COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
Het algemeen welzijn van de maatschappij is geen doel op zich; het heeft enkel waarde in functie van het bereiken van de ultieme doeleinden van de persoon en van het algemeen welzijn van de ganse schepping. God is het ultieme doel van zijn schepselen en in geen geval mag het algemeen welzijn worden beroofd van zijn transcendente dimensie, die de historische dimensie overstijgt en ook voltooit
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 41. Dit perspectief bereikt zijn hoogtepunt op grond van het geloof in Jezus’ Pasen, dat een helder licht werpt op de realisatie van het echte algemeen welzijn van de mensheid. Onze geschiedenis - de persoonlijke en de collectieve inspanning om de menselijke bestaansconditie te verheffen - begint en eindigt in Jezus: dankzij Hem, door Hem en voor Hem, kan elke realiteit, ook de menselijke maatschappij, worden gebracht tot haar Hoogste Goed en vervulling. Een zuiver historische en materialistische visie zou uitlopen op de transformatie van het algemeen welzijn in een simplistisch
sociaal-economisch welzijn, ontdaan van elke transcendente doelstelling, dit wil zeggen van zijn diepste bestaansgrond.