Paus Franciscus - 10 mei 2021
Deze dienst vertoont sterke trekken van een soort roeping die de nodige onderscheiding van de bisschop vereist en die wordt benadrukt door het ritueel van de opdracht. Het gaat immers om een permanente dienst aan de plaatselijke Kerk, overeenkomstig de pastorale behoeften die door de plaatselijke Ordinaris worden vastgesteld, maar die op een laïcale wijze wordt verricht, zoals de aard van deze dienst vereist. Het is goed als mannen en vrouwen met een diep geloof en menselijke rijpheid tot deze catechetische dienst worden geroepen. Zij moeten actief deelnemen aan het leven van de christelijke gemeenschap, in staat zijn mensen te aanvaarden, edelmoedig zijn en in staat tot broederlijke verbondenheid. Zij moeten de nodige Bijbelse, theologische, pastorale en pedagogische vorming krijgen om aandachtige verkondigers van de geloofswaarheden te zijn, en zij moeten voorafgaande ervaring in de catechese hebben Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 14 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 231. §1 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 409. §1 Zij worden verondersteld trouwe medewerkers te zijn van priesters en diakens, bereid om hun dienst uit te oefenen waar nodig en bezield door ware apostolische ijver.