
H. Paus Johannes Paulus II - 26 februari 1983
Het is noodzakelijk dat deze functie van de heilige Rota blijft bestaan en toeneemt vanwege de hoge en voorbeeldige hoedanigheid van het gedane werk van alle werkers van uwen mijn tribunaal, om aldus een steeds grotere trouw aan de leer van de kerk over het wezen en de eigenheid van het huwelijk te waarborgen, welke overigens breedvoerig met hun theologische rijkdom worden vertegenwoordigd in de nieuwe Codex van het kerkelijk recht. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1055-1163
De functie van de jurisprudentie van de Rota is namelijk - ook bij de eerbiediging van een gezonde verscheidenheid welke de universaliteit van de kerk weerspiegelt - tot een meer convergerende eenheid en een wezenlijke uniformiteit te komen bij de bescherming van de wezenlijke inhoud van het canonieke huwelijk, dat bruid en bruidegom als bedienaren van het sacrament vieren door in te stemmen met de diepte en rijkdom van het mysterie in de wederzijdse geloofsbelijdenis jegens God. Ik heb juist bij de algemene audiëntie van 19 januari jongstleden gezegd:
"Op dit terrein is de mens de bewerker van handelingen die uit zichzelf bepaalde betekenissen hebben. Hij is dus de bewerker van de handelingen en tevens veroorzaker van hun betekenis. De som van deze betekenissen vormt in zekere zin het geheel van de 'taal van het lichaam', waarmee bruid en bruidegom besluiten met elkaar te spreken als bedienaren van het sacrament van het huwelijk. Het teken dat zij stellen met de woorden van de huwelijksinstemming is geen louter onmiddellijk en voorbijgaand teken, maar een teken met uitzicht dat een duurzaam gevolg teweegbrengt, dat wil zeggen de ene en onverbrekelijke huwelijksband ('Alle dagen van mijn leven', dat wil zeggen tot de dood). In dit perspectief moeten zij dit teken met zijn veelvoudige inhoud welke geboden wordt door de huwelijks- en gezinsgemeenschap van de personen waarmaken, en ook van de inhoud welke, ontstaan uit de 'taal van het lichaam', voortdurend in de waarheid wordt herlezen. Op deze manier zal de wezenlijke waarheid van het teken organisch verbonden blijven met het ethos van het echtelijk gedrag." H. Paus Johannes Paulus II, Audiëntie, 105e catechese in de reeks: Theologie van het Lichaam, 'De taal van het lichaam’ in de waarheid herlezen (19 jan 1983), 6
Ik zou u, uitnemende kenners van de wet en wijze verklaarders van haar regels, daarom willen toewensen, dat u ook in deze juridische taak die van levensbelang voor de kerk is, bijdraagt, zodat de gelovigen in de volle erkenning van de morele orde en in respect voor de echte vrijheid 'getuigen kunnen zijn van dat liefdesmysterie dat de Heer aan de wereld heeft geopenbaard door z dood en verrijzenis.' 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 52
Terwijl ik over u de bijzondere goddelijke bijstand afsmeek, opdat u werkzaamheden kunt voortzetten in dienst van de kerk met het bewustzijn van de allerhoogste verantwoordelijkheid en totale toewijding welke de trouwe medewerkers van de paus en de Heilige Stoel, die u bent, moet onderscheiden, verleen ik u met deze wensen van harte als onderpand van voortdurende welwillendheid mijn apostolische zegen.