• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Daar de seksuele ethiek evenwel bepaalde fundamentele waarden van het menselijke en Christelijke leven raakt, wordt deze algemene leer ook op deze toegepast. Op dit gebied bestaan er beginselen en normen die de Kerk als deel van haar leer altijd zonder enige aarzeling heeft overgeleverd, hoezeer ook de opvattingen en zeden van de wereld er tegenovergesteld aan waren. Deze beginselen en normen zijn beslist niet ontstaan uit een bepaalde cultuur, maar uit de kennis van de goddelijke wet en de menselijke natuur; vandaar dat ze niet als ontkracht kunnen worden beschouwd of in twijfel getrokken vanwege hetgeen de verworvenheden van een nieuwe cultuur vragen.

Het zijn deze beginselen namelijk waardoor de besluiten en normen van het Tweede Vaticaans Concilie zich hebben laten leiden om zo'n sociaal leven in te richten en te ordenen, dat met de gelijke waardigheid van man en vrouw rekening wordt gehouden, terwijl de verschillen van beiden behouden blijven. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965), 1.8 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 29.60.67 . Wanneer over de geslachtelijke aard van de mens en het menselijk procreatievermogen wordt gesproken, merkt het Concilie op, dat deze op een eminente wijze overstijgen, wat in de lagere levenssoorten is te vinden. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 51 . Vervolgens behandelt het afzonderlijk de beginselen en criteria die de menselijke seksualiteit in het huwelijk betreffen en die in de eigen doelgerichtheid van zijn functie zijn gegrond.

In dit verband verklaart het Concilie, dat de eerbaarheid van de daden van het huwelijksleven, geordend volgens de waarachtige waardigheid van de mens, niet alleen afhangt van de goedwillende intentie en de subjectieve motivering, maar moet worden bepaald vanuit objectieve criteria die hun grondslag vinden in de eigen aard van de persoon en diens daden, criteria derhalve die de integrale zin van de wederzijdse zelfgave en van de menswaardige gezinsstichting in een context van waarachtige liefde waarborgen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 51

Deze laatste woorden vatten de leer van het Concilie kort samen - eerder in dezelfde constitutie breedvoeriger uiteengezet 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 49.50 - over de doelgerichtheid van de geslachtelijke handeling en het voornaamste criterium van haar zedelijkheid: de eerbaarheid van deze handeling wordt immers gewaarborgd, als deze doelgerichtheid wordt bewaard.

Dit zelfde beginsel, dat de Kerk aan de goddelijke openbaring en haar authentieke interpretatie van de natuurwet ontleent, vormt ook haar overgeleverde leer, dat het gebruik van het geslachtelijk vermogen zijn ware betekenis en zedelijke deugdelijkheid niet verkrijgt tenzij binnen een wettig huwelijk.Deze Verklaring gaat niet verder in detail in op de normen van het seksuele leven in het kader van het huwelijk; deze normen zijn reeds helder uiteengezet in de Encyclieken "Casti Connubii" en "Humanae Vitae"

Document

Naam: PERSONA HUMANA
Over enkele vraagstukken van de seksuele ethiek
Soort: Congregatie voor de Geloofsleer
Auteur: Franjo Kardinaal Seper
Datum: 29 december 1975
Copyrights: © Archief van de Kerken, 31e jrg (1976) nr. 4, p. 142 - 154
Bewerkt: 4 juni 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test