Paus Franciscus - 17 december 2018
De Paus hield de toespraak in vrije rede. Wij publiceren hieronder de toespraak die de Heilige Vader voor de gelegenheid had voorbereid en die aan de aanwezigen is uitgereikt.
Zeer geachte Dames en Heren,
Ik groet u hartelijk en betuig graag mijn persoonlijke waardering voor het werk dat de Internationale Commissie tegen de Doodstraf doet ten gunste van de universele afschaffing van deze wrede vorm van bestraffing.
Ik dank u tevens voor de betrokkenheid die u allen aan deze zaak hebt toegewijd in uw respectieve landen.
Ik stuurde uw voormalige voorzitter op Paus Franciscus - Brief
Het is geen gerechtigheid iemand de doodstraf te geven
Aan Frederico Mayor, president van de Internationale Commissie tegen de Doodstraf
(20 maart 2015) en ik sprak de betrokkenheid van de Kerk bij de zaak van de afschaffing uit in Paus Franciscus - Toespraak
Tot de gemeenschappelijke vergadering van Huis en Senaat van het Amerikaanse Parlement
Capitol Hill, Washington (DC)
(24 september 2015).
In Paus Franciscus - Brief
Tot de deelnemers aan het 19e Internationale Congres van de Internationale Associatie voor Strafrecht (AIDP) en het 3e Congres van de Latijns-Amerikaanse Associatie voor Strafrecht en Criminologie
(30 mei 2014) heb ik diverse ideeën over dit thema gedeeld. In Paus Franciscus - Toespraak
Over strafrecht, het bestraffen van ernstige misdaden en de menselijke waardigheid
Tijdens een ontmoeting met een delegatie van de Internationale Vereniging voor het Strafrecht (AIDP)
(23 oktober 2014), heb ik deze ideeën nader uitgewerkt. De zekerheid dat ieder leven heilig is en dat de menselijke waardigheid zonder uitzondering beschermd moet worden, heeft me vanaf het allereerste begin van mijn ambt ertoe aangezet om op verschillende niveaus te werken aan de universele afschaffing van de doodstraf.
Dit alles weerspiegelt zich in de recentelijk herziene tekst van Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997), die de voortgang van de leer van de laatste Pausen weergeeft, alsmede een ontwikkeling in het geweten van de Christenen, die een straf verwerpt die uitermate schadelijk is voor de menselijke waardigheid Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Tot de deelnemers aan de ontmoeting georganiseerd door de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie, Doodstraf en "ontwikkeling van de geloofsleer" (11 okt 2017); een straf die strijdig is met het Evangelie, omdat hij inhoudt dat een leven wordt onderdrukt dat altijd heilig is in de ogen van de Schepper en waarvan God alleen de ware rechter en borgsteller is. Vgl. Paus Franciscus, Brief, Aan Frederico Mayor, president van de Internationale Commissie tegen de Doodstraf, Het is geen gerechtigheid iemand de doodstraf te geven (20 mrt 2015)
In voorbije eeuwen, toen we nog niet beschikten over de instrumenten die we vandaag hebben om de maatschappij te beschermen, en toen het huidige niveau van ontwikkeling in mensenrechten nog niet was bereikt, werd een beroep op de doodstraf bij sommige gelegenheden gepresenteerd als een logische en rechtvaardige consequentie . Zelfs in de Pauselijke Staten werd een beroep gedaan op deze onmenselijke vorm van bestraffing, waarbij het primaat van genade boven rechtvaardigheid werd genegeerd.
Het is om deze reden dat de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) impliceert dat we ook onze verantwoordelijkheid moeten nemen voor het verleden en dat we erkennen dat het aanvaarden van dit type straf een gevolg was van de mentaliteit van een tijdperk dat meer legalistisch dan christelijk was, en waarvoor de waarde van wetten waarin menselijkheid en genade ontbraken, heilig was. De Kerk kon niet een neutrale positie blijven innemen ten aanzien van de huidige eisen met betrekking tot herbevestiging van persoonlijke waardigheid.
De Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) houdt geen enkele tegenspraak in met de leer uit het verleden, omdat de Kerk de waardigheid van het menselijk leven altijd verdedigd heeft. De evenwichtige ontwikkeling van de leer vereist echter noodzakelijkerwijs dat de Catechismus het feit weerspiegelt dat, ondanks de ernst van de begane misdaad, de Kerk onderwijst, in het licht van het Evangelie, dat de doodstraf altijd ontoelaatbaar is omdat zij een aanfluiting is van de onschendbaarheid en de waardigheid van de persoon.
Evenzo is het standpunt van het Leergezag dat levenslange gevangenisstraffen die de mogelijkheid wegnemen van de morele en existentiële verlossing van de veroordeelde en ten gunste van de maatschappij, een verkapte vorm van doodstraf zijn. Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Tijdens een ontmoeting met een delegatie van de Internationale Vereniging voor het Strafrecht (AIDP), Over strafrecht, het bestraffen van ernstige misdaden en de menselijke waardigheid (23 okt 2014) God is een Vader die altijd wacht op de terugkeer van zijn zoon die, zich ervan bewust dat hij een fout heeft gemaakt, vergeving vraagt en een nieuw leven begint. Het leven kan derhalve niemand ontnomen worden, noch de hoop op verlossing en verzoening met de maatschappij.
Het is noodzakelijk dat, zoals ook in het hart van de Kerk gebeurd is, een soortgelijke toezegging eendrachtig wordt aangegaan door de naties. Het soevereine recht van elk land zijn eigen juridische stelsel te bepalen kan niet worden uitgeoefend in strijd met de plichten die daarop betrekking hebben uit hoofde van internationaal recht, noch kan het een beletsel zijn voor de universele erkenning van menselijke waardigheid.
De resoluties van de Verenigde Naties over een moratorium op het toepassen van het doodvonnis, die tot doel hebben de toepassing van de doodstraf in lidstaten op te schorten, vormen een noodzakelijke route, zonder dat dit betekent dat het initiatief tot algehele afschaffing van de doodstraf wordt stopgezet.
Bij deze gelegenheid zou ik graag alle staten, die de doodstraf niet hebben afgeschaft, maar die niet toepassen, willen uitnodigen om zich te blijven conformeren aan deze internationale verbintenis, zodat het moratorium niet alleen van toepassing is op het voltrekken van het doodvonnis maar ook op het opleggen van de doodstraf. Het moratorium moet niet door de veroordeelde ervaren worden als slechts een verlengd uitstel van zijn executie.
Ik vraag de staten die de doodstraf blijven toepassen om een moratorium aan te nemen met de bedoeling deze wrede vorm van bestraffing af te schaffen. Ik begrijp dat om afschaffing te bereiken, hetgeen de doelstelling van deze zaak is, het in bepaalde contexten noodzakelijk kan zijn zich te onderwerpen aan een complex politiek proces. De opschorting van executies en de vermindering van vergrijpen die met een doodvonnis bestraft kunnen worden, alsmede het verbod van dit type bestraffing voor jongeren, zwangere vrouwen of personen met een mentale of intellectuele handicap, vormen het minimum aan doelstellingen waaraan de leiders van de hele wereld zich moeten committeren.
Zoals ik ook al bij andere gelegenheden heb gedaan zou ik graag wederom aandacht vragen voor buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, die helaas een terugkerend verschijnsel vormen in landen met en zonder de wettelijke doodstraf. Dit zijn doelbewuste moorden begaan door overheidsambtenaren die worden gepresenteerd als het gevolg van botsingen met vermeende criminelen of die worden gebracht als de onbedoelde gevolgen van het rationeel, noodzakelijk en proportioneel gebruik van geweld om burgers te beschermen.
Liefde voor zichzelf blijft een grondprincipe van de moraliteit. Het is daarom legitiem om respect te eisen voor je eigen recht op leven, zelfs wanneer dat vereist dat je een dodelijke klap toebrengt aan je agressor. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2264 Legitieme verdediging is niet een recht maar een plicht voor iemand die verantwoordelijk is voor het leven van anderen. Bescherming van het algemeen welzijn brengt mee dat men de onrechtmatige aanvaller de mogelijkheid moet ontnemen om schade toe te brengen. Om deze reden moeten de gezagsdragers alle agressie afweren, zelfs met wapengeweld, voor zover noodzakelijk om hun eigen leven en dat van de mensen die aan hun verantwoordelijkheid zijn toevertrouwd te beschermen. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2265 Daardoor kan elk gebruik van dodelijk geweld dat niet strikt noodzakelijk is voor dit doel, beschouwd worden als een onwettige executie, een misdaad door de staat.
Elke defensieve actie moet noodzakelijk en afgemeten zijn wil zij rechtmatig zijn. Zoals H. Thomas van Aquino ons leerde: “Daar het nu voor eenieder natuurlijk is zijn bestaan zoveel als mogelijk in stand te houden, daarom is deze handeling niet ongeoorloofd, omdat daarin het behoud van eigen leven bedoeld wordt. Toch kan een handeling die uit een goede bedoeling voortkomt, ongeoorloofd worden, wanneer zij niet in evenredigheid is met het doel. Wanneer bijgevolg iemand ter verdediging van zijn eigen leven meer geweld gebruikt dan nodig is, dan is dat ongeoorloofd. Indien men echter op matige wijze geweld afweert, dan zal dat een wettige verdediging zijn, want volgens het recht mag men ‘geweld met geweld keren, mits men de grenzen van een niet-verwijtbare verdediging niet te buiten gaat’.” H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II, q. 64, a. 7
Tot slot zou ik met u een overdenking willen delen die samenhangt met uw werkterrein, met uw gevecht voor een waarlijk humane gerechtigheid. Beschouwingen op het terrein van recht en rechtsfilosofie richten zich traditioneel op hen die de belangen van anderen schenden of in de weg staan. Onvoldoende aandacht heeft ertoe geleid dat we anderen niet helpen wanneer we daartoe wel in staat zijn. Deze overdenking kan niet langer wachten.
De traditionele principes van rechtvaardigheid, gekenmerkt door de gedachte van respect voor individuele rechten en de bescherming daarvan tegen elke verstoring door anderen, moeten geïntegreerd zijn met een ethiek van zorg. Op het gebied van het strafrecht vergt dit een beter begrip van de oorzaken van gedrag, van de sociale context, van de toestand van kwetsbaarheid van hen die de wet overtreden en van het lijden van slachtoffers. Deze vorm van redenering, geïnspireerd door goddelijke genade, moet ons ertoe brengen elk concreet geval in zijn specificiteit te beschouwen, en ons niet te laten beïnvloeden door abstracte getallen van slachtoffers en misdadigers. Op die manier is het mogelijk de ethische en morele vraagstukken die voortvloeien uit conflict en sociale onrechtvaardigheid te adresseren, de pijn van de echt betrokken personen te voelen en een ander soort oplossing te bereiken die dergelijk lijden niet vergroot.
We zouden het met dit beeld tot uitdrukking kunnen brengen: we hebben rechtvaardigheid nodig die behalve een vader ook een moeder is. Gebaren van wederzijdse zorg, typerend voor de liefde in zowel het burgerlijke als het politieke leven, worden zichtbaar in iedere handeling die een betere wereld tracht op te bouwen. Vgl. Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 231 Liefde voor de maatschappij en betrokkenheid bij het algemeen welzijn zijn een uitstekende vorm van naastenliefde, die niet alleen ziet op verhoudingen tussen individuen, maar ook "macro-betrekkingen – in sociale, economische en politieke verbanden". Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 2
Sociale liefde is de sleutel tot authentieke ontwikkeling: “Om de wereld meer menselijk te maken, waardiger voor de persoon, moet liefde in het sociale leven – politiek, economisch en cultureel – opnieuw worden geherwaardeerd en moet zij worden verheven tot de permanente en hoogste norm van elk handelen”. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 582 In deze context zet sociale liefde ons aan grote strategieën te bedenken die een cultuur van zorg aanmoedigen in de diverse domeinen van het gemeenschappelijk leven. Het werk wat u doet is onderdeel van deze inspanning waartoe we geroepen zijn.
Beste vrienden, ik dank u nogmaals voor deze ontmoeting, en ik verzeker u dat ik zal blijven werken samen met u voor de afschaffing van de doodstraf. De Kerk is hieraan gecommitteerd en ik zie de Heilige Stoel graag samenwerken met de Internationale Commissie tegen de Doodstraf om de consensus op te bouwen die nodig is voor de uitbanning van de doodstraf en iedere vorm van wrede bestraffing. Het is een zaak waartoe alle mannen en vrouwen van goede wil geroepen zijn, en een plicht voor hen die delen in de Christelijke roeping van het Doopsel. Hoe het ook zij, wij allen hebben de hulp van God nodig, de bron van alle rede en rechtvaardigheid.
Daarom roep ik over ieder van u het licht en de kracht van de Heilige Geest door bemiddeling van Moeder Maria. Ik zegen u met heel mijn hart en ik vraag u, weest u zo goed om voor mij te bidden.