H. Paus Johannes Paulus II - 5 oktober 1995
Meneer de voorzitter, zeer geachte dames en heren ,
Het is mij een eer in deze vergadering der volkeren het woord te kunnen nemen, om met de mannen en vrouwen van alle landen, van elk ras, elke taal en cultuur de vijftigste verjaardag sinds de oprichting van de organisatie van de Verenigde Naties te vieren. Ik ben mij er ten volle van bewust dat ik, waar ik mij tot deze uitverkoren vergadering rieht, de gelegenheid heb, me in zekere zin te richten tot de gehele familie der volkeren van deze aarde. Mijn woord, dat een teken van hoogachting en belangstelling wil zijn van de Apostolische Stoel en van de katholieke kerk voor dit instituut, verbindt zich graag met de stem van hen, die in de VN de hoop zien op een betere toekomst voor de menselijke samenleving.
Mijn hartelijke dank gaat in de eerste plaats uit naar secretaris-generaal dr Boutros-Ghali, die dit bezoek zo zeer heeft aangemoedigd. Vervolgens ben ik u, meneer de voorzitter, dankbaar voor het vriendelijke welkomstwoord, waarmee u mij in deze zo belangrijke vergadering heeft ontvangen. Tenslotte groet ik u allen, leden van deze algemene vergadering: ik dank u voor uw aanwezigheid en voor uw vriendelijke belangstelling.
Ik ben vandaag naar u toe gekomen met de wens, mijn bijdrage te leveren aan dit belangrijke nadenken over de geschiedenis en de rol van deze organisatie, aan een bezinning, die de viering van dit jubileum vanzelfsprekend moet begeleiden en in grote mate gestalte moet geven. De Heilige Stoel was vanwege de eigen geestelijke zendingsopdracht, die maakt dat hij bezorgd is voor het algehele welzijn van ieder mens, van aanvang aan een overtuigd pleitbezorger van de idealen en doelen van de organisatie van de Verenigde Naties. De respectieve doelstelling en werkwijze zijn natuurlijk verschillend, maar de gemeenschappelijke zorg voor de familie van de mensheid opent voor de kerk en voor de VN voortdurend grote terreinen waarop samenwerking mogelijk is. En dit bewustzijn oriënteert en stimuleert vandaag mijn overwegingen: ik zal niet stil blijven staan bij bepaalde sociale, politieke of economische kwesties, maar veel meer bij de gevolgen, die de buitengewone veranderingen van de afgelopen jaren, zullen hebben voor het heden en voor de toekomst van de gehele mensheid.