COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
De lekengelovigen zijn geroepen om een authentieke lekenspiritualiteit te cultiveren waardoor zij worden herboren als nieuwe mannen en vrouwen, die zowel heilig als heiligmakend zijn, die ondergedompeld zijn in het mysterie van God en opgenomen in de maatschappij. Dergelijke spiritualiteit bouwt de wereld op volgens de Geest van Jezus. Zij maakt het mogelijk om verder te kijken dan de geschiedenis zonder er zich evenwel van te verwijderen, om een passionele liefde voor God te cultiveren zonder zich af te wenden van zijn broeders en zusters, die zij kunnen zien op de manier waarop God hen bekijkt en die zij kunnen beminnen zoals God hen bemint. Deze spiritualiteit sluit zowel een
intimistische spiritualiteit als een
sociaal activisme uit; zij drukt zich integendeel uit in een levengevende synthese die eenheid, zin en hoop verschaft aan het bestaan, dat omwille van talrijke redenen tegenstrijdig en gefragmenteerd is. Aangespoord door dergelijke spiritualiteit, zijn de lekengelovigen in staat om “bij wijze van zuurdeeg om zo te zeggen van binnen uit tot de heiliging van de wereld bij te dragen: zo komt het dat zij vooral door hun levensgetuigenis (...) Christus aan de anderen bekend maken”
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 31.
De lekengelovigen moeten hun spiritueel en moreel leven versterken door de vereiste vaardigheden voor het vervullen van hun sociale plichten te vervolmaken. De verdieping van de inwendige drijfveren en het zich eigen maken van een geschikte stijl die past bij hun engagement in de sociale en politieke sfeer, zijn de vrucht van een dynamisch en permanent vormingsproces dat vooral gericht is op het scheppen van harmonie tussen leven — in al zijn complexiteit — en geloof. In de ervaring van de gelovigen mogen er immers “in hun bestaan niet twee parallelle levens zijn: enerzijds het zogenaamde ‘geestelijke’ leven met zijn waarden en eisen; anderzijds het zogenaamde ‘wereldlijke’ leven of het leven van het gezin, werk, sociale relaties, politiek engagement en cultuur”
H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 59.
De synthese tussen geloof en leven vereist dat men voortschrijdt op de weg die oordeelkundig wordt aangegeven door de karakteristieke elementen van het christelijke leven: het Woord van God als referentiepunt; de liturgische viering van het christelijke mysterie; het persoonlijk gebed; de authentieke kerkelijke ervaring, verrijkt door de bijzondere opvoedkundige diensten door wijze spirituele gidsen; het beoefenen van de sociale deugden en een volgehouden zorg voor culturele en professionele vorming.