Mgr. Vincenzo Paglia - 2 februari 2021
Nu komt het erop aan om
"de moed te vinden om ruimtes te scheppen waar iedereen zich geroepen kan voelen en om nieuwe vormen van gastvrijheid, broederlijkheid en solidariteit mogelijk te maken". Paus Franciscus, Urbi et Orbi, "Urbi et Orbi" - Bijzonder moment van gebed ten tijde van de epidemie (2020) - Narthex van de Sint Pieter, "Waarom ben je bang? Heb je nog geen vertrouwen?" - (27 mrt 2020), 9
Dit zei paus Franciscus in zijn gebed van 27 maart 2020 op een leeg Sint-Pietersplein, nadat hij ons eraan herinnerde dat
"we belust op winst, ons hebben laten opslorpen door de dingen en ons op een dwaalspoor laten zetten door ons ongeduld. Wij hebben niet geluisterd naar uw oproepen. We zijn niet wakker geschud door oorlogen en het wereldwijde onrecht. We hebben niet geluisterd naar de kreet van de armen en van onze ernstig zieke planeet. We gingen onverschrokken voort …" Paus Franciscus, Urbi et Orbi, "Urbi et Orbi" - Bijzonder moment van gebed ten tijde van de epidemie (2020) - Narthex van de Sint Pieter, "Waarom ben je bang? Heb je nog geen vertrouwen?" - (27 mrt 2020), 5
De Pauselijke Academie voor het Leven – in overleg met het Dicasterie voor de Bevordering van de Integrale Menselijke Ontwikkeling - voelde zich verplicht bij te dragen tot een reflectie over de lessen die uit de tragedie van de pandemie getrokken kunnen worden en over de gevolgen ervan voor vandaag en voor de nabije toekomst van onze samenleving. In dit verband heeft de academie eerder al twee documenten gepubliceerd: Pauselijke Academie voor het Leven
Pandemie en universele broederschap
Nota over de Covid-19 noodtoestand (30 maart 2020) en Paus Franciscus - Brief
Humana Communitas
Aan de president van de Pauselijke Academie voor het Leven b.g.v. de 25e verjaardag van de oprichting ervan
(6 januari 2019). . Humana Communitas is de titel van de brief die paus Franciscus naar de Pauselijke Academie voor het Leven op 6 januari 2019 verstuurd heeft, ter gelegenheid haar XXVste verjaardag.
De pandemie bracht twee zaken aan het licht: enerzijds de onderlinge afhankelijkheid en anderzijds de grote ongelijkheden. We zijn allemaal overgeleverd aan dezelfde storm, maar het wordt almaar duidelijker dat we op verschillende boten zitten en dat de minst zeewaardige boten elke dag zinken. Het is van essentieel belang om het ontwikkelingsmodel van de hele planeet te herzien. Iedereen - de politiek, de economie, de maatschappij, de religieuze organisaties – wordt uitgedaagd om een nieuwe maatschappelijke structuur te vinden waarin het algemeen welzijn van de volkeren centraal staat. Er is niets meer privé dat ook niet het openbare aspect van de hele gemeenschap impliceert. Liefde voor het algemeen welzijn is niet louter een christelijke droom. De concrete verwezenlijking ervan is op dit ogenblik een kwestie van leven of dood voor een samenleving die streeft naar de persoonlijke waardigheid van elk lid van de gemeenschap. Voor gelovigen is solidaire broederlijkheid echter een evangelische passie, die zonder twijfel verwijst naar een diepere oorsprong en een verhevener bestemming.
In deze moeilijke context schreef paus Franciscus de encycliek Paus Franciscus - Encycliek
Fratelli tutti
Alle mensen - Over broederschap en sociale vriendschap
(4 oktober 2020). Op providentiële wijze schetste hij een kader om deze nabijheid tot de leefwereld van ouderen, die tot nu toe vaak buiten de publieke aandacht stond, te verduidelijken. Helaas worden de ouderen het zwaarst door de pandemie getroffen. Het aantal coronagerelateerde sterfgevallen bij de 65-plussers is indrukwekkend. Paus Franciscus merkte op:
"We hebben gezien wat er gebeurd is met oudere mensen op bepaalde plaatsen van de wereld als gevolg van de coronapandemie. Zij hoefden niet op die manier te sterven. Maar in feite was iets gelijkaardigs al eerder voorgevallen tijdens hittegolven en in andere situaties: oudere mensen werden op een wreedaardige manier aan hun lot overgelaten. We realiseren ons niet dat wij, door onze ouderen te isoleren en over te laten aan de zorg van anderen zonder de nabijheid en zorgzaamheid van familieleden, de familie zelf verminken en verarmen. Het zal ermee eindigen dat wij jonge mensen zullen beroven van de noodzakelijke band met hun wortels en van een wijsheid die ze nooit op eigen houtje kunnen verwerven. Paus Franciscus, Encycliek, Alle mensen - Over broederschap en sociale vriendschap, Fratelli tutti (4 okt 2020), 19
Het Dicasterie voor Leken, Familie en Leven
In de eenzaamheid doodt het coronavirus nog meer, (7 april 2020) dat het Dicasterie voor de Leken, het Gezin en het Leven op 7 april 2020 publiceerde, een paar weken na het begin van de lockdown in sommige Europese landen, staat stil bij de benarde situatie van ouderen en verwijst naar eenzaamheid en isolement als een van de belangrijkste redenen waarom het virus deze generatie zo hard treft. In deze tekst staat dat
"ouderen die in zorginstellingen verblijven onze bijzondere aandacht verdienen. Elke dag horen wij vreselijke berichten over de omstandigheden waarin zij leven en duizenden mensen zijn daar al gestorven. De concentratie van zoveel kwetsbare personen op dezelfde plaats en de moeilijkheid om beschermend materiaal te vinden, hebben situaties doen ontstaan die erg moeilijk beheersbaar zijn, niettegenstaande de edelmoedigheid en, in sommige gevallen, zelfs de opoffering van het personeel in de gezondheidszorg." Dicasterie voor Leken, Familie en Leven, In de eenzaamheid doodt het coronavirus nog meer, (7 apr 2020)
Tijdens de eerste golf van de pandemie heeft een aanzienlijk aantal coronagerelateerde sterfgevallen zich voorgedaan in instellingen voor senioren, plaatsen die het meest kwetsbare deel van de samenleving hadden moeten beschermen, maar waar daarentegen het sterftecijfer onevenredig veel hoger lag dan in de familiale thuisomgeving. Het hoofd van het Europese bureau van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) verklaarde dat in het voorjaar van 2020 bijna de helft van de Europese coronasterfgevallen plaatsvonden in woon- en zorgcentra, wat hij typeerde als een onvoorstelbare tragedie. 23 april 2020, Associated Press. Uit een vergelijkende analyse van de gegevens blijkt dat het gezin daarentegen, onder dezelfde omstandigheden, de ouderen veel beter beschermde.
Het plaatsen in instellingen van ouderen, vooral van de meest kwetsbaren en alleenstaanden, zien als de enig mogelijke oplossing om voor hen te zorgen, getuigt in vele maatschappelijke contexten van een gebrek aan aandacht en fijngevoeligheid voor de zwaksten. Het is veeleer aangewezen om middelen en financiën aan te wenden om de best mogelijke zorg, voor hen die ze het meeste nodig hebben, te garanderen in een meer vertrouwde omgeving. Het isoleren van ouderen is een duidelijk symptoom van wat paus Franciscus de "wegwerpcultuur" Paus Franciscus, Audiëntie, Stop de verspilling (5 juni 2013), 3-4 noemt. De risico’s van het ouder worden, zoals eenzaamheid, desoriëntatie, geheugenverlies, identiteitsverlies en cognitieve achteruitgang, komen in deze context vaker voor, terwijl de roeping van deze instellingen juist erin zou moeten bestaan om ouderen op hun levensweg, die vaak met lijden gepaard gaat, familiaal, sociaal en spiritueel te begeleiden met een heel groot respect voor hun waardigheid.
Paus Franciscus heeft hierop al gewezen in de jaren dat hij aartsbisschop van Buenos Aires was:
"Het verwijderen van ouderen uit het familiale leven en de samenleving is de uitdrukking van een pervers proces waarin geen sprake meer is van dankbaarheid en edelmoedigheid, van die rijkdom aan gevoelens die maken dat het leven niet alleen maar geven en nemen is, dat wil zeggen, niet alleen maar een markt … Het verbannen van ouderen is een vloek die onze samenleving vaak over zichzelf afroept". 0 J.M. Bergoglio, Seul l’amour nous sauvera, LEV, Vaticaanstad 2013, p. 83.
Het is dus meer dan ooit aangewezen om onmiddellijk te beginnen met een zorgvuldige, heldere en eerlijke reflectie over de vraag hoe de hedendaagse samenleving dicht bij de oudere bevolking, vooral de zwaksten onder hen, kan blijven. Wat tijdens de coronapandemie is gebeurd, voorkomt dat het probleem van de ouderenzorg wordt opgelost door enerzijds meteen naar zondebokken te zoeken en individuele schuldigen aan te wijzen of door anderzijds alleen maar de loftrompet te steken over de uitstekende resultaten van degenen die de besmetting in de woon- en zorgcentra voorkomen hebben. Wat we nodig hebben, is een nieuwe visie, een nieuwe benadering die de samenleving als geheel helpt om voor ouderen te zorgen.
De noodzaak van een nieuwe en ernstige reflectie, waarbij de samenleving op alle niveaus betrokken wordt, wordt ook vereist als gevolg van de grote demografische veranderingen die wij allemaal meemaken.
Statistisch en sociologisch gezien hebben mannen en vrouwen tegenwoordig in het algemeen een hogere levensverwachting. Dit fenomeen wordt meebepaald door de drastische daling van de kindersterfte. In veel landen over heel de wereld heeft dit geleid tot het naast elkaar leven van vier generaties. Dit ongelofelijke feit, dat ons veel kan verduidelijken over het belang van het leren waarderen van de intergenerationele relaties, is ongetwijfeld het resultaat van de medische en wetenschappelijke vooruitgang, van een meer geavanceerde en bredere gezondheidszorg en van een grotere maatschappelijke solidariteit. De planeet krijgt een ander gezicht, maar de samenleving in al haar geledingen moet zich daarvan nog meer bewust worden.
Die grote demografische verandering vormt een culturele, antropologische en economische uitdaging. Gegevens laten zien dat de oudere bevolking in de steden sneller toeneemt dan op het platteland en dat de concentratie van ouderen in de steden groter is. Dit verschijnsel brengt onder meer een tweede belangrijke factor aan het licht, namelijk dat de sterfterisico’s in stedelijke gebieden doorgaans lager liggen dan op het platteland. In tegenstelling tot wat een stereotiep beeld doet vermoeden, zijn steden wereldwijd plaatsen waar mensen gemiddeld langer leven. Daar wonen dus veel ouderen en daarom is het van essentieel belang om de steden ook voor hen leefbaar te maken. Volgens gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie zullen er in 2050 twee miljard 60-plussers zijn. Een op de vijf mensen zal dus een senior zijn11. Het is daarom noodzakelijk dat onze steden inclusieve en gastvrije plaatsen worden voor ouderen en, in het algemeen, voor kwetsbaren in al hun diversiteit.
Zoals paus Franciscus opmerkte,
"komt het ouder worden tegenwoordig overeen met de verschillende seizoenen van het leven: voor velen is het de leeftijd waarop de productieve inzet ophoudt, de krachten afnemen en tekenen van ziekte, hulpbehoevendheid en sociaal isolement verschijnen, maar voor anderen is het ook het begin van een lange periode van psychofysiek welzijn zonder arbeidsverplichtingen. Hoe moeten we in beide gevallen deze jaren beleven? Welke betekenis kan men geven aan die levensfase die voor velen lang kan duren?" Paus Franciscus, Toespraak, Sala Regia, Ouderdom is een voorrecht en vitaal voor een gemeenschap (31 jan 2020), 2
In onze samenleving overheerst vaak het idee dat ouderdom een tijd is waarin het leven ongelukkig is omdat het gedomineerd wordt door ziekte en slechts begrepen wordt als een leeftijd die verzorging nodig heeft en dus duur is. Terentius Aphro sprak 2000 jaar geleden over senectus ipsa est morbus, d.w.z. het ouder worden op zich is een ziekte. Maar in de Bijbel wordt een lang leven als een zegen gezien.
"Het confronteert ons met onze broosheid, met onze wederzijdse afhankelijkheid, met onze familiale- en gemeenschapsbanden en bovenal met ons kind van God zijn. Het ouder worden is", zoals paus Franciscus opmerkte, "geen ziekte, het is een voorrecht! Eenzaamheid kan een ziekte zijn, maar met naastenliefde, nabijheid en geestelijke troost kunnen we die genezen." Paus Franciscus, Toespraak, Sala Regia, Ouderdom is een voorrecht en vitaal voor een gemeenschap (31 jan 2020), 6
Hoe dan ook, het bereiken van een hoge leeftijd is een geschenk van God en een enorme rijkdom, een verworvenheid die met zorg behoed moet worden, ook in het geval van invaliderende ziekten en wanneer geïntegreerde en hoogwaardige zorg noodzakelijk wordt. En het valt niet te ontkennen dat de pandemie bij ons allemaal het besef heeft versterkt dat de rijkdom van de jaren een schat is die gewaardeerd en beschermd moet worden. COMECE-FAFCE, The elderly and the future of Europe. Intergenerational solidarity and cares in times of demographic change, 3 december 2020.
Op cultureel vlak en vanuit een burgerlijk en christelijk perspectief is meer dan ooit een grondige herziening van de modellen voor ouderenzorg aangewezen.
Ouderen leren eren is van cruciaal belang voor de toekomst van onze samenlevingen en, uiteindelijk, voor onze toekomst.
"Er staat een heel mooi gebod in de Tien Geboden - mooi omdat het overeenstemt met de waarheid – dat in staat is om een diepgaande reflectie op de zin van ons leven op gang te brengen: ‘eer uw vader en uw moeder’. Eer betekent in het Hebreeuws ‘gewicht’, waarde; eren betekent de waarde erkennen van een aanwezigheid, meer bepaald die van hen die ons het leven en het geloof hebben gegeven. De verwezenlijking van een volwaardig leven en van rechtvaardiger samenlevingen voor de volgende generaties is afhankelijk van de erkenning van de aanwezigheid en de rijkdom die grootouders en ouderen voor ons betekenen, in elke context en geografische plaats op de wereld. De consequentie van deze erkenning is respect dat daadwerkelijk tot uiting komt in het verwelkomen, bevorderen en ondersteunen van hun kwaliteiten" Dicasterie voor Leken, Familie en Leven, Conclusies van het eerste Internationale Congres over de Pastorale Zorg voor Ouderen: De rijkdom van de jaren (30 jan 2020)
en hun behoeften.
Wat dit laatste betreft, hebben we alleszins de plicht om de beste voorwaarden te scheppen, zodat ouderen deze bijzondere levensfase zoveel mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen doorbrengen, omringd door hun familie en vrienden. Wie zou niet thuis willen blijven wonen, omringd door zijn dierbaren, zelfs wanneer men brozer wordt? De familie, het eigen huis, de eigen omgeving is de voor de hand liggende keuze voor elke ouder wordende vrouw en man.
Natuurlijk kunnen we niet altijd op dezelfde manier blijven wonen als toen we nog jonger en autonomer waren: soms moeten we naar oplossingen zoeken om de zorgverlening thuis mogelijk te maken. Er zijn omstandigheden waarin het eigen huis niet meer aan die eisen voldoet. In deze gevallen mogen we ons niet laten meeslepen door een wegwerpcultuur, die kan leiden tot gemakzucht of een gebrek aan verbeeldingskracht bij het zoeken naar doeltreffende oplossingen voor het verlies van zelfredzaamheid op hogere leeftijd. De mens met zijn behoeften en rechten centraal stellen, is een teken van vooruitgang, beschaving en authentiek christelijk bewustzijn.
De persoon van de ouder wordende mens moet dus centraal staan in deze nieuwe benadering van ondersteuning en zorg voor de meest kwetsbare ouderen. Iedere senior verschilt van de andere, het unieke van elk levensverhaal kan niet over het hoofd gezien worden. Het is altijd nodig om te beginnen met de persoon die voor u staat, met zijn of haar levensverhaal, leefomgeving, huidige en vroegere relaties. Om nieuwe perspectieven voor huisvesting en zorg te vinden, moeten we vertrekken van een zorgvuldige benadering van de persoon en van zijn of haar persoonlijke geschiedenis en behoeften. De toepassing van dit beginsel impliceert een gestructureerd optreden op verschillende niveaus om een continuüm van zorg tot stand te brengen tussen de eigen woning en geschikte externe diensten, zonder traumatische onderbrekingen die niet passen bij de kwetsbaarheid van het ouder worden.
Vanuit dit perspectief is het van groot belang om de huisvesting aan te passen aan de behoeften van senioren door concrete oplossingen te zoeken voor architecturale hindernissen, gebrekkige sanitaire voorzieningen, verwarmingsproblemen of te kleine ruimtes. Wanneer iemand ziek of verzwakt is, wordt alles een onoverkomelijk obstakel. Bovendien moeten meer actieve beleidsmaatregelen worden genomen ter ondersteuning van geïntegreerde thuiszorg, met inbegrip van de mogelijkheid van geschoolde medische thuiszorg, en de ruimere spreiding van regionale diensten. Het gaat kort gezegd om het nemen van verantwoordelijkheid voor de ouderen op de plaats waar zij wonen. Dit alles vereist een sociale, burgerlijke, culturele en morele mentaliteitswijziging. Want het is de enige manier om adequaat antwoord te geven op de vraag om ouderen, vooral de zwakste en de meest kwetsbare onder hen, nabij te blijven.
Het aantal zorgkundigen en verzorgenden, beroepen die in de westerse samenlevingen al jaren bestaan, moet uitgebreid worden. Ook andere beroepen moeten in een regelgevend kader opgenomen worden, zodat zij hun talenten kunnen ontplooien en gezinnen kunnen ondersteunen. Dit alles kan senioren in staat stellen deze levensfase in hun vertrouwde omgeving te beleven.
De toepassing van nieuwe technologieën en de vooruitgang op het gebied van telegeneeskunde (het onderzoeken en behandelen van patiënten via telefoon of internet) en artificiële intelligentie kunnen heel nuttig zijn: als zij op de juiste manier gebruikt en gespreid worden, kan een geïntegreerd systeem van ondersteuning en zorg rond de verblijfplaats van de ouderen gecreëerd worden, waardoor ze in hun eigen huis of dat van hun familieleden kunnen blijven wonen. Een accuraat en creatief samenwerkingsverband tussen gezinnen, de welzijns- en gezondheidszorg, vrijwilligers en andere betrokkenen kunnen voorkomen dat ouderen hun woning moeten verlaten. Het volstaat dus niet om alleen voorzieningen met een beperkt aantal bedden te openen, een tuin aan te leggen of een vrijetijdsanimator ter beschikking te stellen. Doeltreffende hervormingen moeten in de eerste plaats gericht zijn op het afstemmen op de persoon zelf van de interventies op welzijns- en gezondheidsvlak. Dit zou een concreet antwoord kunnen zijn op het verzoek van de Europese Unie om nieuwe modellen van ouderenzorg te bevorderen. 2012 was een jaar dat door de internationale instellingen aan het ouder worden werd gewijd: de Europese Unie noemde het Europese Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties, en de Wereldgezondheidsorganisatie heeft de Wereldgezondheidsdag 2012 gewijd aan het thema ouder worden en gezondheid: Een goede gezondheid verlengt het leven. In dit perspectief moeten zelfstandig wonen, begeleid wonen, cohousing en al die initiatieven die geïnspireerd zijn door het waardenconcept van wederzijdse ondersteuning, met creativiteit en intelligentie bevorderd worden om de persoon in staat te stellen een autonoom leven te blijven leiden.
Deze structuren maken het mogelijk om in privéaccommodaties te wonen en toch van de voordelen van het gemeenschapsleven te genieten, dankzij een gebouw dat uitgerust is met een gemeenschappelijk dagelijks beheer en bepaalde beschikbare diensten zoals thuisverpleging. Geïnspireerd door de traditionele buurt maken deze structuren het mogelijk om veel van de moeilijkheden van de hedendaagse steden te bestrijden: eenzaamheid, economische problemen, het gebrek aan relaties of de eenvoudige behoefte aan hulp. Dit zijn fundamentele redenen voor hun succes en hun ruime verspreiding over heel de wereld. Er worden verschillende termen gebruikt om deze structuren en soorten residenties te beschrijven: intergenerationele residenties die bestaan uit leefeenheden waarin verschillende vooraf bepaalde leeftijdsgroepen samenleven; residenties die alleen ouderen met bijzondere kenmerken opvangen of alleen voor vrouwen bestemd zijn; residenties die jonge gezinnen met kinderen en alleenstaanden samenbrengen; residenties die bepaalde externe diensten zoals gezondheidszorg integreren; en vele andere. Voor een overzicht zie C. Durret, Senior Cohousing, A Community approach to Indipendent Living – The Handbook, 2019, Gabriola Island BC, Canada. In sommige gevallen is ook de behoefte ontstaan om gastvrijheid aan te bieden aan ouderen die voordien in een instelling opgenomen waren en die een nieuw leven willen beginnen buiten de muren die hen, misschien al jaren, welkom hebben geheten.
Al die initiatieven vergen een grondige mentaliteitsverandering en een andere benadering van ouderen als kwetsbare personen, die niettemin in staat zijn om te geven en te delen: we hebben een alliantie tussen generaties nodig die in een tijd van zwakte een kracht kan worden.
In het licht van deze overwegingen moeten woon- en zorgcentra (wzc’s) worden omgevormd tot een continuüm van welzijns- en gezondheidszorg, d.w.z. dat zij een deel van hun diensten rechtstreeks bij de ouderen thuis moeten aanbieden: thuisverpleging, individuele verzorging, die al naargelang de persoonlijke behoeften laag of hoog intensief kan zijn, waarbij geïntegreerde welzijns- en gezondheidszorg en thuiszorgdiensten de spil blijven van een nieuwe en moderne benadering. Ter gelegenheid van de Werelddag tegen Ouderenmishandeling benadrukte paus Franciscus:
"De coronapandemie heeft aangetoond dat onze samenlevingen onvoldoende georganiseerd zijn om ouderen met het nodige respect voor hun waardigheid en broosheid op te vangen. Waar geen zorg is voor ouderen, is er geen toekomst voor jongeren". Paus Franciscus, Tweet van 15 juni 2020.
De gegevens die de Wereldgezondheidsorganisatie elk jaar ter gelegenheid van deze internationale dag tegen de mishandeling van ouderen publiceert, vormen helaas een trieste echo van de woorden van de paus over wantoestanden die in geïnstitutionaliseerde contexten vaker voorkomen.
Dit alles maakt het des te noodzakelijker om gezinnen te ondersteunen die, vooral als er weinig kinderen en kleinkinderen zijn, niet in staat zijn om alleen en thuis de soms vermoeiende verantwoordelijkheid en zorg te dragen voor een dierbare met een veeleisende ziekte, wat heel veel energie vergt en financieel zwaar kan zijn. Er moet opnieuw een breder netwerk van solidariteit worden bedacht, dat niet noodzakelijkerwijs en uitsluitend op bloedverwantschap gebaseerd is, maar tot stand komt op basis van samenhorigheid, vriendschap, gemeenschappelijke intuïtie en wederzijdse edelmoedigheid om in de behoeften van anderen te voorzien. De inkrimping van sociale relaties treft in feite vooral de ouderen. Naarmate zij ouder worden en lichamelijke en cognitieve zwakheden de kop opsteken, missen zij vaak referentiepersonen, mensen op wie ze kunnen terugvallen voor alle problemen in hun even. Uit enkele grootschalige en historische onderzoeken, bv. in de Verenigde Staten, blijkt dat tussen 1985 en 2004 het aantal vriendschaps- en ondersteuningsnetwerken drastisch gedaald is: in 1985 konden mensen nog rekenen op ongeveer drie vertrouwenspersonen, in 2004 was dit aantal gedaald tot één. Het verlies treft vrienden meer dan familieleden. Dit verschijnsel vormt een belangrijke drijfveer achter de explosieve toename van de vraag naar gezondheidszorg, waarop vandaag geen adequate maatschappelijke antwoorden gevonden worden. Die vraag is niet misplaatst, want het uiteenvallen van iemands sociale netwerk kan op zich al de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand doen verslechteren.
Daarom is het belangrijk om deze trend te keren door goed uitgebouwde initiatieven die zowel vanuit maatschappelijk als kerkelijk perspectief, de aandacht en zorg voor ouder wordende mensen bevorderen, zodat zij niet in de steek gelaten worden.
In veel landen waren woon- en zorgcentra de afgelopen decennia het antwoord op de groeiende vraag van een veranderde wereld, hoewel er ook veel ouderen thuis blijven wonen en vragen om in deze fundamentele keuze gesteund en begeleid te worden. In veel steden was er jaren geleden een plaats, een specifieke structuur, door iedereen goed gekend, waar vele mensen naartoe gingen om er de laatste jaren van hun leven door te brengen, uit vrije wil of omdat zij door de omstandigheden daartoe gedwongen werden. In de loop der jaren zijn de instellingen voor ouderen zowel in aantal en type als in wooncapaciteit verveelvoudigd. De katholieke Kerk heeft via bisdommen en verschillende religieuze instellingen haar bijdrage geleverd aan het beheer van vele instellingen die ouderen huisvesten en verzorgen, en ze blijft dat doen. De aanwezigheid van religieuzen in deze instellingen was een onbetwistbare meerwaarde voor deze oude en sterk gewaardeerde instellingen, die sinds jaar en dag een concrete oplossing bieden voor een zo complex maatschappelijk probleem als de vergrijzing. Er zijn heel mooie voorbeelden die daadwerkelijk laten zien hoe het mogelijk is de zorg voor de meest kwetsbare ouderen te vermenselijken: voorbeelden van christelijke caritas, vrome werken en instellingen met een lange staat van dienst, die moeite noch energie sparen, zelfs te midden van moeilijke en bijna onbeheersbare economische omstandigheden.
Families nemen vaak noodgedwongen hun toevlucht tot een opname in deze openbare instellingen, in de hoop hun dierbaren een kwaliteitsvolle verzorging te kunnen bieden. Er was een tijd dat grote gezinnen in staat waren de zorg voor hun oudere familieleden in hun eigen huis te organiseren. Maar de gewijzigde structuur van de gezinskernen – die krapper worden omdat hun gemiddeld aantal leden afneemt, maar ook langer omdat ze met drie of meer generaties samenleven – en de complexe werkverplichtingen die volwassenen van huis weghouden, maken de zorg voor ouderen tot een heel nieuwe uitdaging. In sommige arme sociale milieus kan de institutionele oplossing een concreet antwoord vormen op het gebrek aan een eigen huis. En terwijl sommige ouderen uit eigen beweging besluiten naar een woon- en zorgcentrum te verhuizen, op zoek naar gezelschap als zij alleen komen te staan, doen anderen dat omdat de dominante cultuur hen het gevoel geeft dat zij een last en een belemmering voor hun kinderen en hun familieleden zijn.
In de meeste van die structuren zijn waardigheid en respect voor ouderen altijd de hoekstenen van de zorgverlening geweest, waardoor gevallen van mishandeling en schending van de mensenrechten wanneer ze aan het licht kwamen, nog meer choqueerden. Zowel de openbare als de particuliere welzijns- en gezondheidszorg heeft aanzienlijke financiële middelen geïnvesteerd in de zorg voor de ‘derde’ en ‘vierde’ leeftijd door de woon- en zorgcentra daarin te integreren. In de loop der jaren heeft de wetgeving echter de omvang van deze grote woonstructuren beperkt en ze vervangen door kleinere en meer functionele modules die beter afgestemd zijn op de behoeften van hen die er wonen. Het is waar dat een woon- en zorgcentrum meer op een ziekenhuis lijkt dan op een woonomgeving, met dat grote verschil dat iemand een ziekenhuis binnengaat met de hoop het meteen opnieuw te verlaten als hij of zij genezen bent. Dit is een factor die nu een wereldwijd onbehagen veroorzaakt in het collectieve bewustzijn, zowel medisch als cultureel. Daarom is het belangrijk een menselijk weefsel te behouden en ook een ondersteunende en gastvrije leefomgeving waar iedereen voor hen kan zorgen, hen kan ten dienste staan en tijd met hen kan doorbrengen. Zoals paus Franciscus ons eraan herinnert:
"Ouderen zijn geen buitenaardse wezens. Wij zijn de ouderen: over een kortere of langere tijd; het is hoe dan ook onvermijdelijk, zelfs als wij er niet bij stilstaan. En als wij niet leren de ouderen goed te behandelen, zullen wij op dezelfde manier behandeld worden." Paus Franciscus, Audiëntie, Sint Pietersplein, Het gezin - 6. Grootouders (I) (4 mrt 2015), 8
Binnen dit perspectief worden ook bisdommen, parochies en kerkelijke gemeenschappen uitgenodigd om meer aandacht aan de leefwereld van ouderen te besteden. In de laatste decennia hebben de pausen herhaaldelijk opgeroepen tot verantwoordelijkheidszin en pastorale zorg voor ouderen.
De aanwezigheid van ouderen is een grote rijkdom. Denk maar aan de beslissende rol die zij gespeeld hebben in het behoud en de overdracht van het geloof aan jongeren in landen die te kampen hadden met atheïstische en autoritaire regimes, zonder te vergeten wat zoveel grootouders blijven doen om het geloof aan hun kleinkinderen door te geven.
"In de geseculariseerde samenlevingen van veel landen - merkte paus Franciscus op – missen de huidige generaties ouders grotendeels die christelijke vorming en dat levende geloof dat grootouders aan hun kinderen kunnen doorgeven. Zij zijn de onmisbare schakel in de geloofsopvoeding van kinderen en jongeren. Wij moeten het gewoon worden om hen in ons pastorale werkveld op te nemen en om hen, en dat niet alleen sporadisch, als een van de vitale componenten van onze gemeenschappen te beschouwen. Zij zijn niet alleen mensen die wij moeten bijstaan en beschermen om hun leven veilig te stellen, maar zij kunnen ook actieve betrokkenen zijn bij de pastorale uitdaging van de evangelisatie, bevoorrechte getuigen van Gods trouwe liefde." Paus Franciscus, Toespraak, Sala Regia, Ouderdom is een voorrecht en vitaal voor een gemeenschap (31 jan 2020), 7
Zeker, van hun kant moeten de ouderen ernaar streven hun oude dag met wijsheid te beleven.
"Die laatste levensjaren zijn ook een geschenk en een zending: een ware roeping van de Heer" . Paus Franciscus, Audiëntie, Het gezin - 7. Grootouders (II) (11 mrt 2015), 2
Daarom
"moet de ouderenpastoraal, zoals elke pastoraal, geïntegreerd worden in het nieuwe missionaire tijdperk dat paus Franciscus met ‘Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Evangelii Gaudium
Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie
(24 november 2013)’ ingeluid heeft. Dit betekent: de aanwezigheid van Christus [ook] aan ouderen verkondigen. Evangelisatie moet gericht zijn op de geestelijke groei in elke levensfase, want de oproep tot heiligheid geldt voor iedereen, ook voor grootouders. Niet alle ouderen hebben Christus al ontmoet, en zelfs als dat wel het geval is, is het van wezenlijk belang hen in deze levensfase te helpen de betekenis van hun eigen doopsel te herontdekken [...]: de verwondering over het mysterie van Gods liefde en de eeuwigheid te herontdekken; [...] hun relatie met de God van de barmhartige liefde te ontdekken; de ouderen die deel uitmaken van onze gemeenschappen te vragen actief mee te werken aan de nieuwe evangelisatie door zelf het Evangelie door te geven. Zij zijn geroepen om missionarissen te zijn" Dicasterie voor Leken, Familie en Leven, Conclusies van het eerste Internationale Congres over de Pastorale Zorg voor Ouderen: De rijkdom van de jaren (30 jan 2020),
zoals dit ook het geval is in elke andere levensfase.
In die zin
"kan de Kerk een plaats worden waar generaties geroepen zijn om Gods liefdesplan te delen, door een wederzijdse uitwisseling van de gaven van de Heilige Geest. Deze intergenerationele uitwisseling verplicht ons om op een andere manier naar ouderen te kijken, om te leren samen met hen naar de toekomst te kijken [...]. De Heer kan en wil ook met hen nieuwe bladzijden schrijven, bladzijden van heiligheid, dienstbaarheid en gebed. Paus Franciscus, Toespraak, Sala Regia, Ouderdom is een voorrecht en vitaal voor een gemeenschap (31 jan 2020), 5
Als de twee generaties, die van de jongeren en die van de ouderen, elkaar kunnen ontmoeten, kunnen zij in het lichaam van de samenleving dat nieuwe sap van het humanisme inbrengen dat de samenleving meer solidair kan maken. Paus Franciscus heeft herhaaldelijk bij jongeren erop aangedrongen om dicht bij hun grootouders te blijven. Op 26 juli 2020, midden de pandemie, zei hij aan het adres van de jongeren:
"Ik zou jullie willen uitnodigen om een blijk van tederheid te sturen naar ouderen, vooral de meest eenzamen, thuis en in residenties, zij die hun dierbaren al zoveel maanden niet meer gezien hebben. Beste jongeren, elk van deze ouderen is jullie grootouder! Laat hen niet alleen! Gebruik jullie liefdevolle creativiteit, telefoneer, maak videogesprekken, stuur berichten, luister naar hen [...]. Stuur hen een knuffel." Paus Franciscus, Angelus/Regina Caeli, 17e Zondag door het Jaar (Jaar A) - Sint Pietersplein, De vreugde een zin in zijn leven te ontdekken (26 juli 2020), 5
En in 2012 zei toenmalig paus Benedictus XVI:
"Er kan geen sprake zijn van echte menselijke groei en opvoeding zonder een vruchtbaar contact met ouderen, want hun bestaan zelf is als een open boek waarin de jongere generaties waardevolle aanwijzingen voor hun eigen levensweg kunnen vinden." Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij het bezoek aan ‘Casa famiglia’ "Viva gli anziani" (Leve de ouderen) van de Sant’Egidio-gemeenschap (12 nov 2012), 5
Het ouder worden maakt ons bewust van de uiteindelijke bestemming van het menselijke bestaan. In 1999 schreef paus Joannes Paulus II aan de ouderen:
"Het is dringend nodig het leven in zijn geheel in het juiste perspectief te plaatsen. En dit juiste perspectief is de eeuwigheid, waarvan het leven in elke levensfase een zinvolle voorbereiding is. In dit proces van geleidelijke groei op weg naar de eeuwigheid is ook voor het ouder worden een passende rol weggelegd. Als het leven een pelgrimstocht naar het mysterie van God is, dan is het ouder worden de fase waarop men op de meest natuurlijke wijze naar de drempel van dit mysterie kijkt." H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Brief aan de Oudere Mensen (1 okt 1999), 10
De ouder wordende mens nadert niet het einde, maar het mysterie van de eeuwigheid; om dit te begrijpen moet hij of zij dichter bij God komen en in relatie met Hem leven. Zorg dragen voor de spiritualiteit van ouderen, voor hun behoefte aan intimiteit met Christus en voor hun verlangen om het geloof te delen, is in de Kerk een plicht van naastenliefde.
In dit kader moeten we het kostbare getuigenis dat ouderen met hun broosheid kunnen uitdragen, opvatten als een magisterium, dat wil zeggen als een echte leer over het leven. Dit wordt goed geïllustreerd door de ontmoeting van Petrus met de verrezen Jezus aan de oevers van het meer van Tiberias. Hij richt zich tot de apostel met de woorden: "Als jongeman deed je zelf je gordel om en je ging de weg die je zelf wilde; als je oud bent zul je de armen uitstrekken en je gordel laten omdoen en je zult een weg gaan die je zelf niet wilt." ((Joh. 21, 19). Die woorden zijn een samenvatting van het hele magisterium over de mens die op oudere leeftijd verzwakt en die zijn of haar handen uitstrekt om geholpen te worden. Ouderen herinneren ons aan de radicale zwakheid van alle mensen, zelfs wanneer ze gezond zijn; zij herinneren ons aan onze behoefte om bemind en gesteund te worden. Op oudere leeftijd, wanneer we alle zelfredzaamheid verliezen, smeken we om hulp. Als ik zwak ben, dan ben ik sterk (2 Kor. 12, 10), schrijft de apostel Paulus. In zwakheid is het God zelf die het eerst zijn hand naar de mens uitstrekt.
Het ouder worden moet ook binnen deze geestelijke context begrepen worden: het is de ideale leeftijd voor de overgave aan God. Naarmate het lichaam verzwakt, de psychische vitaliteit, het geheugen en de geest achteruitgaan, wordt de menselijke afhankelijkheid van God almaar duidelijker. Natuurlijk zijn er mensen die het ouder worden als een veroordeling ervaren, maar er zijn er ook die het als een kans kunnen ervaren om de relatie met God te herstellen. Ontdaan van alle bijkomstigheden wordt de fundamentele deugd van het geloof niet alleen beleefd als een vasthouden aan geopenbaarde waarheden, maar ook als de zekerheid dat Gods liefde de mens nooit in de steek laat.
De zwakheid van ouderen is ook een uitdaging die jongeren oproept om de afhankelijkheid van anderen te aanvaarden als een manier om met het leven om te gaan. Alleen in een jongerencultuur kan de term oud denigrerend klinken. Een samenleving die de zwakheid van ouderen weet te aanvaarden, is in staat iedereen hoop op de toekomst te bieden. De meest kwetsbaren het recht op leven ontnemen, betekent integendeel de hoop op de toekomst, vooral van de jongeren, afnemen. Daarom betekent het aan de kant schuiven van ouderen – ook in uitdrukkingen - een ernstig probleem voor iedereen. Het impliceert een duidelijke boodschap van uitsluiting, die aan de basis ligt van zoveel afwijzing: van de verwekte persoon tot de persoon met een beperking, van de emigrant tot de dakloze. Het leven is niet welkom als het te zwak is en zorg nodig heeft, het wordt niet bemind in zijn anders zijn, niet aanvaard in zijn broosheid. Helaas is dit geen mogelijkheid die ver van ons afstaat. Het is iets dat vaak gebeurt, waarbij het in de steek laten, zoals paus Franciscus het herhaalt, een vorm van verborgen euthanasie Paus Franciscus, Toespraak, Toespraak bij internationale ontmoeting met senioren - Sint Pietersplein, Bejaardenhuizen zouden 'longen' van menselijkheid moeten zijn (28 sept 2014), 4 wordt en een boodschap voorhoudt die de hele samenleving in gevaar brengt. Dit is een gevaarlijke houding, die duidelijk laat zien dat het tegendeel van zwakheid geen kracht is, maar hybris, zoals de Grieken het noemden: grenzeloze arrogantie. Erg wijdverspreid in onze samenleving, verwekt het reuzen met lemen voeten. Verwaandheid, trots, arrogantie, minachting voor de zwakken zijn kenmerkend voor hen die zich sterk wanen. Een houding die in de Schrift veroordeeld wordt: "De zwakheid van God is sterker dan de mensen" (1 Kor. 1, 25). En wat voor de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om het sterke te beschamen (1 Kor. 1, 27). Het christendom verwerpt noch verbergt de zwakheid van de mens, vanaf de conceptie tot aan de drempel van de dood, maar schenkt de zwakheid eer, betekenis en zelfs kracht. Natuurlijk kan men niet zomaar beweren dat men automatisch beter wordt naarmate men veroudert. Gebreken en onvolkomenheden die al op volwassen leeftijd aanwezig zijn, kunnen duidelijker op de voorgrond treden, en de confrontatie met het eigen verouderingsproces en zijn zwakheden, kan een tijd van innerlijk onbehagen, van het zich afsluiten van anderen of van het afwijzen van de eigen kwetsbaarheid inhouden.
Vooral christenen moeten zich met de intelligentie die uit de liefde voortkomt, vragen stellen om nieuwe perspectieven en wegen te vinden om adequaat te reageren op de uitdaging, niet alleen van het ouder worden, maar meer nog, van de zwakheid op oudere leeftijd. Het valt niet te ontkennen dat naarmate iemand veroudert, ziek wordt en zijn autonomie verliest, er problemen ontstaan en dan wordt de vraag om ondersteuning terecht gesteld.
Een Evangelieverhaal in het bijzonder belicht de waarde en de verrassende mogelijkheden van het ouder worden. Het is de episode van de opdracht van Jezus in de tempel, een gebeurtenis die in de oosterse traditie het feest van de ontmoeting genoemd wordt. Bij die gelegenheid ontmoeten twee ouderen, Simeon en Anna, het kind Jezus: twee broze ouderen openbaren Hem aan de wereld als een licht voor de volkeren en spreken over Hem tot hen die wachtten op de vervulling van de goddelijke beloften. Vgl. Lc. 2, 32-38 Simeon neemt Jezus in zijn armen: het kind en de oude man houden elkaar vast alsof zij het begin en het einde van het aardse bestaan symboliseren: in feite zoals sommige liturgische hymnen verkondigen, droeg de oude man het kind, maar het kind leidde de oude man. Uit de ontmoeting tussen twee kwetsbare mensen, een kind en een oude man, ontspringt dus hoop om ons eraan te herinneren - in onze tijd die de cultuur van prestatie en kracht verheerlijkt - dat de Heer ervan houdt grootheid te openbaren in kleinheid en kracht in tederheid. Zoals de paus herhaaldelijk benadrukt heeft, markeert deze episode ook de ontmoeting tussen jongeren, vertegenwoordigd door Maria en Jozef, die het kind naar de tempel brengen, en ouderen, Simeon en Anna, die hen verwelkomen en onderrichten. In deze ontmoeting zijn de rollen echter omgedraaid: de Bijbeltekst laat door middel van steeds terugkerende herhalingen zien hoe de jongeren ernaar streven trouw te blijven aan de traditie, zich houden aan wat de wet van de Heer voorschreef Vgl. Lc. 2, 22-24.27 , terwijl de ouderen de vernieuwing van de Geest openbaren Vgl. Lc. 2, 25-27 , en profeteren over de toekomst.
Dit gebeurt in de vruchtbare bedding van een open en gastvrije ontmoeting tussen jong en oud, die de vervulling van een oude belofte mogelijk maakt:
"Deze episode vervult de profetie van Joël: ‘Uw ouderen zullen dromen krijgen, uw jonge mannen zullen visioenen zien’ (Joel 3, 1). In die ontmoeting zien jongeren hun missie en maken ouderen hun dromen waar." Paus Franciscus, Homilie, Sint Pietersbasiliek, Op de 22e Werelddag van het Godgewijde Leven (2 feb 2018)
De toekomst – zo lijkt deze profetie ons te vertellen – opent verrassende mogelijkheden áls wij ze samen cultiveren. Alleen dankzij ouderen kunnen jongeren hun wortels herontdekken, en alleen dankzij jongeren kunnen ouderen opnieuw dromen. Paus Franciscus heeft herhaaldelijk gewezen op deze noodzaak, zowel voor de Kerk als voor de samenleving, en hij stelde voor om grootouders aan te moedigen om vrijmoedig te dromen: niet alleen om de hoop in hen te doen herleven, maar ook om de jongere generaties het levenssap te geven dat ontspringt uit de dromen van ouderen, een onvervangbare geheugensteun, om de toekomst verstandig te sturen. Ouderen hun profetische rol ontnemen en hen om louter productieve redenen terzijde schuiven, leidt daarom tot een niet te berekenen verarming, een onvergeeflijk verlies van wijsheid en menselijkheid. Door ouderen aan de kant te schuiven, snijden wij de wortels af die de samenleving verder doet groeien en riskeren we dat ze door de kortstondige behoeften van het heden platgewalst wordt.
De benadering die wij hier voorstellen is geen abstracte utopie of een naïeve bewering. Zij kan integendeel een nieuw en verstandiger gezondheidsbeleid en originele voorstellen voor een welzijnsbeleid, dat meer op het ouder worden is afgestemd, vormgeven en voeden. Zowel doeltreffender als ook menselijker. Dit vereist een ethiek van het algemeen welzijn en het principe van respect voor de waardigheid van elk individu, zonder onderscheid, zelfs niet dat van de leeftijd. De hele maatschappij, de Kerk en de verschillende religieuze tradities, de culturele wereld, het onderwijs, het vrijwilligerswerk, de amusementswereld, de economie en de sociale communicatie moeten de verantwoordelijkheid voelen om – in het kader van deze copernicaanse revolutie - nieuwe en doeltreffende maatregelen voor te stellen en te ondersteunen, zodat ouderen kunnen begeleid en verzorgd worden in hun familiale omgeving, in hun eigen huis of in ieder geval in hun vertrouwde omgeving, die meer weg heeft van een thuis dan van een ziekenhuis. Het gaat hier om de verwezenlijking van een culturele revolutie. De Pauselijke Academie voor het Leven zal altijd erop blijven wijzen dat dit de meest authentieke manier is om te getuigen van de diepe waarheid van de mens: beeld en gelijkenis van God die bedelaar en meester van de liefde is.
+ Mgr. Vincenzo Paglia
Voorzitter
E.H. Renzo Pegoraro
Kanselier
Vaticaanstad, 2 februari 2021