Paus Franciscus - 10 mei 2021
Het apostolaat van de leken heeft een onbetwistbare waarde voor de wereld. Het vraagt van hen "het koninkrijk Gods te zoeken door zich met het tijdelijke bezig te houden en hierover volgens Gods wil te beschikken." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 31 Hun dagelijks leven is verweven met familiale en sociale relaties, waaruit blijkt hoe zij "de bijzondere roeping om de Kerk tegenwoordig te stellen en werkzaam te doen zijn op die plaatsen en in die omstandigheden, waar zij alleen door hen het zout der aarde kan worden" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 33 Het is goed eraan te herinneren dat naast dit apostolaat de leken "op verschillende manieren worden geroepen tot een meer rechtstreekse samenwerking met het hiërarchische apostolaat, naar het voorbeeld van de mannen en vrouwen, die de apostel Paulus ter zijde stonden in de prediking van het Evangelie en zich veel moeite gaven voor de Heer" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 33
De bijzondere taak die de catechist uitoefent, krijgt echter zijn eigen specificiteit in de context van de andere bedieningen die in de christelijke gemeenschap aanwezig zijn. In feite is de catechist in de eerste plaats geroepen om zijn bekwaamheid tot uitdrukking te brengen in de pastorale dienst van overdracht van het geloof, dat zich in verschillende fasen ontwikkelt: van de eerste verkondiging, die het kerygma inleidt, via het onderricht, dat de kennis van het nieuwe leven in Christus vergroot en vooral voorbereidt op de Sacramenten van de christelijke initiatie, tot de voortgezette vorming, die iedere gedoopte in staat stelt altijd bereid te zijn "tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft." (1 Pt. 3, 15). De catechist is tegelijk een getuige van het geloof, een leraar en een mystagoog, alsook een metgezel en een leraar, die onderricht geeft in naam van de Kerk. Deze identiteit kan zich alleen op samenhangende en verantwoordelijke wijze ontwikkelen door gebed, studie en directe deelname aan het leven van de gemeenschap. Vgl. Pauselijke Raad tot Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie, Directorium voor de catechese (25 juni 2020), 113