Paus Franciscus - 4 oktober 2020
FRATELLI TUTTI Alle mensen - Over broederschap en sociale vriendschap |
|||
► | Een open wereld bedenken en ontwikkelen (87-127) | ||
► | Boven onszelf uitstijgen (88-94) |
In het diepste van elk hart schept de liefde banden en verbreedt ze het menselijke bestaan, want ze trekt mensen uit zichzelf en naar de andere toe. Vgl. H. Thomas van Aquino, Scriptum super Sententiis. lib. 3, dist. 27.7.1.a. ad 4: Dicitur amor extasim facere, et fervere, quia quod fervet extra se bullit et exhalat. Omdat we voor de liefde gemaakt zijn, lijkt in ieder van ons een
"wet van ‘ekstasis’ te werken: wie liefheeft ‘treedt buiten het zelf’ om in de ander een voller bestaan te vinden." Karol Kard. Wojtyla, Liefde en verantwoordelijkheid. éd. Dialogue/Stock, Parijs (1978) p. 115
Daarom moet de mens altijd de uitdaging aangaan om boven zichzelf uit te stijgen. Vgl. Karl Rahner, Kleines Kirchenjahr. Ein Gang durch den Festkreis (1 jan 1981). ed. Herderbücherei 901, Freiburg (1981), p. 30.
Ik kan mijn leven evenmin beperken tot relaties met een kleine groep, zelfs niet met mijn eigen gezin. Ik kan mezelf niet kennen los van een breder netwerk van relaties, inclusief de relaties die mij zijn voorgegaan en mijn hele leven hebben gevormd. In mijn relatie met iemand die ik respecteer, moet ik rekening ermee houden dat die persoon niet leeft uitsluitend vanwege zijn of haar relatie met mij, zoals ook ik niet uitsluitend voor hem of haar leef. Als ze gezond en authentiek zijn, stellen onze relaties ons open voor anderen die ons als mens doen groeien en verrijken. Vandaag kunnen onze meest hoogstaande sociale instincten makkelijk gesmoord worden in egocentrische onlinepraatjes (chats), die de indruk wekken diepe relaties te zijn. Authentieke en volwassen liefde en echte vriendschap daarentegen kunnen alleen wortel schieten in een hart dat openstaat voor groei doorheen relaties met andere mensen. Als koppels of vrienden stellen we vast dat ons hart groter wordt als we uit onszelf stappen en anderen in de armen sluiten. Gesloten groepen en in zichzelf gekeerde stellen, die een ‘wij’ vormen tegenover de anderen, zijn meestal een uiting van egoïsme en puur zelfbehoud.
Het is niet toevallig dat veel kleine gemeenschappen in woestijngebieden een opmerkelijk genereus systeem hebben ontwikkeld om reizigers te verwelkomen als een uitoefening van de heilige plicht van de gastvrijheid. De middeleeuwse kloostergemeenschappen deden hetzelfde, zoals we zien in de Regel van Sint-Benedictus. Hoewel Benedictus erkende dat het afbreuk zou kunnen doen aan de discipline en de stilte van kloosters, stond hij niettemin erop dat
"de armen en pelgrims met de grootste zorg en aandacht worden behandeld." H. Benedictus van Nursia, Regel voor monniken, Regula monasticorum. 53,15: Pauperum et peregrinorum maxime susceptioni cura sollicite exhibetur
Gastvrijheid is een specifieke manier om de uitdaging én het geschenk, die het resultaat zijn van de ontmoeting met mensen buiten de eigen kring, te aanvaarden. De monniken realiseerden zich dat de waarden die ze probeerden te cultiveren gepaard moesten gaan met de bereidheid om boven zichzelf uit te groeien in openheid naar de anderen.