Paus Benedictus XVI - 23 januari 2008
We kunnen zeggen dat het gebed om eenheid de verschillende stadia van de oecumenische beweging heeft bevorderd en begeleid, vooral sinds het Tweede Vaticaans Concilie. In deze periode is de katholieke Kerk in contact gekomen met de verschillende kerken en kerkelijke gemeenschappen van het Oosten en het Westen met verschillende vormen van dialoog, waarbij ze de theologische en historische problemen met elk onder ogen ziet die door de eeuwen heen zijn gerezen en die tot elementen van verdeeldheid zijn geworden. De Heer heeft gemaakt dat deze vriendschappelijke betrekkingen de wederzijdse kennis hebben verbeterd, de gemeenschap hebben geïntensiveerd, terwijl zij tegelijkertijd de perceptie van de problemen die nog moeten worden opgelost en die verdeeldheid bevorderen, duidelijker heeft gemaakt. Vandaag, in deze Week, danken we God die het pad dat tot dusver is afgelegd heeft ondersteund en verlicht, een vruchtbaar pad dat het conciliaire decreet over de oecumene beschreef als "door de genade van de Heilige Geest gegroeid" en "tot een sterkere beweging" geworden. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 1