VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VERENIGDE NATIES TER GELEGENHEID VAN HET 50-JARIG BESTAAN VAN DE WERELDORGANISATIEDe mensheid heeft moed nodig voor de toekomst
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak)
H. Paus Johannes Paulus II -
5 oktober 1995
Voor ons is het belangrijk, datgene te begrijpen, wat we de innerlijke structuur van deze wereldwijde beweging zouden kunnen noemen. Juist het wereldomvattende karakter biedt ons een eerste en fundamenteel kenteken dat ons leert dat er daadwerkelijk algemene, in de aard van de persoon wortelende mensenrechten bestaan, waarin zich de objectieve en essentiële eisen van een universele morele wet weerspiegelen. Deze rechten zijn ook geenszins abstracte beweringen, veeleer hebben zij ons iets belangrijks te zeggen met betrekking tot het concrete leven van elk mens en elke maatschappelijke groepering. Zij herinneren ons ook aan het feit dat wij niet leven in een irrationele of zinloze wereld, maar dat er integendeel een logica van de moraal bestaat, die het menselijk bestaan verheldert en de dialoog tussen de mensen en tussen de volkeren mogelijk maakt. Als wij willen dat een eeuw van dwang plaats maakt voor een eeuw van de overtuiging, dan moeten wij de manier vinden om in een begrijpelijke en gemeenschappelijke taal te discussiëren over de toekomst van de mens. De algemene zedenwet, die in het hart van de mens geschreven staat, is een soort 'grammatica', die de wereld als hulp dient bij het omgaan met deze discussie over haar eigen toekomst.
Zo gezien is het feit dat sommigen vandaag de dag de universaliteit van de mensenrechten ontkennen - zoals zij ontkennen dat er een menselijke natuur bestaat die allen met elkaar delen - een reden tot grote bezorgdheid. Er bestaat zeker niet slechts één model voor de politieke en economische organisatie van de menselijke vrijheid, omdat verschillende culturen en verschillende historische ervaringen in een vrije en verantwoordelijke maatschappij immers verschillende institutionele vormen voortbrengen. Maar het is één ding, op te komen voor een legitiem pluralisme in 'vormen van de vrijheid', en het is iets anders om iedere vorm van algemeenheid in de menselijke natuur of van menselijke ervaring te ontkennen , of te ontkennen dat de vrije wil van de mens op zich bestaat. Deze laatste zienswijze maakt een internationale politiek van de overtuiging uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk.