de samenleving. Ik herhaal: veranderen wat is dat? Dat de overmacht van de tijd van het uurwerk omgebogen zou worden tot de schoonheid van de levensritmen. De overmacht veranderen van de tijd die ons voortdurend opjaagt in ritmes eigen aan het leven. De verbondenheid van de generaties is onmisbaar. In een samenleving waarin ouderen niet spreken met de jongeren, de jongeren niet praten met de ouderen, de volwassenen niet spreken met de bejaarden en ook niet met de jongeren, is een onvruchtbare samenleving, een samenleving die niet naar de toekomst kijkt maar alleen naar zichzelf. Zij wordt eenzaam. Moge God ons helpen de aangepaste muziek te vinden voor deze harmonisatie van de verschillende leeftijden: kleintjes, bejaarden, volwassenen allen samen. Een mooie symfonie van de dialoog.