De morele drijfveren van het algemene streven naar vrijheid waren duidelijk zichtbaar bij de geweldloze revoluties van het jaar 1989 in Midden- en Oost-Europa. Deze historische gebeurtenissen, die zich hebben afgespeeld op bepaalde tijden en op bepaalde plaatsen, hebben ons iets geleerd, wat ver boven de grenzen van een bepaald geografisch gebied uitgaat: de geweldloze revoluties van 1989 hebben duidelijk gemaakt, dat het streven naar vrijheid een niet te onderdrukken eis is, die voortkomt uit de erkenning van de onschatbare waardigheid en de waarde van de menselijke persoon, en het kan niet anders zijn, dan dat deze eis verbonden wordt met de inzet ten gunste van die menselijke persoon. De moderne totalitaire regeringsvorm was vooral een aanval op de waardigheid van de persoon, een aanval die zo ver ging dat zelfs de onaantastbare waarde van het leven van die persoon werd ontkend. De revoluties van het jaar 1989 zijn mogelijk geworden door de inzet van moedige mannen en vrouwen, die werden geïnspireerd door een andere en uiteindelijk diepere en sterkere zienswijze: door de mens te zien als met rede begaafd en vrij persoon, die een geheim met zich meedraagt dat groter is dan hijzelf en die begaafd is met het vermogen te denken en te beslissen en daardoor in staat is, tot wijsheid en deugd te komen. Van beslissend belang voor het slagen van deze geweldloze revoluties was de ervaring van de maatschappelijke solidariteit: tegenover de door het geweld van de propaganda en de terreur gesteunde regimes vormde die solidariteit de morele kern van de 'macht van de machtelozen. Deze solidariteit vormde een eerste sprank van hoop en zij is het, die blijft aansporen tot de aan de mens gegeven mogelijkheid, op zijn weg door de geschiedenis het pad te volgen van de edele inspanningen van de menselijke geest.
Wanneer wij vandaag vanuit deze verheven uitkijkpost van onze wereld terugkijken op die gebeurtenissen, blijkt onmiskenbaar de overeenkomst tussen de waarden die deze volksbewegingen van de bevrijding hebben geïnspireerd en veel van de morele verplichtingen die zijn vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties. Ik denk bijvoorbeeld aan de verplichting, "het geloof in de grondrechten van de mens, in waardigheid en waarde van de menselijke persoonlijkheid ... opnieuw te bekrachtigen", alsook aan de verplichting, "de sociale vooruitgang en een betere levensstandaard in grotere vrijheid te bevorderen" (Preambule). De eenenvijftig staten, die deze organisatie in het jaar 1945 oprichtten, hebben daadwerkelijk een fakkel ontstoken, waarvan het licht de door de tirannie veroorzaakte duisternis kan verjagen - een licht, dat de weg kan wijzen naar vrijheid, vrede en solidariteit.