
Paus Pius VI - 28 augustus 1794
Evenzo in dat wat ze er bovendien aan toevoegt, nl. 'dat het nog bedroevender is, dat men die schimmige applicatie heeft willen overbrengen op de overledenen': - is (de stelling) onwaar, onbezonnen, beledigend voor vrome mensen, onbillijk tegenover de pausen, de praktijk en het gevoelen van de universele Kerk, leidend tot echte dwaling met het kenmerk van ketterij, die op Petrus van Osma steunt Vgl. Paus Sixtus IV, Bul, Veroordeling van stellingen van Petrus van Osma, Licet ea quae de nostro mandato (9 aug 1479), 16. DH1416, wederom veroordeeld in art. 22 van Luther. Vgl. Paus Leo X, Bul, Over de dwalingen van Martin Luther, Exsurge Domine (15 juni 1520), 22