Paus Franciscus - 4 oktober 2020
Er is nog een andere manier om de ander uit te schakelen, een die niet gericht is op landen, maar op individuen. Het is de doodstraf. De Heilige Joannes Paulus II heeft duidelijk en met kracht verklaard dat de doodstraf vanuit moreel oogpunt ontoereikend is en vanuit strafrechtelijk oogpunt niet nodig is. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 56 We kunnen niet op dit standpunt terugkomen. Vandaag stellen we duidelijk dat
"de doodstraf ontoelaatbaar is " Paus Franciscus, Toespraak, Tot de deelnemers aan de ontmoeting georganiseerd door de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie, Doodstraf en "ontwikkeling van de geloofsleer" (11 okt 2017), 8
en de Kerk is vastbesloten om de afschaffing ervan in de hele wereld voor te stellen. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Aan de Bisschoppen betreffende de nieuwe redactie van nr 2267 van de Catechismus van de Katholieke Kerk over de doodstraf (3 aug 2018)
Hoewel het Nieuwe Testament individuen oproept het recht niet in eigen hand te nemen Vgl. Rom. 12, 17.19 , erkent het ook de noodzaak dat de autoriteiten de boosdoeners moeten straffen. Vgl. Rom. 13, 4 Vgl. 1 Pt. 2, 14 Inderdaad,
"het burgerlijke leven, gestructureerd rond georganiseerde gemeenschappen, heeft regels voor het samenleven nodig, waarvan de opzettelijke overtreding ervan een passend antwoord vereist." Paus Franciscus, Toespraak, Tijdens een ontmoeting met een delegatie van de Internationale Vereniging voor het Strafrecht (AIDP), Over strafrecht, het bestraffen van ernstige misdaden en de menselijke waardigheid (23 okt 2014), 3
Dit houdt in dat het legitieme overheidsgezag
"straffen kan en moet opleggen die in verhouding staan tot de ernst van de misdrijven " Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 402
en dat de rechterlijke macht
"de noodzakelijke onafhankelijkheid op het gebied van het recht" H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Voor de Italiaanse Vereniging van Rechters (31 mrt 2000), 4
moet worden gegarandeerd.
Vanaf de eerste eeuwen van de Kerk hebben sommigen zich duidelijk tegen de doodstraf uitgesproken. Lactantius bijvoorbeeld was van mening dat
"er geen enkel uitzondering mag gemaakt worden: een mens doden zal altijd een misdaad zijn." Lactantius, Divinae Institutiones (1 jan 311). 6, 20, 17: PL 6, p. 708
Paus Nicolaas I drong erop aan:
"Streef ernaar om niet alleen de onschuldigen, maar ook alle schuldigen van de doodstraf te bevrijden." Paus Nicolaas I, Antwoorden aan de Bulgaren, Ad consulta vestra bulgarorum (13 nov 866). Epistulae 97, 25: PL 119, col. 991
Ter gelegenheid van een proces tegen de moordenaars van twee priesters, vroeg Sint-Augustinus de rechter om hen niet om het leven te brengen met dit argument:
"Wij hebben geen bezwaar ertegen dat misdadigers de vrijheid tot het plegen van misdaden ontnomen wordt, maar wij achten het voldoende dat zij levend en zonder dat hun lichaam verminkt wordt, door de dwangmiddelen van de wet van hun vreselijke onrust naar een gezonde rust gebracht worden of van hun boosaardige werken tot een of ander nuttig werk geleid worden. Ook dit is een veroordeling. Maar wie begrijpt niet dat het eerder een weldaad dan een straf moet genoemd worden, wanneer het wrede geweld ingeperkt wordt en het geneesmiddel van berouw niet weggenomen wordt? […] Wees toornig op de zonde zonder de menslievendheid te vergeten. Mogen de wreedheden van de zondaars voor u geen gelegenheid zijn om uw wraakzucht te voeden, maar eerder een uitnodiging om de wonden van de zondaars te genezen." H. Augustinus, De peccatorum meritis et remissione et de baptismo parvulorum ad Marcellinum. 133, 1 en 2: PL 33, col. 509.
Angst en wrok leiden gemakkelijk tot een wraakzuchtige, zelfs wrede opvatting over straf, in plaats van straf als een onderdeel van een proces van genezing en re-integratie in de samenleving te zien. Tegenwoordig
"zetten sommige sectoren van de politiek en media, zowel in de openbare- als in de privésector, aan tot geweld en wraak. Dit keert zich niet alleen tegen de overtreders van een wet, maar ook tegen diegenen die ervan verdacht worden een wet overtreden te hebben, ongeacht of die verdachtmaking al of niet gegrond is. [...] Er bestaat soms de neiging om opzettelijk vijanden te creëren: stereotypes die alle kenmerken vertegenwoordigen die de samenleving als bedreigend ervaart of interpreteert. De mechanismen achter die beeldvorming zijn dezelfde die in hun tijd de verspreiding van racistische ideeën mogelijk maakten." Paus Franciscus, Toespraak, Tijdens een ontmoeting met een delegatie van de Internationale Vereniging voor het Strafrecht (AIDP), Over strafrecht, het bestraffen van ernstige misdaden en de menselijke waardigheid (23 okt 2014), 3.5
Dit heeft in sommige landen de groeiende praktijk om een toevlucht te nemen tot voorlopige hechtenis, opsluiting zonder proces en vooral tot de doodstraf, nog gevaarlijker gemaakt.
Ik wil benadrukken dat
"het ondenkbaar is dat staten vandaag de dag geen andere middelen hebben dan de doodstraf om het leven van andere mensen te verdedigen tegen een onrechtvaardige aanvaller."
Bijzonder erg zijn de zogenaamde buitengerechtelijke en onwettige executies. Dit zijn
"moorden die opzettelijk door bepaalde staten en hun vertegenwoordigers gepleegd worden, vaak onder het mom van confrontaties met criminelen of voorgesteld als de onbedoelde gevolgen van het redelijke, noodzakelijke en evenredige gebruik van geweld om de wet te handhaven." Paus Franciscus, Toespraak, Tijdens een ontmoeting met een delegatie van de Internationale Vereniging voor het Strafrecht (AIDP), Over strafrecht, het bestraffen van ernstige misdaden en de menselijke waardigheid (23 okt 2014), 9.10
"Er zijn tal van bekende argumenten tegen de doodstraf. De Kerk heeft terecht de aandacht gevestigd op een aantal daarvan, zoals de mogelijkheid van een gerechtelijke dwaling; en het gebruik dat totalitaire en dictatoriale regimes ervan maken om de politieke oppositie te onderdrukken of religieuze en culturele minderheden te vervolgen, allemaal slachtoffers die door de wetgeving van die regimes als ‘misdadigers’ beschouwd worden. Alle christenen en mensen van goede wil worden daarom opgeroepen […] om niet alleen te strijden voor de afschaffing van de doodstraf, of die nu legaal of illegaal is, en in welke vorm dan ook, maar ook voor de verbetering van de omstandigheden in de gevangenissen, uit respect voor de menselijke waardigheid van personen die van hun vrijheid beroofd zijn. […] En ik zou dit willen koppelen aan levenslange gevangenisstraf. […] Een levenslange gevangenisstraf is een verborgen doodstraf." Paus Franciscus, Toespraak, Tijdens een ontmoeting met een delegatie van de Internationale Vereniging voor het Strafrecht (AIDP), Over strafrecht, het bestraffen van ernstige misdaden en de menselijke waardigheid (23 okt 2014), 11.12
Laten we niet vergeten dat de moordenaar
"zijn persoonlijke waardigheid bewaart; God zelf stelt er zich borg voor." H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 9
De strenge afwijzing van de doodstraf laat zien in hoeverre het mogelijk is de onvervreemdbare waardigheid van ieder mens te erkennen en te aanvaarden dat hij of zij een plaats in dit universum heeft. Want als ik deze niet betwist voor de ergste misdadigers, zal ik ze aan niemand ontzeggen. Ik zal iedereen de kans geven om deze planeet met mij te delen, ondanks wat ons van elkaar kan scheiden.
Ik vraag Christenen die aarzelen op dit punt en die in de verleiding komen om toe te geven aan geweld, in welke vorm dan ook, om deze woorden uit het boek Jesaja in gedachten te houden: "Dan smeden ze hun zwaarden om tot ploegscharen" (Jes. 2, 4). Voor ons wordt deze profetie geïncarneerd in Jezus Christus, die tegen de leerling die naar geweld greep, vastberaden zei: "Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen" (Mt. 26, 52). Het was een echo van de oude waarschuwing: Ik zal het leven van de mens terugeisen. "Het bloed van degene die het bloed van een mens vergiet, zal door mensen worden vergoten" (Gen. 9, 5-6). Die reactie van Jezus, uit het diepste van zijn hart, overbrugt de eeuwen en weerklinkt nog altijd als een permanente waarschuwing.