• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
   Dit is een werkvertaling

ASSEGNARE ALCUNE COMPETENZE
Toewijzen van bepaalde competenties

Het toekennen van bepaalde bevoegdheden, betreffende de codificatie van bepalingen die de eenheid van de discipline van de universele Kerk moeten waarborgen, aan de uitvoerende macht van de plaatselijke Kerken en kerkelijke instellingen, beantwoordt aan de kerkelijke dynamiek van gemeenschap en bevordert de nabijheid. Een gezonde decentralisatie kan niet anders dan deze dynamiek bevorderen, zonder de hiërarchische dimensie in gevaar te brengen.

Rekening houdend met de kerkelijke cultuur en de juridische mentaliteit die eigen zijn aan elk wetboek, heb ik het derhalve passend geacht om in de tot dusver geldende normen wijzigingen aan te brengen met betrekking tot een aantal specifieke aangelegenheden, en de respectieve bevoegdheden toe te kennen. Het is dus in de eerste plaats de bedoeling een gevoel van collegialiteit en pastorale verantwoordelijkheid te bevorderen bij de bisschoppen, hetzij diocesaan/episcopaal, hetzij verenigd in bisschoppelijke conferenties of volgens oosterse hiërarchische structuren, alsook bij de oversten, en tevens de beginselen van rationaliteit, doeltreffendheid en efficiëntie te ondersteunen.

Deze normatieve veranderingen weerspiegelen verder de gedeelde en pluriforme universaliteit van de Kerk, die verschillen omvat zonder ze te homologeren, met de garantie, wat de eenheid betreft, van het ambt van de bisschop van Rome. Tegelijkertijd bevordert het een snellere pastorale actie van de kant van de plaatselijke overheid, die ook wordt vergemakkelijkt door haar nabijheid tot de mensen en situaties die haar nodig hebben.

Dit alles in overweging nemende, beslis ik nu het volgende:

Art. 1

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
betreffende de oprichting van een interdiocesaan seminarie en zijn statuten wordt de term goedkeuring vervangen door de term bevestiging en wordt aldus geformuleerd:

§ 2 Een interdiocesaan seminarie mag niet opgericht worden tenzij vooraf de bevestiging van de Apostolische Stoel verkregen is zowel betreffende de oprichting zelf van het seminarie als betreffende zijn statuten, en wel door de bisschoppenconferentie, als het gaat om een seminarie voor geheel haar gebied, en anders door de belanghebbende Bisschoppen.

Art. 2

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
betreffende het Statuut van de priesterlijke vorming, uitgevaardigd door de Bisschoppenconferentie, wordt de term goedgekeurd vervangen door de term bevestigd, wat resulteert in de volgende formulering:

§ 1 In elke natie afzonderlijk dient een Statuut voor de priesteropleiding te zijn dat vastgesteld moet worden door de bisschoppenconferentie, rekening houdend met de door de hoogste kerkelijke overheid uitgevaardigde normen, en dat door de Heilige Stoel bevestigd moet worden en ook, eveneens met bevestiging van de Heilige Stoel, aan nieuwe omstandigheden aangepast moet worden; hierin dienen de hoofdbeginselen bepaald te worden van de in het seminarie te geven opleiding alsmede de algemene normen hieromtrent, aangepast aan de pastorale noden van elk gebied of provincie.

Art. 3

De tekst van Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
betreffende de instelling van de incardinatie voegt aan de structuren die geestelijken kunnen incardineren ook die van de openbare klerikale verenigingen toe, die deze bevoegdheid van de Apostolische Stoel hebben verkregen, en is aldus in overeenstemming met Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
. Het wordt als volgt geformuleerd:

Iedere clericus moet geïncardineerd zijn ofwel in een particuliere Kerk of personele prelatuur, ofwel in een instituut van gewijd leven of sociëteit welke over deze bevoegdheid beschikken, of zelfs in een openbare clericale vereniging die deze machtiging van de Apostolische Stoel heeft verkregen, zodat clerici zonder overste, dit wil zeggen zwervende clerici, geenszins toegelaten worden.

Art. 4

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
betreffende de orde der maagden en hun recht tot vereniging bevat een nieuwe paragraaf die als volgt luidt:

§ 3 De erkenning en de oprichting van dergelijke verenigingen op diocesaan niveau vallen onder de verantwoordelijkheid van de diocesane Bisschop op zijn grondgebied, en op nationaal niveau van de Bisschoppenconferentie op haar grondgebied.

Art. 5

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
en Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
betreffende het verlenen van een indult van exclaustratie aan een eeuwig geprofeste om een ernstige reden, breiden de grens van de periode waarna de bevoegdheid tot verlenging of concessie is voorbehouden aan de Heilige Stoel of aan de diocesane bisschop, uit tot vijf jaar:

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
De hoogste Bestuurder kan, met toestemming van zijn raad, aan een lid met geloften voor het leven om een ernstige reden een exclaustratie-indult verlenen, maar niet voor langer dan vijf jaar, en na vooraf verkregen toestemming van de Ordinaris van de plaats waar het lid verblijven moet, als het over een clericus gaat. Het verlengen van het indult of het verlenen ervan voor langer dan vijf jaar is voorbehouden aan de Heilige Stoel of, als het gaat over instituten van diocesaan recht, aan de diocesane Bisschop.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
: De bisschop van het bisdom kan deze gratie slechts verlenen voor een periode van vijf jaar.

Art. 6

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
en Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
en Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
, betreffende de tijdelijk geprofeste die om een ernstige reden verzoekt het instituut te verlaten, de bevoegdheid van het relatieve indult opdragen aan de hoogste moderator met instemming van zijn raad, ongeacht of het instituut in kwestie, volgens de Latijnse code, een instituut van pontificaal recht is, of een instituut van diocesaan recht, of een klooster
sui iuris; dan wel of het instituut in kwestie, volgens de Oosterse code, een klooster sui iuris is, of een orde, of een congregatie.

Daarom wordt Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
geschrapt en worden de andere canons als volgt geformuleerd:


Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
Wie tijdens de tijdelijke professie om een ernstige reden vraagt het instituut te verlaten, kan in een instituut van pauselijk recht het indult om uit te treden verkrijgen van de hoogste Bestuurder met toestemming van de raad; in kloosters sui iuris waarover in can. 615, moet het indult, om geldig te zijn, bevestigd worden door de Bisschop van het huis waartoe het lid behoort.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
: Degene die, tijdens zijn tijdelijke professie, om een ernstige reden wil scheiden van het klooster en wil terugkeren naar het wereldlijke leven, dient zijn verzoek in bij de overste van het klooster sui iuris, die, met instemming van zijn raad, het indult verleent, tenzij de bijzondere wet dit aan de patriarch voorbehoudt voor kloosters die binnen de grenzen van het grondgebied van de patriarchale kerk liggen.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
: Degene die tijdens de tijdelijke geloften om een ernstige reden verzoekt de orde of de congregatie te verlaten, kan van de algemene overste met toestemming van zijn raad een indult verkrijgen om zich definitief van de orde of de congregatie los te maken en tot het wereldlijke leven terug te keren met de in Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
genoemde gevolgen.

 

Art. 7
De canones Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
en Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
van het Wetboek van Canoniek Recht en de Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
, Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
en Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
van het Wetboek van Canoniek Recht worden in die zin gewijzigd dat een besluit tot ontslag uit een instituut om een ernstige reden van een tijdelijk of blijvend geprofeste van kracht wordt op het moment dat het besluit dat door de Hoogste Bestuurder met instemming van zijn raad is uitgevaardigd, aan de betrokkene wordt meegedeeld, onverminderd het recht van beroep van de religieus. Daarom zijn de teksten van de respectieve canones gewijzigd en zijn zij als volgt geformuleerd:


Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
In de rechtens zelfstandige kloosters waarover in can. 615, komt de beslissing over wegzending van een geprofeste toe aan de hoogste Bestuurder met de instemming van zijn raad.

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
Het wegzendingsdecreet heeft rechtskracht wordt van kracht op het ogenblik van de kennisgeving ervan aan de betrokkene. Het decreet moet echter, om geldig te zijn, het recht vermelden dat de weggezondene heeft, om binnen tien dagen na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de bevoegde overheid. Het beroep heeft opschortende werking.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
: Zolang de tijdelijke professie duurt, kan een lid door de overste van het klooster sui iuris worden ontslagen met instemming van zijn raad overeenkomstig Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
; maar opdat het ontslag geldig zou zijn, moet het door de patriarch worden bevestigd indien de bijzondere wet zulks bepaalt voor kloosters die binnen de grenzen van het grondgebied van de patriarchale Kerk zijn gelegen.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
: Tegen het ontslagbesluit kan een lid echter binnen vijftien dagen met schorsende werking in beroep gaan of de behandeling van de zaak door een rechtbank vragen.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
: Een lid kan gedurende zijn tijdelijke geloften door de Generale Overste, met toestemming van zijn raad, worden ontslagen.
Art. 8

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
betreffende de publicatie van catechismussen voor het eigen ambtsgebied van de bisschoppenconferentie wordt de term goedkeuring vervangen door de term bevestiging en wordt aldus geformuleerd:

§ 2 Het is de taak van de bisschoppenconferentie om, als het nuttig lijkt, ervoor zorg te dragen dat catechismussen voor hun ambtsgebied, met voorafgaande bevestiging van de Apostolische Stoel, uitgegeven worden.

Art. 9

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
en Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
betreffende het reduceren van verplichtingen van Missen wijzigen de bevoegdheid, en zijn aldus geformuleerd:

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
Het reduceren van verplichtingen van Missen, hetgeen alleen om een goede en noodzakelijke reden gebeuren mag, is voorbehouden aan de diocesane bisschop en aan de hoogste Bestuurder van een instituut van gewijd leven of van een clericale sociëteit van apostolisch leven.

§ 2 De diocesane Bisschop komt de macht toe te reduceren wegens vermindering van opbrengsten, zolang de reden voortduurt, tot het tarief van de in het bisdom wettig geldende bijdrage, Missen van legaten of hoe ook gesticht, mits er niemand is die aan de verplichting gehouden is en effectief gedwongen kan worden de bijdrage te verhogen.

§ 3 Aan dezelfde komt de bevoegdheid toe tot reduceren van verplichtingen of legaten van Missen die op een kerkelijk instituut drukken, als de opbrengsten ontoereikend geworden zijn om het aan dat instituut eigen doel op passende wijze te bereiken.

§ 4 Dezelfde bevoegdheden waarover in §§ 2 en 3, bezit de hoogste Overste van een clericaal religieus instituut van pauselijk recht.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
: Het reduceren van verplichtingen van de Goddelijke Liturgie is voorbehouden aan de bisschop van het eparchaat en aan de grote overste van de religieuze instituten of genootschappen van gemeenschappelijk leven op de wijze van klerikale religieuzen.

§ 2. De eparchiale bisschop is bevoegd om het aantal vieringen van de Goddelijke Liturgie wegens daling van de inkomsten te verminderen, zolang de oorzaak duurt, ten belope van de offeranden die in de eparchie rechtmatig van kracht zijn, mits er niemand is die verplicht is en die daadwerkelijk gedwongen kan worden om in de verhoging van de offeranden te voorzien.

§ 3. De eparchiale bisschop heeft ook de bevoegdheid om de lasten voor de viering van de Goddelijke Liturgie, die aan kerkelijke instellingen worden opgelegd, te verlagen, als de inkomsten ontoereikend zijn geworden om die doelen te bereiken die, op het moment van de aanvaarding van de lasten, bereikt konden worden.

§ 4. De algemene oversten van religieuze instituten of genootschappen voor gemeenschappelijk leven zoals de religieuzen hebben eveneens de in de §§ 2 en 3 genoemde bevoegdheden.

§ 5. De eparchiale bisschop kan de in § 2 en § 3 genoemde bevoegdheden alleen delegeren aan de coadjutor-bisschop, de hulpbisschop, de Proto-Syncelli en de Syncelli, met uitsluiting van subdelegatie.

Art. 10

In de Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
en Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
wijzigt de bevoegdheid betreffende de lasten verbonden aan vrome doeleindem en vrome stichtingen en worden als volgt geformuleerd:

Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
Reductie, beperking en wijziging van wilsbeschikkingen van de gelovigen ten behoeve van vrome doeleinden kan alleen de Ordinaris, na de belanghebbenden en zijn raad voor economische zaken te hebben gehoord en met de grootst mogelijke eerbied voor de wil van de stichter door deze slechts verricht worden om een goede en noodzakelijke reden.

§ 2 In de overige gevallen moet men zich wenden tot de Apostolische Stoel.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
: De reductie, beperking en afkoop van de testamenten van de christelijke gelovigen die hun goederen voor vrome doeleinden hebben geschonken of nagelaten, kan door de hiërarch slechts worden uitgevoerd om een rechtvaardige en noodzakelijke reden, na raadpleging van de belanghebbenden en de bevoegde raad, en met de beste eerbied voor de wil van de stichter.

§ 2. In alle andere gevallen moet men zich wenden tot de Apostolische Stoel of tot de Patriarch, die zal handelen met instemming van de permanente Synode.

{..}

Document

Naam: ASSEGNARE ALCUNE COMPETENZE
Toewijzen van bepaalde competenties
Soort: Paus Franciscus - Motu Proprio
Auteur: Paus Franciscus
Datum: 11 februari 2022
Copyrights: © 2022, Werkvertaling vanuit het Italiaans: redactie
Bewerkt: 16 februari 2022

Opties

Internetadres
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test