• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Uit hetgeen hierboven in herinnering is gebracht, vloeien ook enkele punten voort, die noodzakelijk zijn voor de richting die de theologische reflectie moet inslaan, om de betrekkingen van de Kerk en de religies met het eeuwige heil te verdiepen.

Vooral moet vast geloofd worden, dat de "pelgrimerende Kerk noodzakelijk is ter zaligheid. Christus alleen immers is de Middelaar en de weg naar het heil en in de Kerk, die zijn lichaam is, komt Hij onder ons tegenwoordig. Hijzelf heeft uitdrukkelijk de noodzakelijkheid van het geloof en het doopsel afgekondigd Vgl. Mc. 16, 16 Vgl. Joh. 3, 5 en daardoor de noodzakelijkheid van de Kerk bevestigd, waarin de mensen door de poort van het doopsel binnengaan." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 14 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 7 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 3 Deze leer mag niet tegenover de algemene heilswil van God gezet worden Vgl. 1 Tim. 2, 4 ; daarom "moet men deze beide waarheden samenhouden, namelijk de werkelijke mogelijkheid van het heil in Christus voor alle mensen en de noodzaak van de Kerk met betrekking tot het heil". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 9 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 846-847

De Kerk is het "alomvattende sacrament van het heil". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 48 Zij is steeds om geheimvolle wijze met de Verlosser Jezus Christus, haar Hoofd, verbonden en onder Hem gesteld, en heeft daarom in het plan van God een onontkoombare relatie met het heil van iedere mens. Vgl. H. Cyprianus van Carthago, Over de eenheid van de Katholieke Kerk, De catolicae ecclesiae unitate (1 jan 250). 6: CCL 3, 253-254 Vgl. H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. III, 24, 1: SC 211, 472-474 Degenen die niet formeel en zichtbaar leden van de Kerk zijn "hebben toegang tot het heil in Christus krachtens een genade die, hoewel zij een geheimvolle band heeft met de Kerk, hen niet formeel in de Kerk binnenleidt, maar hen verlicht op een wijze die past bij hun inwendige en uitwendige situatie. Deze genade komt van Christus, is een vrucht van zijn offer en wordt meegedeeld door de Heilige Geest". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 10 Zij staat in relatie tot de Kerk, die "volgens het plan van God de Vader, haar oorsprong vindt in de zending van de Zoon en de zending van de Heilige Geest." 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 2. In de hier verhelderde betekenis moet ook de uitspraak "Extra Ecclesiam nullus omnino salvatur" ("Buiten de Kerk wordt helemaal niemand gered" -vert.) (Vierde Concilie van Lateranen, Hfdstk 1. Het katholieke geloof: DS 802) geïnterpreteerd worden. Vgl. ook de Brief van het H. Officie aan de aartsbisschop van Boston: DS 3866-3872.

Document

Naam: DOMINUS IESUS
Verklaring over de uniciteit en heilbrengende universaliteit van Jezus Christus en de Kerk
Soort: Congregatie voor de Geloofsleer
Auteur: Joseph Kardinaal Ratzinger
Datum: 6 augustus 2000
Copyrights: © 2000, Katholiek Nieuwsblad, 's Hertogenbosch
Bewerkt: 13 november 2019

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test