COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
De persoon mag nooit uitsluitend worden gedacht als een absolute individualiteit, door zichzelf en steunend op zichzelf opgebouwd, alsof zijn eigen karakteristieke eigenschappen van niets anders dan van hemzelf zouden afhangen. De persoon kan evenmin worden gedacht als louter een cel van een organisme dat hooguit geneigd is om hem een functionele rol te midden van een systeem toe te kennen. De reductionistische concepties van de volledige waarheid omtrent de mens hebben reeds verschillende keren het voorwerp uitgemaakt van de sociale zorg van de Kerk, en ze heeft niet nagelaten om haar stem te verheffen tegen deze concepties, net zoals ze gedaan heeft tegen andere drastisch reducerende perspectieven, door in de plaats daarvan te verkondigen dat “individuen niet verschijnen als geïsoleerde eenheden, zoals zandkorrels, maar integendeel als verenigd door organische, harmonieuze en wederzijdse relaties”
Paus Pius XII, Encycliek, Over de eenheid van de menselijke maatschappij, Summi Pontificatus (20 okt 1939), 37. Daarentegen heeft de Kerk er zich over bekommerd om te stellen dat de mens niet eenvoudig kan worden begrepen als “een element en een molecule van het maatschappelijke organisme”
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 13, en ze waakt er dan ook over dat de affirmatie van het primaatschap van de menselijke persoon niet overeenstemt met een individualistische of een massificerende visie.
Het christelijke geloof, dat uitnodigt om wat goed en waardevol is voor de mens overal te zoeken waar het kan worden gevonden Vgl. 1 Tess. 5, 21
, “situeert zich boven en soms tegenover ideologieën, in de mate waarin (het) God, transcendent en Schepper, erkent die, door alle niveaus van de schepping heen, de mens als begiftigd met verantwoordelijkheid en vrijheid interpelleert” H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 27.
De sociale leer brengt de verschillende dimensies van het mysterie van de mens in rekening, die moet worden benaderd “in de volle waarheid van zijn bestaan, van zijn persoon en van zijn leven in gemeenschap en maatschappij” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Verlosser van de mensen, Redemptor Hominis (4 mrt 1979), 14. Zij doet dat met een specifieke aandacht, ten einde een nauwgezette beoordeling ervan toe te laten.