COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
Van alle domeinen van sociaal engagement van de lekengelovigen, neemt de dienst aan de menselijke persoon de voornaamste plaats in. Het bevorderen van de waardigheid van elke menselijke persoon, het meest kostbare bezit van de mens, is de “wezenlijke taak en in zekere zin zelfs de centrale en samenbindende taak van de dienst die de Kerk en de lekengelovigen in de Kerk geroepen zijn aan de mensenfamilie te verlenen”.
H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 37
De eerste vorm waarin deze opdracht zich realiseert, bestaat uit het engagement en de inspanningen voor de innerlijke hernieuwing van iedereen, want de menselijke geschiedenis wordt niet beheerst door een onpersoonlijk determinisme maar door een pluraliteit aan subjecten die door hun vrije daden de sociale orde scheppen. Sociale instituties garanderen niet uit zichzelf, of als het ware automatisch, het algemeen welzijn: de internationale “hernieuwing van de christelijke geest” Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931), 127 moet voorafgaan aan het engagement om de maatschappij te verbeteren “volgens de geest van de Kerk, stevig geankerd op de sociale rechtvaardigheid en sociale gerechtigheid” Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931), 126.
Uit de bekering van het hart vloeit de zorg voor de anderen voort, die als broeders en zusters bemind worden. Deze zorg helpt ons om het engagement voor het omvormen van instellingen, structuren en levensvoorwaarden die in tegenspraak zijn met de menselijke waardigheid, als een plicht op te vatten. De leken moeten daarom tegelijk ijveren voor de bekering van de harten en de verbetering van de structuren, door rekening te houden met historische situaties en door gebruik te maken van gewettigde middelen om instituties in het leven te roepen waarin de waardigheid van elke mens waarlijk gerespecteerd en bevorderd wordt.
De bevordering van de waardigheid van de mens impliceert op de eerste plaats de bevestiging van het onschendbare recht op leven — vanaf de conceptie tot aan de natuurlijke dood —, het eerste van alle rechten en de voorwaarde voor alle andere rechten van de persoon
Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over het beginnend menselijk leven en waardigheid van de voortplanting, Donum Vitae (22 feb 1987), 7. Het respect voor de persoonlijke waardigheid vereist bovendien dat de
godsdienstige dimensie van de persoon wordt erkend. “Dit is geen louter ‘confessionele’ vereiste maar een eis die zijn onuitroeibare wortel heeft in de werkelijkheid zelf van de mens”
H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 39. De daadwerkelijke erkenning van het
recht op gewetens- en godsdienstvrijheid is één van de hoogste goederen en één van de zwaarste plichten van elk volk dat werkelijk het welzijn van de persoon en van de maatschappij wil verzekeren
H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 39. In de huidige culturele context bestaat er een bijzonder dringende nood aan de
verdediging van het huwelijk en het gezin, die alleen maar adequaat beantwoord kan worden indien men overtuigd is van de unieke en onherhaalbare waarde van deze twee realiteiten voor een authentieke ontwikkeling van de menselijke maatschappij
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 42-48.