26 oktober 2004
COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK | |||
► | DEEL 2 | ||
► | De politieke gemeenschap | ||
► | Het politieke gezag | ||
► | Gezag als een morele kracht |
Gezag moet zich laten leiden door de morele wet. Het ontleent al zijn waardigheid aan het morele kader waarbinnen het wordt uitgeoefend. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 74 "De morele orde steunt op God, haar oorsprong en doel". H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 51 Vgl. Paus Pius XII, Radiotoespraak, Kerstboodschap 1944 (fragmenten), Benignitas et humanitas (24 dec 1944) Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2235 Omwille van zijn noodzakelijke referentie aan de morele orde, die aan hem voorafgaat en die zijn basis vormt, en omwille van zijn doel en bestemmelingen, kan het gezag niet worden begrepen als een kracht die wordt gedetermineerd door criteria van zuiver sociologische of historische aard. "Sommigen durven zelfs beweren, dat er in het geheel geen morele orde bestaat, een orde die de materiële schepping en de mens zelf te boven gaat, die volstrekt noodzakelijk is en voor allen gelijkelijk geldt. Zo komt het, dat de mensen niet dezelfde opvatting over rechtvaardigheid hebben en het in geen enkele kwestie volledig en ondubbelzinnig met elkaar eens zijn. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961), 205 Deze orde vindt evenwel "haar grondslag alleen in God; losgemaakt van Hem valt zij radicaal uit elkaar". H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961), 209 Gezag ontleent zijn macht om verplichtingen op te leggen Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 132-135 en zijn morele wettigheid Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1902 aan de morele orde, en niet aan willekeur of aan de honger naar macht Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 48, en het is verplicht deze orde om te zetten in concrete daden voor de realisatie van het algemeen welzijn. Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de eenheid van de menselijke maatschappij, Summi Pontificatus (20 okt 1939), 3
Het gezag moet de essentiële menselijke en morele waarden erkennen, respecteren en bevorderen. Zij zijn aangeboren en "zij ontspringen aan de werkelijkheid zelf van het menselijk wezen, zij drukken de waardigheid van de menselijke persoon uit en beschermen die: het gaat dus om waarden die niemand, geen enkele meerderheid en geen enkele staat ooit kunnen scheppen, wijzigen of afschaffen". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 71 Deze waarden vinden hun oorsprong niet in voorlopige of wisselvallige meningen van "meerderheden", maar zij moeten daarentegen enkel worden erkend, gerespecteerd en bevorderd als elementen van een objectieve morele wet, de natuurwet gegrift in het hart van de mens Vgl. Rom. 2, 15 , en als het normerend referentiepunt voor de burgerlijke wet. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 70 Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 80 Indien ten gevolge van een tragische verduistering van het collectieve geweten het scepticisme de wezenlijke beginselen zelf van de morele wet in twijfel begint te trekken Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de eenheid van de menselijke maatschappij, Summi Pontificatus (20 okt 1939), 28, dan zou de juridische structuur van de staat zelf op zijn grondvesten beginnen wankelen en zonder meer worden herleid tot een mechanisme voor de pragmatische behartiging van verschillende en tegengestelde belangen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 70 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 97.99 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Activiteiten en het gedrag van de Katholieken op het gebied van de politiek (24 nov 2002), 5-6
Het gezag moet rechtvaardige wetten uitvaardigen, dit wil zeggen wetten die in overeenstemming zijn met de waardigheid van de menselijke persoon en met de imperatieven van de juiste rede. "Een menselijke wet beantwoordt slechts aan het begrip van een wet, voor zover ze in overeenstemming is met de juiste rede; hieruit blijkt dat ze afgeleid is van de eeuwige wet. Voor zover ze echter afwijkt van de rede, moet ze een onrechtvaardige wet genoemd worden; en in dat geval beantwoordt ze niet aan het begrip van een wet, maar eerder aan dat van één of ander geweld". H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I-II, q. 93, a. 3, ad 2um: Ed. Leon. 7, 164: "Lex humana intantum habet rationem legis, inquantum est secundum rationem rectam: et secundum hoc manifestum est quod a lege aeterna derivatur. Inquantum vero a ratione recedit, sic dicitur lex iniqua: et sic non habet rationem legis, sed magis violentiae cuiusdam" Gezag dat regeert volgens de rede onderwerpt burgers niet zozeer aan een andere persoon maar laat hen veeleer gehoorzamen aan de morele orde en bijgevolg aan God zelf, die hiervan de ultieme bron is. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 38 Ieder mens die zich weigert te schikken naar een gezag dat handelt in overeenstemming met de morele orde "verzet zich tegen Gods verordening" (Rom. 13, 2). Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1899-1900 Omgekeerd, indien het publieke gezag - dat zijn bestaansgrond vindt in de menselijke natuur en dat op die manier tot de door God vastgestelde orde behoort Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 74 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1901 - nalaat om het algemeen welzijn na te streven, dan geeft het zijn eigen doelstelling op en verliest het zijn legitieme grond.