Paus Franciscus - 4 oktober 2020
De laatste jaren worden de termen ‘populistisch’ en ‘populist’ om de haverklap gebruikt in de media en in alledaagse gesprekken. Met als resultaat dat ze hun waardevolle betekenis verliezen en een bron van polarisatie worden in de zo al verdeelde samenleving, zelfs in die mate dat alle personen, groepen, samenlevingen en regeringen op basis van de binaire indeling: ‘populistisch’ of ‘niet-populistisch’, geclassificeerd worden. Tegenwoordig kan iemand onmogelijk over om het even welk onderwerp spreken zonder in een van de twee kampen ondergebracht te worden, ofwel om hem ten onrechte in diskrediet te brengen ofwel om hem de hemel in te prijzen.
De poging om het populisme te zien als een sleutel voor de interpretatie van de maatschappelijke realiteit is nog op een ander vlak problematisch: ze gaat voorbij aan de legitieme betekenis van het begrip ‘volk’. Elke poging om dit begrip uit het gangbare taalgebruik te verwijderen, zou kunnen leiden tot het elimineren van het begrip ‘democratie’ als ‘bestuur door het volk’. Zelfs om te beweren dat de samenleving meer is dan de eenvoudige som van individuen, hebben we het begrip ‘volk’ nodig. Er zijn maatschappelijke fenomenen die meerderheden creëren, net zoals er megatrends zijn en gemeenschappelijke aspiraties. Mannen en vrouwen zijn in staat om gemeenschappelijke doelen uit te stippelen die hun verschillen overstijgen en het samenwerken aan een gemeenschappelijk project mogelijk maken. Ten slotte is het erg moeilijk om een langetermijnproject uit te werken als het niet collectief gedragen wordt. Dit alles ligt aan de grondslag van ons gebruik van het zelfstandig naamwoord ‘volk’ en het bijvoeglijke naamwoord ‘populair’. Als men er geen rekening mee zou houden - samen met een gedegen kritiek op demagogie – wordt een fundamenteel aspect van de sociale realiteit over het hoofd gezien.
Er bestaat inderdaad een misverstand:
"Het volk is geen logische noch een mystieke categorie, als we daarmee bedoelen dat alles wat het volk doet, goed is of in de zin dat het volk een ‘engelachtige’ realiteit zou zijn. Het is eerder een mythische categorie […] Wanneer je moet uitleggen wat je met volk bedoelt, gebruik je noodzakelijkerwijs logische categorieën. Maar zo leg je niet uit wat het betekent bij een volk te horen. Het woord ‘volk’ heeft een diepere betekenis die niet logisch te verklaren is. Deel uitmaken van een volk is deel uitmaken van een gemeenschappelijke identiteit die bestaat uit sociale en culturele banden. En dit gebeurt niet automatisch, integendeel: het is een langzaam, moeizaam proces … van vooruitgaan in de richting van een gemeenschappelijk project." Antonio Spadaro, S.J., Las huellas de un pastor. Una conversación con el Papa Francisco, in: Jorge Mario Bergoglio – Papa Francisco, En tus ojos está mi palabra. Homilías y discursos de Buenos Aires (1999-2013), Publicaciones Claretianas, Madrid (2017), p. 24-25 Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 220-221
Populaire leiders die in staat zijn om de gevoelens en culturele dynamiek van een volk en de belangrijke trends in een samenleving te interpreteren, bestaan wel degelijk. De dienst die zij bewijzen door alles samen te brengen en te sturen, kan de basis vormen voor een duurzaam project van verandering en groei, waarbij in hun streven naar het algemeen welzijn, ook ruimte voor anderen is. Maar dit kan ontaarden in een ongezond populisme wanneer individuen zich het recht toe-eigenen om de cultuur van een volk, onder welke ideologische vlag dan ook, politiek uit te buiten voor hun eigen persoonlijke project of hun eigen behoud van macht. Of wanneer ze hun eigen populariteit zoeken door de laagste en meest egoïstische neigingen van sommige bevolkingsgroepen te versterken. Dit wordt des te erger wanneer ze op een choquerende of subtiele wijze instellingen en wetten onderuithalen.
Gesloten populistische groepen vervormen het woord ‘volk’, omdat ze het niet over een echt volk hebben. In feite is ‘volk’ een open categorie. Een levend en dynamisch volk, een volk met toekomst, staat voortdurend open voor een nieuwe synthese door zijn vermogen om verschillen te integreren. Daarbij ontkent het zijn eigen identiteit niet, maar is het bereid om door anderen veranderd, uitgedaagd, verdiept en verrijkt te worden. Op deze manier kan het verder groeien en zich ontwikkelen.
Een ander teken van verloedering van het populaire leiderschap is de bekommernis voor het kortetermijnvoordeel. Men komt tegemoet aan populaire eisen om stemmen en steun te krijgen, maar men maakt geen vooruitgang in een moeizame en aanhoudende inspanning om mensen de middelen te verschaffen die ze nodig hebben om door eigen inspanning en creativiteit in hun levensonderhoud te voorzien. In dit verband heb ik duidelijk gemaakt dat
"ik me ver hou van onverantwoord populisme." Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 204
Aan de ene kant vereist het wegwerken van ongelijkheden een economische ontwikkeling door de mogelijkheden van elke regio te benutten, waardoor een duurzame gerechtigheid gewaarborgd wordt. Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 105 Tegelijk volgt daaruit dat
"noodhulpprojecten die in bepaalde dringende behoeften voorzien, moeten gezien worden als louter tijdelijke maatregelen." Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 202
Het grootste probleem is de werkgelegenheid. Wat echt populair is – omdat het bijdraagt tot het welzijn van het volk – is ervoor zorgen dat ieder mens de mogelijkheid krijgt om de zaden te laten ontkiemen die God in elk van ons gelegd heeft: onze talenten, onze zin voor initiatief, onze kracht. Dit is de beste hulp die we aan armen kunnen geven, de beste weg naar een waardig bestaan. Daarom dring ik erop aan dat
"de financiële hulp aan armen altijd een voorlopige oplossing om noden te lenigen moet zijn. Het hogere doel moet altijd zijn dat mensen door arbeid een waardig leven opbouwen." Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 128
Zelfs als de productiesystemen veranderen, mag de politiek niet afzien van het doel om de samenleving zo te organiseren dat iedereen met zijn capaciteiten en inspanningen een bijdrage kan leveren. Want
"de ergste vorm van armoede is die waarin men mensen berooft van werk en van de waardigheid van het werk." Paus Franciscus, Toespraak, Tot het Corps Diplomatique geaccrediteerd bij de Heilige Stoel bij aanvang van het nieuwe jaar 2015 - Sala Regia, Vrede en verwerping (12 jan 2015) Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Oude Synodeaula - Vaticaan, Tot een delegatie van de Internationale ontmoeting van volks bewegingen (28 okt 2014)
In een echt ontwikkelde samenleving is werk een essentiële dimensie van het maatschappelijke leven. Het is immers niet alleen een manier om zijn brood te verdienen, maar ook een mogelijkheid voor persoonlijke groei, voor het opbouwen van gezonde relaties, zelfontplooiing, en de uitwisseling van talenten. Werk geeft ons een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de wereld, en uiteindelijk voor ons leven als volk.