H. Paus Johannes Paulus II - 6 augustus 1993
Iedere mens moet zich de fundamentele vragen stellen: Wat moet ik doen? Hoe is het goede van het kwade te onderscheiden? Het antwoord is, zoals de psalmist getuigt, enkel mogelijk dankzij de schittering van de waarheid, die in het binnenste van de menselijke geest oplicht: 'Velen zeggen: wie laat ons het goede zien? Heer, laat Uw aanschijn over ons stralen' (Ps. 4, 7).
God laat zijn aanschijn in zijn volle schoonheid stralen over het aanschijn van Jezus Christus, 'evenbeeld van de onzichtbare God' (Kol. 1, 15), 'weerschijn van zijn heerlijkheid' (Heb. 1, 3), 'vol van genade en waarheid' (Joh. 1, 14): Hij is 'de Weg, de Waarheid en het Leven' (Joh. 14, 6). Daarom wordt het beslissende antwoord op iedere vraag van de mens, in het bijzonder op zijn religieuze en morele vragen, door Jezus Christus gegeven, ja, is Jezus Christus zelf het antwoord, zoals het Vaticanum II in herinnering brengt: 'In feite wordt alleen in het geheim van het vleesgeworden Woord het geheim van de mens waarlijk verklaard'. Want Adam, de eerste mens, was de voorafbeelding van de toekomstige, namelijk Christus de Heer. Christus, de nieuwe Adam, verkondigt juist in de openbaring van het geheim van de Vader en van zijn liefde de mens volledig aan de mens en ontsluit hem zijn hoogste roeping' 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22
Jezus Christus, 'het Licht van de volkeren', doet het aangezicht van zijn Kerk oplichten, die Hij in de hele wereld uitzendt, om aan alle schepselen het evangelie te verkondigen Vgl. Mc. 12, 15 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 1 Zo biedt de Kerk, Volk Gods te midden van de naties, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 9 terwijl zij rekening houdt met de nieuwe uitdagingen van de geschiedenis en de inspanningen, die de mensen bij het zoeken naar de zin van het leven leveren, allen het antwoord aan, dat komt uit de waarheid van Jezus Christus en zijn evangelie. In de Kerk leeft altijd het bewustzijn, dat op haar 'steeds de plicht (rust), te kijken naar tekenen van de tijd en ze te duiden in het licht van het evangelie. Zo kan zij dan op een steeds aan een generatie aangepaste wijze op de blijvende vragen van de mensen naar de zin van het tegenwoordige en toekomstige leven en naar hun onderlinge verhouding antwoord geven'. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 4