H. Paus Johannes Paulus II - 24 september 1983
Willen wij voorkomen dat de seksualiteit omlaaggehaald of ontheiligd word, dan moeten wij als leraars duidelijk maken hoe de seksualiteit de louter biologische sfeer overstijgt en het diepste wezen raakt van de menselijke persoon als zodanig. De sexuele liefde is slechts dan echt menselijk als zij een integrerend bestanddeel vormt van de liefde waarmee man en vrouw zich geheel en al aan elkaar binden tot de dood. Deze volledige zelfgave is alleen maar mogelijk binnen het huwelijk.
Het is deze leer, welke gebaseerd is op het kerkelijke verstaan van de waardigheid van de menselijk persoon en op het feit dat het geslachtelijke een gave van God is, waarmee wij zowel de gehuwden als de verloofden, ja de hele Kerk vertrouwd mee moeten maken. Deze leer moet ten grondslag liggen aan alle opvoeding in seksualiteit en kuisheid. Wij moeten er de ouders mee vertrouwd maken, die immers de eerste verantwoordelijkheid hebben inzake de opvoeding van hun kinderen, alsook de herders en de godsdienstleraren die met de ouders meewerken bij de vervulling van hun verantwoordelijkheid.