26 oktober 2004
Om de wereld meer menselijk te maken, waardiger voor de persoon, moet liefde in het sociale leven — politiek, economisch en cultureel — opnieuw worden geherwaardeerd en moet zij worden verheven tot de permanente en hoogste norm van elk handelen. “Indien (rechtvaardigheid) (...) er uiteraard is om te ‘arbitreren’ tussen de mensen teneinde op een juiste manier de materiële goederen onder hen te verdelen, dan is er integendeel de liefde, en zij alleen (en dus ook de goedertieren liefde die wij ‘barmhartigheid’ noemen), die in staat is de mens aan zichzelf te schenken” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Goddelijke Barmhartigheid, Dives in Misericordia (30 nov 1980), 14. Menselijke relaties kunnen niet enkel worden geregeerd volgens de maatstaf van de rechtvaardigheid. “Christenen weten dat liefde de reden is waarom God in relatie met de mens is getreden. En het is ook liefde die hij als antwoord van de mens verwacht. Daarom is liefde tevens de hoogste en meest edele vorm van relatie van mensen onderling. De liefde moet bijgevolg elke sector van menselijk leven animeren en moet zich uitstrekken tot de internationale orde. Alleen een mensheid waarin de ‘beschaving van de liefde’ heerst, zal in staat zijn om te genieten van een authentieke en blijvende vrede” H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Een blijvende opdracht: opvoeden tot vrede - Wereldvredesdag 2004 (8 dec 2003), 10 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Goddelijke Barmhartigheid, Dives in Misericordia (30 nov 1980), 14 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2212. Vanuit dit perspectief prijst het magisterium ten zeerste de solidariteit aan, omdat die in staat is om het algemeen welzijn te garanderen en integrale menselijke ontwikkeling te begunstigen: liefde “maakt dat men in zijn naaste een ander zelf ziet” H. Johannes Chrysostomos, Homilia de perfecta caritate. 1, 2