26 oktober 2004
COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK | |||
► | DEEL 2 | ||
► | Het gezin, vitale cel van de samenleving | ||
► | Het gezin, de eerste natuurlijke samenleving |
In het gezin leert men de liefde en trouw van de Heer kennen en het belang hieraan te antwoorden Vgl. Ex. 12, 25-27
Vgl. Ex. 13, 8.14-15
Vgl. Deut. 6, 20-25
Vgl. Deut. 13, 7-11
Vgl. 1 Sam. 3, 13
. In het gezin leren de kinderen hun eerste belangrijkste lessen van praktische wijsheid, waaraan de deugden zijn verbonden Vgl. Spr. 1, 8-9
Vgl. Spr. 4, 1-4
Vgl. Spr. 6, 20-21
Vgl. Sir. 3, 1-16
Vgl. Sir. 7, 27-28
. Door dit alles garandeert de Heer zelf de liefde en trouw van het huwelijksleven Vgl. Mal. 2, 14-15
.
Jezus werd geboren en groeide op in een concreet gezin, hij accepteerde alle karakteristieke eigenschappen van het gezin H. Paus Paulus VI, Homilie, In de Basiliek "Maria Boodschap" te Nazareth, Ter ere van de H. Maagd (5 jan 1964), 1. De Heilige Familie is een voorbeeld van gezinsleven: "Dat Nazareth ons lere, wat het gezin is, zijn liefdegemeenschap, zijn ingetogen en sobere sehoonheid, zijn gewijd en onschendbaar karakter; leren wij van Nazareth hoezeer de vorming die men er ondergaat zoet is en onvervangbaar; begrijpen wij zijn grondleggende betekenis op het sociale vlak. Een les van arbeid." en Hij kende de hoogste waardigheid toe aan het instituut huwelijk, door er een sacrament van het nieuwe verbond van te maken Vgl. Mt. 19, 3-9
. In dit nieuwe perspectief vindt het echtpaar de volheid van zijn waardigheid en het gezin zijn stevige basis.