
Paus Pius VI - 28 augustus 1794
De leer van de synode van het tweevoudige verlangen, van de heersende begeerte (cupititas) en van de heersende liefde (caritatis), welke uitdrukt
dat de mens zonder genade staat (esse) onder de macht der zonde en dat hij vergiftige en verderve in deze toestand door de algemene invloed van de heersende begeerte, al zijn eigen handelingen Synode van Pistoia, Decreet over de genade 8,Inzoverre zij uitdrukt dat in de mensen, zolang hij onder de knechtschap van de zonde staat oftewel in staat van zonde is, verstoken is van iedere genade, door welke hij bevrijd zou worden van de knechtschap der zonde en als Gods kind wordt aangenomen,
dat de begeerte zo zou heersen, dat door haar algemene invloed , al zijn handelingen in zich worden vergiftigd en verdorven,
of dat alle werken die voor de rechtvaardigmaking zijn gedaan, op wat voor wijze dan ook gedaan, zonden zouden zijn.
zo alsof de zondaar in al zijn handelingen de heersende begeerte zou dienen
Is vals, verderfelijk en voert tot de door het Tridentinum Vgl. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 7 veroordeelde ketterij, die wederom bij Bajus, art. 40, veroordeeld werd. Vgl. H. Paus Pius V, Bul, Veroordeling van de dwalingen van Michael Bajus, Ex omnibus afflictionibus (1 okt 1567), 40