H. Paus Paulus VI - 14 mei 1971
Deze politieke macht, die de natuurlijke en noodzakelijke band is waardoor de maatschappij samenhangt, moet gericht staan op de verwerkelijking van het algemeen wel. zijn. Met respect voor de rechtmatige vrijheden van het individu, van het gezin en van de ondergeschikte groeperingen, tracht zij op zo doeltreffend mogelijke wijze voor allen zodanige levensomstandigheden te scheppen, dat het waarachtig en volledig welzijn van de mens, met inbegrip van zijn geestelijke bestemming, kan worden verwerkelijkt. Zij werkt binnen de grenzen van haar bevoegdheid, die naar land en volk aanzienlijk kan verschillen. Wanneer zij tussenbeide komt, gebeurt dat steeds in een geest van rechtvaardigheid en van toewijding aan het algemeen welzijn waarvoor zij de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt. Daarbij ontneemt ze aan de individuele personen en aan de ondergeschikte groeperingen niet hun eigen mogelijkheid tot handelen en de verantwoordelijkheid die hen ertoe stuwt tot de verwerkelijking van het algemeen welzijn bij te dragen. Want het doel van elke tussenkomst op sociaal gebied is het de leden van de maatschappij hulp te verlenen en niet ze te vernietigen of te verzwelgen. Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931) Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961) Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 74-76 Het vormt de roeping van de politieke macht zich van de particuliere belangen te weten los te maken, teneinde haar verantwoordelijkheid voor het algemeen welzijn op zich te nemen, en dat zelfs over de landsgrenzen heen. Wanneer men de politiek op haar verschillende niveaus - lokaal, regionaal, nationaal en ook mondiaal - serieus neemt, bekrachtigt men de plicht van de mens, van élke mens, om de concrete werkelijkheid te leren kennen, alsmede de waarde van de keuzevrijheid die hem wordt aangeboden om mee te werken aan de realisering van het welzijn van stad, natie en mensheid. De politiek vormt een veeleisende - zij het niet de enige - manier om de ernstige plicht van de christen tot dienstbetoon aan anderen te vervullen. Zonder de problemen in hun totaliteit op te lossen, tracht zij niettemin de relaties tussen de mensen tot een goed einde te brengen. Haar terrein is ruim en veelomvattend, maar het sluit andere niet uit. Een houding die in overdreven mate overal politiek zou willen binnen brengen, zou een ernstig gevaar betekenen. De christenen die politiek werkzaam willen zijn, zullen daarom, met erkenning van de autonomie van de politiek, proberen hun keuzen met het Evangelie te doen samenhangen en zij zullen, met respect voor een rechtmatig pluralisme, door een belangeloze en doeltreffende dienst van de mensen persoonlijk en collectief getuigenis afleggen van de waarde en ernst van hun christelijk geloof.