Paus Benedictus XVI - 1 juli 2012
Beminde broeders en zusters:
Deze zondag presenteert Marcus de Evangelist ons het relaas van twee wonderbaarlijke genezingen die Jezus verricht voor twee vrouwen: de dochter van een van de oversten van de synagoge, Jaïrus genaamd, en een vrouw die aan een bloedvloeiing leed. Vgl. Mc. 5, 21-43 Dat zijn twee episodes waarin er twee leesniveaus te vinden zijn; de puur fysieke: Jezus heeft oog voor het menselijk lijden en geneest het lichaam; en de spirituele: Jezus kwam om het hart van de mens te genezen, om redding te schenken en om geloof in Hem te zoeken. In de eerste episode, bij het nieuws dat de dochter van Jaïrus was gestorven, zegt Jezus tegen de overste van de synagoge: "Wees niet bang, maar blijf geloven" (Mc. 5, 36), Hij neemt hem mee naar waar het meisje lag en roept uit: "Meisje, Ik zeg je, sta op" (Mc. 5, 41). Onmiddellijk stond het kind op en liep rond. De heilige Hiëronymus becommentarieert deze woorden en onderstreept de reddende kracht van Jezus: "Meisje, sta op voor mij: niet door uw verdienste, maar door mijn genade. Daarom sta op voor mij: het feit dat u genezen bent, hangt niet af van uw deugden". H. Hieronymus, Super Marcum, 3 De tweede episode, die van de vrouw die aan bloedvloeiingen lijdt, onthult ook hoe Jezus kwam om de gehele mens te bevrijden. In feite vindt het wonder plaats in twee fasen: in de eerste fase vindt de lichamelijke genezing plaats die nauw verwant is aan de diepste genezing, die door de genade van God wordt gegeven aan hen die zich met geloof voor Hem openstellen. Jezus zegt tot de vrouw: "Dochter, uw geloof heeft u genezen. Ga in vrede en wees van uw kwaal verlost" (Mc. 5, 34).
Voor ons zijn deze twee genezingen een uitnodiging om een puur horizontale en materialistische levensvisie te overwinnen. Wij vragen God om vele genezingen van problemen, van concrete noden en het is goed om dat te doen. Maar wat we dringend moeten vragen is een steeds sterker geloof zodat de Heer ons leven kan vernieuwen. En vragen we om een vast vertrouwen in zijn liefde, in zijn voorzienigheid die ons niet in de steek laat.
Jezus die aandacht heeft voor menselijk lijden, doet ons ook denken aan al diegenen die de zieken helpen hun kruis te dragen, in het bijzonder artsen, werkers in de gezondheidszorg en degenen die geestelijke zorg verlenen in ziekenhuizen. Dat zijn "buffers van liefde" die rust en hoop brengen aan degenen die lijden. In de encycliek Paus Benedictus XVI - Encycliek
Deus Caritas Est
God is Liefde
(25 december 2005) legde ik uit dat in dit waardevolle dienstwerk vooral professionele competentie nodig is - wat een fundamentele eerste noodzaak is - maar dat alleen is niet genoeg. Het gaat inderdaad om mensen, die menselijkheid en hartelijke aandacht nodig hebben. "Daarom hebben deze helpers naast en gelijktijdig met hun beroepsopleiding ook een 'vorming van het hart' nodig: zij moeten naar die ontmoeting met God in Christus worden geleid, die in hen de liefde wekt en hun hart opent voor de naaste". Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 31
Laten we de Maagd Maria vragen om onze reis van geloof en onze toewijding aan concrete liefde aan in het bijzonder de behoeftigen te begeleiden, terwijl we haar moederlijke voorspraak inroepen voor onze broeders en zusters die lijden naar lichaam of geest ervaren.
{…}
Ik groet de Spaanssprekende pelgrims, in het bijzonder de jongeren van de parochie van San Agustín de Guadalix. In het Evangelie van vandaag zegt Jezus tot Jaïrus: "Wees niet bang, maar blijf geloven”, en Hij neemt de dochter bij de hand en brengt haar weer tot leven. Beste broeders en zusters, dankzij het geloof laat Jezus ons deelnemen aan zijn eigen goddelijk leven. Moge deze vakantietijd een gelegenheid zijn om het geloof te versterken door gebed en naastenliefde. Gezegende zondag.
{…}