Paus Franciscus - 11 november 2020
In deze Veertigdagentijd betekent het ontvangen en beleven van de waarheid die zich in Christus geopenbaard heeft, vóór alles het openen van onze harten voor Gods Woord, dat aan ons door de Kerk van generatie op generatie wordt doorgegeven. Deze waarheid is geen constructie van het verstand, voorbehouden aan kleine groep intellectuele uitverkorenen, maar het is een boodschap die wij ontvangen en kunnen begrijpen dankzij de wijsheid van een hart dat openstaat voor de grootheid van God, die ons liefheeft, nog voordat wij ons daar zelf bewust van worden. Deze waarheid is Christus zelf, die door ons mens-zijn ten volle aan te nemen een - veeleisende, maar voor allen openstaande - weg is geworden die leidt naar de volheid van leven.
Het vasten, beleefd als een vorm van onthouding, brengt hen die dit beleven in eenvoud van hart, er toe opnieuw de gave van God te ontdekken en te erkennen dat wij, geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, in Hem onze vervulling vinden. Door de ervaring van armoede te omarmen, wordt wie vast arm met de armen en vermeerdert de rijkdom van ontvangen en gedeelde liefde. Op deze wijze helpt het vasten om God en de naaste lief te hebben, in zoverre de liefde, zoals de heilige Thomas van Aquino leert, een beweging is die de aandacht richt op de ander en daarbij deze als één met zichzelf, beschouwt”. Vgl. Paus Franciscus, Encycliek, Alle mensen - Over broederschap en sociale vriendschap, Fratelli tutti (4 okt 2020), 93
De Veertigdagentijd is een tijd om te geloven, om God in ons leven te verwelkomen en Hem toe te staan bij ons “verblijf te nemen”. Vgl. Joh. 14, 23 Vasten wil ons bestaan bevrijden van alles wat ons belemmert , zoals consumentisme en een overvloed aan informatie – zowel waar als vals, om de deuren van onze harten te openen voor Hem die tot ons komt, arm in alles, maar “vol genade en waarheid” (Joh. 1, 14): de Zoon van God onze Redder.