H. Paus Paulus VI - 15 september 1965
De apostolische bezorgdheid, waarmee wij de tekenen des tijds aandachtig doorzóeken en waarmee wij ons inspannen om de middelen en methoden van het heilig apostolaat aan de groeiende noden van onze dagen en aan de gewijzigde maatschappelijke tijdsomstandigheden aan te passen, zet ons ertoe aan om onze verbondenheid met de bisschoppen "die de Heilige Geest heeft aangesteld ... om Gods Kerk te hoeden" (Hand. 20, 28) door steeds nauwere banden te versterken. Hiertoe worden wij bewogen, niet alleen door gevoelens van eerbied, hoogachting en dankbaarheid, die wij al onze eerbiedwaardige broeders in het episcopaat terecht toedragen, maar ook door de zeer zware last van het algemeen herderschap, die ons is opgelegd en die ons verplicht om het volk van God tot het eeuwig geluk te leiden. Want in onze tijd, die weliswaar verward is en vol gevaren, maar die ook zozeer openstaat voor de heilzame invloed van de hemelse genade, ondervinden wij dagelijks, hoe nuttig voor ons apostolisch ambt die band met de bisschoppen is, die wij dan ook voornemens zijn met alle kracht te bevorderen en te ondersteunen, "opdat niet - zoals wij elders verzekerd hebben - ons de troost van hun tegenwoordigheid, de hulp van hun inzicht en ervaring, de bescherming van hun raad en de stem van hun gezag zullen ontbreken" H. Paus Paulus VI, Toespraak, Sluiting van de Derde Zittingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie, Post Duos Menses (21 nov 1964), 14.
Daarom lag het voor de hand, dat vooral tijdens de viering van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie in ons de vaste overtuiging is gegroeid dat het belangrijk en noodzakelijk is steeds meer en meer gebruik te maken van de medewerking der bisschoppen tot welzijn van de gehele Kerk. Zelfs is het oecumenisch concilie voor ons ook de aanleiding geweest om een plan te ontwerpen voor de instelling van een blijvende bijzondere raad van bisschoppen en wel met de bedoeling, dat die brede stroom van weldaden, die men tijdens het concilie gelukkig heeft ontdekt in de nauwe relaties van ons met de bisschoppen, ook na afloop van het concilie zou blijven toevloeien naar het christenvolk.
Nu echter, nu het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie ten einde loopt, is - zo menen wij - het geschikte ogenblik aangebroken om ons reeds lang gekoesterd plan te verwezenlijken; en wij doen dit des te liever, omdat wij weten dat de bisschoppen van de katholieke Kerk openlijk ons voornemen ondersteunen, zoals blijkt uit de wensen van talrijke bisschoppen, welke hierover in het oecumenisch concilie te kennen zijn gegeven. Derhalve, na rijp beraad, uit achting en waardering voor alle katholieke bisschoppen en om hun de gelegenheid te geven op een duidelijke re en efficiëntere wijze te delen in onze zorgen voor de gehele Kerk, richten wij op en stellen wij, uit eigen beweging en krachtens ons apostolisch gezag, in deze stad een blijvende raad van bisschoppen voor de universele Kerk in, welke direct en onmiddellijk aan ons gezag is onderworpen en waaraan wij de naam van bisschoppensynode geven. Deze synode, die, als alle menselijke instellingen, in de loop der tijden een volmaaktere vorm zal kunnen aannemen, wordt door de volgende algemene richtlijnen bestuurd.