
26 oktober 2004
Een kwestie van bijzondere sociale en culturele betekenis vandaag, vanwege de vele en ernstige morele implicaties, is het klonen van mensen. Deze term refereert an sich naar de reproduktie van een biologische entiteit die genetisch identiek is aan het organisme, waar het vandaan komt. In gedachten en in de experimentele praktijk heeft het echter verschillende betekenissen gekregen, die elk op hun beurt verschillende procedures met zich meebrengen, afhankelijk van de technieken die gebruikt worden of de doelen die men ermee beoogt te bereiken. De term kan worden gebruikt om te verwijzen naar het eenvoudige dupliceren van cellen of een deel van DNA. Maar vooral vandaag wordt de term gebruikt om te verwijzen naar de reproduktie van individuen in de embryonale fase met methoden, die anders zijn dan die van natuurlijke fertilisatie en wel op zo’n manier dat de nieuwe wezens genetisch identiek zijn aan het individu waar ze van af stammen. Dit type klonen kan een reproductief doel hebben, namelijk menselijke embryo’s produceren of een zogenaamd therapeutisch doel, namelijk opgezet om zulke embryo’s te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek of preciezer gezegd voor de produktie van stamcellen.
Vanuit ethisch standpunt is de eenvoudige duplicatie van normale cellen of een deel van DNA geen speciaal probleem. Heel anders oordeelt de doctrine van de kerk over klonen in de letterlijke betekenis. Zulk klonen is tegenstrijdig met de waardigheid van de menselijke voortplanting, omdat het plaats vindt in totale afwezigheid van een daad van persoonlijke liefde tussen echtgenoten; het is reproduktie zonder voortplantingscellen (zaad- en eicel) en zonder seksualiteit. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de deelnemers aan de Algemene vergadering van de Pauselijke Academie voor het Leven (21 feb 2004), 2 In de tweede plaats vertegenwoordigt deze vorm van reproduktie een vorm van totale overheersing over de geproduceerde persoon door degene die produceert. Het feit dat klonen gebruikt wordt om embryo’s te creëren, waarvan cellen worden verwijderd voor therapeutisch gebruik verzacht niet de morele ernst, omdat voor het verwijderen van die cellen eerst een embryo gemaakt en daarna vernietigd moet worden. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, 18e Internationale Congres van het Transplantatie Genootschap, Orgaantransplantatie (29 aug 2000), 8