26 oktober 2004
Een meer menselijke ontwikkeling in solidariteit zal ook ten goede komen aan de rijke landen zelf. In deze landen "neemt men dikwijls een soort van existentiële verwarring waar, een onvermogen om te leven en om de eigenlijke betekenis van het leven te ervaren, zelfs ondanks de overvloedige aanwezigheid van de materiële goederen. Een gevoel van vervreemding en een verlies van hun eigen humaniteit heeft bij de mens ertoe geleid om zich gereduceerd te voelen tot een radertje in de onderneming van productie en consumptie en zij vinden geen weg om hun eigen waardigheid als personen gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God te bevestigen" H. Paus Johannes Paulus II, AudiĆ«ntie, Bij de 100e verjaardag van Rerum Novarum (1 mei 1991), 2 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 9. Rijke landen hebben de mogelijkheid getoond om materieel welzijn te creëren, maar dikwijls gebeurt dit ten nadele van de mens en de zwakste sociale klassen. "Men mag niet vergeten dat de grenzen tussen rijkdom en armoede evenzeer door de ontwikkelde maatschappijen heen lopen als door die welke bezig zijn zich te ontwikkelen. Zoals er in de rijke landen maatschappelijke ongelijkheid bestaat tot aan het niveau van de armoede toe, zo ziet men op parallelle wijze in de minder ontwikkelde landen niet zelden uitingen van egoïsme en vertoon van rijkdom die even verbijsterend als ergerlijk zijn". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 14