Luis F. Kard. Ladaria S.J. - 21 december 2020
De kwestie van het gebruik van vaccins in het algemeen staat de laatste tijd vaak centraal in de aanhoudende debatten in de publieke opinie. De afgelopen maanden heeft de congregatie verschillende verzoeken om advies ontvangen over het gebruik van bepaalde vaccins tegen het coronavirus dat Covid-19 veroorzaakt. Het gaat om vaccins die zijn ontwikkeld door in de loop van het onderzoeks- en productieproces gebruik te maken van cellijnen die afgeleid zijn van weefsel dat verkregen werd uit twee abortussen die in de vorige eeuw werden uitgevoerd. Tegelijkertijd hebben uiteenlopende en soms tegenstrijdige uitspraken in de media van bisschoppen, katholieke verenigingen en experts vragen doen rijzen over de moraliteit van het gebruik van deze vaccins.
De Pauselijke Academie voor het Leven heeft over deze kwestie eerder al een belangrijke uitspraak gedaan met als titel: Pauselijke Academie voor het Leven
Morele reflectie op vaccins geproduceerd op cellijnen van geaborteerde menselijke foetussen
(9 juni 2005). Vervolgens heeft de Congregatie zich over deze aangelegenheid uitgesproken met de instructie: Congregatie voor de Geloofsleer
Dignitas Personae
Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken
(8 september 2008). En in 2017 kwam de Pauselijke Academie voor het Leven met een Pauselijke Academie voor het Leven
Notitie over de kwestie van een vaccin in Italiƫ en het gebruik van stamcellijnen van geaborteerde embryos
(31 juli 2017) terug. Deze documenten bieden al een aantal algemene richtinggevende criteria.
Aangezien de eerste vaccins tegen Covid-19 al beschikbaar zijn voor distributie en toediening in verschillende landen, wil de congregatie enkele aanwijzingen geven om de kwestie te verduidelijken. Het is niet onze bedoeling de veiligheid en werkzaamheid van deze vaccins te beoordelen, ook al is dat ethisch relevant en noodzakelijk, omdat deze evaluatie de verantwoordelijkheid is van biomedische onderzoekers en geneesmiddelenagentschappen. Onze enige bedoeling hier is het overwegen van de morele aspecten van het gebruik van vaccins tegen Covid-19 die zijn ontwikkeld uit cellijnen, afgeleid van weefsels die verkregen zijn uit twee foetussen die niet spontaan zijn geaborteerd.