26 oktober 2004
In het perspectief van een integrale en solidaire ontwikkeling is het mogelijk om te komen tot een juiste waardering van de morele evaluatie die de sociale leer van de Kerk biedt met betrekking tot de markteconomie of, simpeler uitgedrukt, de vrije economie: "Als men met 'kapitalisme' een economisch systeem aanduidt dat de fundamentele en positieve rol erkent van de onderneming, van de markt, van de privé-eigendom en van de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid voor de productiemiddelen, van de vrije menselijke creativiteit op economisch gebied, dan is het antwoord zeker positief, al zou men misschien geschikter van de 'economie van de onderneming' of van 'markteconomie' of eenvoudig van 'vrije economie' kunnen spreken. Maar als men met 'kapitalisme' een systeem bedoelt waarin de vrijheid in de sector van de economie niet geplaatst is in een stevig juridisch kader, dat haar ten dienste van de integrale menselijke vrijheid stelt en haar beschouwt als een afzonderlijke dimensie van deze vrijheid waarvan het centrum ethisch en godsdienstig is, dan is het antwoord beslist negatief" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 42. Op die manier wordt een christelijk perspectief gedefinieerd in verband met de sociale en politieke voorwaarden van de economische activiteit: niet enkel haar normen maar ook haar morele kwaliteit en haar betekenis.